-2- k. Voorstel tot vaststelling van het sociaal-cultureel plan 1982-1985. .jaarprogramma 1982 en subsidieverordening. De VOORZITTER: Ik denk dat we allemaal wel aan het woord willen komen. De heer Den Braber beginnen en zo doordraaien De heer DEN BRABER: Ja, mijnheer de voorzitter, het spijt me te moeten con stateren dat er iets fout is gegaan in de ontwikkeling van het welzijnsbeleid nadat wij 27 april die beleidsnota hebben vastgesteld. De stukken die nu voor ons liggen hebben niet de gedegenheid die de eerdere onderzoeken en stukken van de ontwikkeling van het beleid gekenmerkt hebben. We waren er al bang voor. We hebben u al meerdere malen gewaarschuwd dat het gewoon logisch redenerend niet zonder meer mogelijk is om een plan en het programma, dat daar een af geleide van is, om dat in één fase vast te stellen. Ik ben zaterdagavond zowat ontploft toen ik las dat het college het met mij eens is, op een moment dat het te laat is. Dat het fout gegaan is is ook te merken aan de aard van de bezwaarschriften. Het merendeel ervan, 5 en 6, richten zich tegen het opnemen van de activiteiten van de bezwaarmakenden in het programma. Bij een ervan is het helemaal merkwaardig, in het programma staat namelijk een passage over het opbouwwerk, wat daar in '82 aan moet gebeuren, en uit het antwoord van B. en W. daarop blijkt dat er helemaal geen werkplan is van die organisatie. Dat kan toch helemaal niet. We gaan toch zelf geen werkplannen zitten maken. Ik denk dat wij af moeten wachten wat dat betreft wat de instellingen op ons bord leggen en dat we dat moeten gaan comprimeren in zo'n programma, maar we gaan die niet zelf maken denk ik. Daar komt meteen mijn eerste vraag uit: Zijn er nog meer werksoorten in het programma genoemd waarvan,instellingen in het programma genoemd, waarvan geen werkplannen ontvangen zijn Ik vraag dat temeer omdat wij een jaar of wat geleden, dat weet ik niet precies meer, maar toen hebben wij het artikel 23 van de rijksbijdrageregeling aan onze huidige subsidieregeling toegevoegd, een subsidieregeling die ook in '82 van kracht zal zijn en waarin staat dat werkplannen vooraf ingediend moeten worden. Ik denk dat in ieder geval het programma gecorrigeerd moet worden voor die gedeelten waaraan geen werkplannen voor '82 ten grondslag liggen. Ik wil daarmee niet zeggen dat wij nou zo robuust willen zijn en de subsidie ook maar meteen af willen voeren. We hebben er best begrip voor dat in zo'n begin er allemaal wel wat fout kan lopen. Dat mag best. Wij stellen voor als dat het geval dus is en ik denk dat dat met name bij het Maatschappelijk Centrum het geval is, dat we die subsidie voorlopig maar bij moeten schrijven bij de post onvoorzien of zo of op een andere plaats reserveren, maar dat we in ieder geval de werkplannen af moeten wachten. Het is ook op een andere wijze fout gegaan,mijnheer de voorzitter, na 27 april, want toen hebben wij afgesproken dat er overleg zou zijn onder andere met het Maatschappelijk Centrum en onder andere met de Muziekschool. Nu presenteert u ons een programma waarin dus een uitvoerend werk van die onderdelen,het opbouwwerken de kunstzinnige vorming opgenomen worden zonder dat dat overleg heeft plaatsgevonden. Ik denk dat dat een beetje al te avontuurlijk is, want wellicht voorzitter, kan de huidige stichting die met het opbouwwerk in Oudenbosch belast is zich helemaal niet vinden in onze passage over het opbouwwerk en dan zitten we straks in 1982 met een witte vlek qua uitvoering. In diezelfde beleidsnota hebben wij afgesproken dat voor S.O.J.O. een oplossing gevonden moet worden ten aanzien van een team leider. Het valt me erg tegen mijnheer de voorzitter, dat ook hier het overleg niet heeft plaatsgevonden. Ik denk met name dat dat meegenomen moet worden in het programma voor 1982 omdat ook in die beleidsnota die oplossing gekoppeld wordt aan het aflopen van die jeugd- en jongerenwerker bij het Maatschappelijk Centrum. Het gevolg van het een en ander dat het overleg niet heeft plaatsgevonden is dat de kosten van zo'n beroepskracht bij S.O.J.O. onder andere in de meerjaren raming helemaal wegvallen na april '82. Ik denk dat dat een beetje al te voor barig is. Ook te gevaarlijk, want geld wegschrijven in deze moeilijke tijden van bezuinigingen dat gebeurt maar al te gemakkelijk, maar geld bijkrijgen dat lijkt steeds moeilijker te worden. Het derde punt waarin het fout zit is met de subsidiëring van, ja, nou eigenlijk van alles, maar met name van S.O.J.O. en de Muziekschool. Ook hierin zegt u dat een en ander nader bestudeerd moet worden, dat er nog overleg gevoerd moet worden met de betrokken instellingen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 113