-5-
en bestuurlijke zaken is niet doorgegaan en als je dan in de raadsvergadering
daarna een dergelijk toch wel vrij ingewikkelde materie krijgt dan kan ik niet an
ders concluderen dan dat een dergelijk voorstel best in die commissie had voorbereid
kunnen worden. Ten tweede het bezwaar wat de heer Van der Graaf daarnet heeft
aangeduid, dat deel ik. Kijk dat we daar onze verkeersvoorzieningen, de nota ver-
keersvoorzieningen er mede op hebben afgestemd, dat wij
Dat kan toch grote problemen geven.
Mevrouw KNIEP-KÖHNKE: Mijnheer de voorzitter, ik ga er ook mee akkoord met het
voorstel, alleen ik neem aan dat
De VOORZITTER: bedoelt het voorstel van de heer Van der Graaf
Mevrouw KNIEP-KÖHNKE: Ja, het voorstel van de heer Van der Graaf. Ik denk dat ge
holpen heeft onze brief die ter inzage lag, alleen spreken wij dan niet over een
zuidelijke rondweg. Wij spreken dan over een verbinding tussen de A58 en A17«
En hier staat de relatie S7 en A58. Ik had gedacht dat het de A17 en de A58 was.
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, het streekplan wat nu voor ons gelegd
is, dat is dacht ik in sommige opzichten een vrij vage aanduiding. We weten niet
of dat het beleidsmatig geen mogelijkheid heeft tot invloed. Maar, kijk als we
dan zien dat op dit moment het streekplan wel ingaat op bedrijfsterreinen in
Moerdijk, maar vorige keer heeft het streekplan de bedrijfsterreinen eigenlijk
links laten liggen. Nu is er dat toch gekomen. Als je ziet op andere plaatsen hoe
vaag dat men is bij het opnemen van de bestaande toestand en het project, denk
bijvoorbeeld aan het Mark-Vliet-kanaal, nou daar staan de wegen die daar al aan
gelegd worden nog niet eens op. Die zijn toch van vrij groot formaat. Dan denk
ik dat een tracering nog meer moet worden en ik geloof dat dat inderdaad
terecht is. Daar kan ik mee instemmen, wat er hier opstaat, dat men daar werk
van maakt en kijkt op welke wijze dat de verkeersproblemen opgelost moeten worden,
want iedere gemeente heeft blijkbaar zijn verkeersproblemen en kiest dan voor zijn
eigen oplossing en goed wij zitten dan voor Oudenbosch en wij zullen dan wel
zeggen wat voor oplossing wij willen. Als iedereen dat doet dan geloof ik dat het
hele land volgelegd wordt met wegen. Het is al meer betoogd dat je daarmee een
tuin krijgt van problemen. Met de aanduiding zoals die hier genoemd is, daar
kan ik best mee instemmen.
De heer VAN HOEK: Voorzitter, u weet dat ik ook voor een zuidelijke rondweg ben
en als we op de een of andere manier iets kunnen doen voor een snelle realisatie
van de rondweg dan ben ik daar voor. Ik zal dit voorstel dus ook ondersteunen.
De VOORZITTER: Ja, ik denk datOh, mag ik eerst iets zeggen aan het adres
van de heer Rennings over zijn opmerking over de commissie algemene en bestuur
lijke zaken. Het is niet de eerste keer dat wij met elkaar over deze zaak praten.
We hebben over de Nota Ruimtelijke Hoofdstructuur uitgebreid gediscussieerd.
We hebben daar heel puntig in het voorstel van de heer Van der Graaf en de heer
Van Eijkeren uiteindelijk als ons besluit vastgelegd en dat ter kennis gebracht
van gedeputeerde staten en ik denk - hoewel dat zeker niet het enige is als
je de toelichting bekijkt - dat juist de bondigheid van dat besluit, dat was
ook wat de heer Van der Graaf destijds naar voren heeft gebracht, grote verhalen
daar loop je de kans mee dat ze niet gelezen worden. Een kort besluit, een bondig
besluit heeft de kans om inderdaad opgevolgd te worden. Dat heeft het effect gehad
dat er het een en ander veranderd is. Ik denk in het licht van dat besluit in een
positieve richting. We hebben er toen overigens heel uitgebreid over gesproken.
Ook bij de voorbereiding er uitgebreid aandacht aan besteed. Wij dachten dat
als je dan nu met dezelfde materie wordt geconfronteerd, dan moet je vergelijken
in hoeverre datgene wat je toen als wensen bij het eerdere stuk hebt gemaakt, wel
of niet is ingelost en aan de hand daarvan moet je bepalen of het nodig en ver
standig is om nogmaals te reageren. Nou dat is een betrekkelijk eenvoudig werk.
We hebben gedacht dat daarvoor een nadere voorbereiding in de commissie algemene
en bestuurlijke zaken niet nodig zou zijn. Met betrekking tot het punt van de
heer Van der Graaf of eigenlijk het punt van iedereen met uitzondering van de heer
Wijnen. Ik denk dat waar wij regelmatig bezig zijn met bestemmingsplannen het
moeilijk is om ons in te denken in de positie van het maken van een streekplan.
Als je kijkt naar de uitgangspunten voor het streekplan op bladzijde 6, dan is
het enige uitgangspunt wat ze daar met betrekking tot het wegverkeer innemen