-3-
het daar trouwens mee Wij zien of horen daar zo weinig van. Wij denken,
mijnheer de voorzitter, dat het een goede zaak zou zijn wanneer in de toekomst
bij dergelijke projecten een begeleidingsgroep in het leven geroepen wordt
(zoals C.R.M. dat ook steeds doet), die onder andere via tussentijdse rappor
tages de raad kan informeren over de voortgang van het desbetreffende project.
Aan het eind van uw verhaal over het jeugd- en jongerenwerk wijst u nog op
een aantal groepen die extra aandacht vragen: de werkloze jongeren, de bui
tenlandse jongeren en de jeugd van 6 tot en met 15 jaar. Wij willen daar nog
pan toegevoegd zien de jeugd met een afwijkend sociaal gedrag, een moeilijk
concreet aan te geven doelgroep, maar denkt u maar aan de jeugd die zich van
tijd tot tijd al te nadrukkelijk manifesteert (zoals vorig najaar in onze
nabuur-gemeente Zevenbergen) en die men in grote plaatsen bijvoorbeeld
probeert te bereiken via zogenaamde "streetcornworkers". Wij denken dat
de schaal van Oudenbosch een benadering van een dergelijk kaliber niet rechtvaar
digt, maar wellicht valt het te combineren met de eerdergenoemde beroeps
kracht voor het open jongerenwerk. In ieder geval willen wij deze doelgroep
graag toegevoegd zien aan de reeds door u genoemde groepen.
Mijnheer de voorzitter, in de werkgroepen ten aanzien van de problematiek
rondom de mensen-zonder-werk, de volwassenen-educatie en de kulturele zaken
kunnen wij ons vinden. Al zijn wij benieuwd hoe rekbaar uw begrip "binnen af
zienbare tijd" deze keer is, zijnde de termijn.waarop u de raad met een plan
ten aanzien van de mensen-zonder-werk wilt benaderen. Ook met uw conclusie dat
het bibliotheekwerk, het opbouwwerk en de kunstzinnige vorming een breder bereik
moeten krijgen zijn wij het eens. Op basis van de uitgangspunten en doel
stellingen had u trouwens geen andere conclusie kunnen trekken. Het stuit
ons dan echter wel tegen de borst in dit verband een opmerking te moeten horen
dat een breder bereik niet interessant is, zolang er nog wachtlijsten be
staan, zoals één van de insprekers liet weten. Wellicht verdient het aanbeveling
betrokkene een extra exemplaar van de uitgangspunten en doelstellingen te
sturen. Als je dat zo hoort is overigens wel de vraag interessant wat er nouw
moet gebeuren als de bestaande organisaties de voornemens van deze raad niet
willen uitvoeren Nog even terug naar dat breder bereik, mijnheer de voor
zitter. Er wordt wel eens gesteld dat dat duurder zou zijn voor de gemeente.
Dat is natuurlijk niet waar. Bijvoorbeeld algemene muzikale vorming, het samen
iets doen op het gebied van kunstzinnige vorming, is zeker niet duur, in
ieder geval niet zo duur als de individuele vorming, maar het is voor ons
nog maar de vraag in hoeverre en tot op welke hoogte dat een zaak van de gemeen
schap (en dus subsidiabel) moet zijn. Mijnheer de voorzitter, met u betreuren
wii het dat in de reactie op de concept-paragraaf ten aanzien van het opbouw
werk niet wordt ingegaan op de kern van de zaak. Toch bevat die reactie positieve
aanknopingspunten die samen met het door u gestelde volgens ons goede uitgangs
punten kunnen zijn voor de aangekondigde nadere discussie over de plaats en de
functie van het opbouwwerk. Wij vinden het een goede zaak dat daarbij ook de
democratisering aan de orde zal komen. Zo op het eerste gezicht voldoet de huidige
stichting weliswaar aan het zogenaamde democratiseringsbesluit, maar wij
denken dat er niettemin best andere en mogelijk ook betere constructies te
maken zijn. Zoals bijvoorbeeld één waarin in het huidige bestuur de rol van
dagelijks (dus uitvoerend) bestuur krijgt en de stichtingsraad het algemeen
bestuur wordt. In ieder geval moét duidelijk zijn dat terzake geen discrimi
nerende bepalingen mogen bestaan, in die zin dat sommige burgers wel en andere
niet in bestuur of stichtingsraad zitting mogen nemen. Oudenbosch kent wel
burgers, maar kent ze niet in soorten.
Ten aanzien van de bibliotheek mijnheer de voorzitter, wil ik terloops nog even
opmerken dat u het gebruik van woorden als "verantwoorde informatie" beter
kunt vermijden. Wellicht onbedoeld bevindt u zich daarmee op de rand van een
hellend vlak, want een volgende stap zou zijn dat een bepaald boek door me
meer dan 50 mensen gelezen zou mogen worden. V/elke informatie verantwoord is,
is een dermate subjectief gegeven dat u die keuze beter bij de mensen zelf kunt
laten. Mijnheer de voorzitter, in vergelijking met hoofdstuk k hebben wij met