-5- Wij moeten er niet meer aan beginnen om vooraf per werksoort vast te leggen hoe gesubsidieerd gaat worden, omdat dat de raad (zoals ook nu het geval is) als een blok aan het been zal hangen, een hachelijke situatie met de be- zuinigingsstrop om je nek. Bovendien, mijnheer de voorzitter, is het jaarprogramma veel beter geschikt om de verschillende methoden te beargu menteren en te onderbouwen, terwijl de raad dan tevens elk jaar opnieuw de afweging kan maken tussen de diverse werksoorten en daarbij de mogelijk heid heeft direct te reageren op conclusies die uit de jaarlijkse evaluties zullen voortvloeien. Als je bijvoorbeeld nu al voor een periode van b jaar gaat vastleggen dat een bepaalde organisatie per lid gesubsidieerd wordt (ik noem maar een dwarsstraat) dan zal zo'n bepaling een lastig object zijn wanneer tussentijds zou blijken dat subsidiëring per project of iets derge lijks veel beter is voor de desbetreffende organisatie. Qp grond van deze overwegingen vinden wij, mijnheer de voorzitter, dat er een algemene sub sidieverordening moet komen, met daarin opgenomen de procedure, de admini stratieve bepalingen ten aanzien van verslaglegging enz. én de diverse sub- sidievormen. Wie op welke wijze gesubsidieerd wordt, wordt aangegeven in de onderscheiden jaarprogramma's. Het tweede deel van paragraaf 3-3 gaat over de financiering van het welzijnswerk in het algemeen voor de komende plan periode. In een aantal van de daaruit voortvloeiende voorstellen kunnen wij ons niet vinden, hoezeer ook ons het welzijnswerk aan het hart gaat en hoe zeer ook wij vinden dat met betrekking tot de accommodaties eerst financiële ruimte elders gezocht moet worden. V/ij kunnen ons daarin niet vinden omdat er geen gegevens over de andere gemeentelijke taken op tafel liggen en wij derhal ve niet weten welke schade wij door deze uitspraken aanrichten in die andere sectoren. In de welzijnscommissie heb ik - daarin gesteund door de heer Rennings en de rest van de commissie - geadviseerd de raad te vragen zich op korte termijn uit te spreken over de urgentievolgorde tussen de diverse be leidsterreinen. Uit het thans voorliggende stuk begrijp ik dat u dit advies van de commissie niet hebt overgenomen, daarom doe ik nu maar rechtstreeks een beroep op de raad u te vragen een dergelijke standpuntbepaling alsnog voor te bereiden, zodat de raad op basis van gegevens betreffende alle beleidster reinen én de financiële mogelijkheden voor de komende vier jaar op verant woorde wijze een uitspraak terzake kan doen. Dat lijkt ons veel beter dan nu te zeggen dat de jaarlijkse afweging tot de conclusie zal leiden dat de financiële ondersteuning van het sociaal-cultureel werk zal bedragen. Mijnheer de voorzitter, mijn fractie heeft er nooit een geheim van gemaakt dat de volkshuisvesting de hoogste prioriteit moet hebben, maar dan hebben wij het over welzijn met een totaal andere dimensie. Ook het specifieke welzijn waar wij nu over praten heeft een hoge prioriteit. Hoe hoog kunnen wij alleen bepalen als wij de wensen en behoeften van alle beleidsterreinen kennen. Mijnheer de voorzitter, met instemming hebben wij kennis genomen van uw ver haal over de democratisering. Wij willen voor alle duidelijkheid nog v/el even benadrukken dat een en ander dus betekent dat alle instellingen, die op so ciaal cultureel gebied actief zijn, hieraan per 1-1-81 moeten voldoen, dus ook die instellingen die ten onrechte menen het nog best zonder statuten enz. te kunnen doen. Uw opmerking aan het eind van deze paragraaf dat wijkcomitees en dergelijke gespreks- en overlegpartners voor de gemeente worden in allerlei beleidszaken, doet ons er aan herinneren dat wij al weer een hele tijd vergeten waren u te vragen hoe het nou staat met de participatie- of inspraak verordening, die ons al in december 79 is toegezegd. Daarmee mijnheer de voorzitter, ben ik aan het eind van mijn verhaal gekomen in eerste termijn. Op uw verzoek heb ik onze voorstellen nog eens op een aparte bijlage op een rijtje gezet, maar dat betekent uiteraard niet dat wij van u geen reactie op de opmerkingen die niet rechtstreeks in een voorstel zijn uitgemond zouden verwachten. Afhankelijk van uw antwoord ten aanzien van de financiering van het welzijns beleid zal ik in 2e instantie de raad via een motie om een uitspraak vragen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 98