noemen, richt je dan in die prioriteit bijvoorbeeld op activiteiten die
zich richten op scholing. Ja, er zijn dan net zo veel of net zo weinig argumenten
voor als wanneer ik dat tot de groepen heb gedaan en dat heb ik duidelijk aan
gegeven. De bedoeling van de heer Wijnen met zijn bureaucratische, nou de zins-
snede daarin, ik wist dat uiteraard al vanuit de fractie, maar ik wilde dat
hem toch ook hier in het openbaar laten vertellen wat hij daar dan eigenlijk
mee bedoelde. Prioriteiten vind hij theoretisch, ja dat is inderdaad waar.
Zolang als we de groepen niet hebben zijn ze theoretisch. Mijnheer Van Hoof
draagt een idee aan. Hij zegt dat draagkracht-principe daar heeft het maat
schappelijk centrum een hele simpele manier voor. Als dat waar zou zijn, dan
denk ik dat ik dat graag overneem, maar ik heb er nog nooit van gehoord of
dat nou wel zo gemakkelijk is.
De heer VAN DER GRAAF: Ook voor het muziekonderwijs voor de niet-werklozen;
het voorbeeld wat ik genoemd heb
De heer BROUWERS: Dat is toch het probleem waar we in het hele sociaal culturele
werk mee zitten. Op het moment dat je mensen laat bijdragen in draagkracht in
de sociaal-culturele activiteiten, dan wil je het persé wel als een uitgangs
punt nemen. Het probleem daarin is: Hoe redigeer je dat, welk apparaat geeft
je daar de handreiking, wie geef je de organisatie, de middelen om dat inderdaad
te kunnen Want dan komt u met hetzelfde probleem te zitten als waarmee we
nu met de woningwetwoningen zitten, dat er heel veel van de goedkoopste woningen
indertijd gegeven zijn aan mensen die er op grond van hun draagkracht recht op
hadden, maar eigenlijk nou ontgroeid zijn. Nou dat is eenzelfde probleem. Hoe
maak je dat allemaal hard Ik weet het niet, maar wanneer het voorstel concreet
gemaakt zou worden ben ik daar best voor.
De heer VAN HOOF: Ik doel op het systeem van het maatschappelijk centrum bij
de gezinszorg. Daar wordt op een simpele manier de draagkracht vastgesteld en
nou ik denk dat dat vergelijkbaar is.
De heer BROUWERS: Dan kijk ik naar de chef van sociale zaken en die zit neen te
schudden. Dus zo simpel is dat niet.
De heer VAN DER GRAAF: Waarschijnlijk weigert hij het principieel om daaraan
mee te werken.
De heer BROUWERS: Mogen we de suggestie van de heer Van Hoof als een mogelijk
onderwerp van studie nog meenemen. Ik vind het principe juist, maar ik zie niet
de aanleg en dan komen wij daar in een latere instantie wel mee terug. De
heer Van der Graaf heeft zijn hart nog gelucht. Hij spreekt over een grenzeloos
optimisme. Ik denk als je dat niet hebt dat er dan in feite niks gebeurd. De
prioriteit waarom dat heb ik al aangegeven. Pas dan wanneer de bescheiden middelen
zo gering zijn dat je meer aanvragen hebt dan dat je kunt honoreren. Dan gaat
hij voorbeelden noemen van andere plaatsen waar mogelijk 10$, maar dan weet ik
dat hij doelt op inderdaad de grotere projecten, de grotere plaatsen, waar
je evengoed veel over hoort vertellen dat dat sterk stigmatiserend werkt en
akkoord, het is een prachtige slogan hoor om te komen van die mensen die zoeken
eerst ontspanning en dan komen de activiteiten vanzelf wel, die op zelf-organi-
satie gericht zijn enz. enz. Ik geef er de voorkeur aan om laten we maar starten
met die initiatieven die hopelijk uit de gemeenschap komen en voorwaarden in ons
kader gesteld dat de mensen er in betrokken moeten worden, ik hoop dat dat soulaas
geeft en ik hoop in geen geval dat dit een derde mislukking wordt. Voor de
verdere rest stelt hij zich op dezelfde lijn als het voorstel van mijnheer Den
Braber met betrekking tot de eigen bijdrage.
De VOORZITTER: Wij hebben buiten het voorstel van B. en W. een viertal, voorstel
len. Mag ik eens vragen, heeft de heer Den Braber er behoefte aan dat ze alle
vier in stemming worden gebracht.
De heer DEN BRABER: Nou die prioriteitenstelling kan wat mij betreft achterwege
blijven, mits het voorstel van de heer Rennings dus overgenomen wordt om 50$
uit eigen middelen, gemeentelijke middelen bovenop de rijksbijdrage te doen.
De VOORZITTER: En uw buurman zegt van heb maar niet de illusie dat je er aan
toekomt.
De heer VAN DER GRAAF: Vandaar dat met die 50$ erbij dat we helemaal absoluut
zeker zijn dat er nooit aan een prioriteitenstelling toegekomen wordt.
De VOORZITTER: De drie andere voorstellen wilt u graag in stemming gebracht zien
mijnheer Den Braber Oké.