-6- motiveren dan kan ik me toch heel goed aansluiten bij wat de heren Rennings en Van Hoof gezegd hebben, dat we moeten proberen gewoon via het overleg als nog erop aan te dringen dat kosten die onvoorzien zijn en die ook aantoonbaar zijn dat die daarin meegenomen moeten worden. Die moeten we toch niet uitsluitend naar de categorie woningen verstallen. De VOORZITTER: Om de bedragen te noemen waarover we praten is het misschien toch goed om dat eens heel eventjes nog voor u te herhalen. Niet aanvaard zijn ■■onvoorziene uitgaven tot een bedrag van - dan rond ik het maar af hè, naar be neden in dit geval - 1,2 miljoen, toeslagkosten tot 280.000,en rente verlies tot 230.000,en daarnaast wordt dus een stuk verlies geleden door dat de geraamde capaciteit in eenheden 1625 is, volgens de vaststelling nu van het departement en volgens onze opzet 1^+15 was. Nou die gegevens komen dan direkt weer terug. De heer Van der Graaf die zegt Hij vindt dat we de zaak kunnen laten zoals die is, omdat op de eerste plaats de huurkosten anders verhoogd worden als die grondprijs hoger is en dat is zeker. Overigens als die post on voorzien en dat is het grootste bedrag daarvan, als die terecht in de exploitatie- opzet is meegenomen, dan komt die straks bij de realisering van het plan in vol gende fasen er als kostenpost uit en dan zal bij de vaststelling van volgende huren dat stuk toch meegenomen worden. Dat is ook de reden waarom wij voor het schrappen van die post onvoorzien in het preadvies begrip hebben opgebracht. Omdat het nu alleen maar een toeslagpost is om voor 100$ safe te spelen, terwijl het departement zegt achteraf stellen we de kostenfactoren vast en op grond daar van vindt dan per fase een stuk grondprijswaardering plaats. Dus onvoorziene kosten die kunnen we te zijner tijd altijd nog wel meenemen. Ook de andere factoren hebben natuurlijk als ze erkend zouden worden het effect dat ze tot een hogere huurprijs leiden. Misschien dat daarbij, want dan wordt het toch een stukje afwenteling, te overwegen is dat voor diegene voor wie" die hogere huur te zwaar is er in ieder geval mogelijkheden zijn om daarin een stuk subsidiëring te krijgen, waarmee dan de kosten van de woningwetbouw, van de sociale woningbouw, toch in ieder geval wat duidelijker naar de sfeer van het rijk geschoven worden. Met betrekking tot de differentiatiefactoren. Ik heb ze niet vergeleken, maar ik neem aan dat inderdaad wat de heer Van der Graaf zegt juist is en dat die in sterke mate overeen komen. De differentiatiefactoren zoals wij ze gehanteerd hebben in het bestemmingsplan zijn die van de stedebouwkundige. Hij heeft gezegd zo waardeer ik als alles gerealiseerd is de ligging van al die onderdelen van het plan en het is daarop dat wij gezegd hebben dat we zo ook zouden gaan zitten en waarop we onze exploitatieopzet gewaardeerd hebben. Het niet erkennen van die differentiatiefactoren zoals wij ze gehanteerd hebben, heeft overigens al een naar effect, naar ik vrees, want bij de verkoop van woningwetkavels is bepaald dat in ons besluit de minister de uiteindelijke kavelprijs vaststelt. Wij hebben voor de premiehuurwoningen een kavelprijs vastgesteld op grond van de exploi tatie-opzet. Die exploitatie-opzet en het verkoopcontract van die kavels aan het Schilderspensioenfonds zijn door G.S. goedgekeurd op grond van de oude dif ferentiatiefactoren, dus daar zullen wij voor een aantal woningen een stuk ver lies leiden. Ja, dan dat verlies van die 1,2 miljoen. Ik denk dat die 1,2 miljoen dus uiteindelijk als ze ooit echte kosten worden er toch wel uit komen. Pro portioneel verdeeld naar de geaccepteerde liggingsfactoren over alle categorieën in het plan. Zijn het geen kosten dan drukken ze ook niet op de kavels en niet op de mensen die er wonen. Met betrekking tot de opmerking van de heer Rennings. Ik geloof niet dat hij helemaal recht doet aan de opstelling van het departement. Er is een gesprek geweest met een aantal ambtelijke medewerkers onzerzijds. Dus op de provinciale directie en daarin hebben de motieven best wel de ge legenheid gekregen om de revue te passeren en dan blijkt, nee dan lijkt - zo moet ik het eigenlijk zeggen - het, dat er een hard percentage van 15$ is wat het departement wil hanteren voor toeslagkosten. Vanuit de commissie ruimtelijke ordening van de V.N.G. weet ik dat dat niet zo hard is als het wel lijkt. Alle provinciale directies blijken zich op dat standpunt te stellen en er zijn massa's voorbeelden, waarbij een hoger percentage geaccepteerd is en het percentage toe slagkosten wat wij hebben van 17»was best binnen de normen die kennelijk her en der na overleg wel bereikt zijn. Dat betekent dan geen groot bedrag, dat be-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 6