-27- plaatsgevonden van het bedrag per leerling. Ten aanzien van het overnemen van het groot onderhoud waarbij dan gedacht wordt aan schilderwerken in verband met het punt wat gerezen is in de commissie openbare werken. Ik denk dat je dat bij het onderwijsorganisaties moet laten. Wij hebben er geen behoefte aan om het gemeentelijk apparaat alsmaar groter te maken en allerlei dingen naar ons toe te halen en zeggen van nou dat moet ook allemaal over ons lopen. Ik denk dat die mensen zelf verantwoordelijkheid hebben en die moet je ook laten waar dat thuishoort en over enkele jaren dan zal dit geval ongetwijfeld niet meer spelen denk ik, want dan zitten we toch met een openbare school die een vol waardig karakter heeft en dan zijn we automatisch dacht ik van het vaststellen van het bedrag per leerling verlost, omdat dat dan samengaat met het openbaar onderwijs. De VOORZITTER: Mijnheer Van der Graaf die houdt een pleidooi en komt tot de conclusie 2,7% is eigenlijk een reële middenweg. Nou die conclusie was aanvanke lijk ook de conclusie van B. en W. hebt u in het dossier kunnen zien, maar daar hadden de schoolbesturen een hele gevatte wedervraag bij. Die zeiden van nou dat zouden we wel kunnen, maar mogen wij dan een beroep doen op de gemeente om alle isolerende maatregelen te treffen met behulp van artikel 72 van de Lager- onderwijswet, want dan zijn we in staat om inderdaad besparingen te realiseren op een belangrijk stuk van onze exploitatie, namelijk op de energiekosten. Zo'n vraag in zeg maar het voorlaatste jaar voordat het bedrag afgeleid zal zijn van het functioneren van de openbare school, dat is voor ons natuurlijk een vraag waar je niet zo gemakkelijk ja op zegt, omdat in de komende jaren het bedrag per leerling toch op een andere wijze vastgesteld gaat worden. Dat hebben we dan ook niet gedaan en we hebben begrip getoond voor die situatie en we hebben gezegd dan niet de 10die ze vroegen maar het midden daarvan, tussen 0 en 10: 5%- Ik weet niet of het helemaal fair is om te zeggen: er zijn middelen toegevoegd aan de reserves en dat kan wel wat minder zijn. Ik denk dat hier niet kunt tornen als je gehouden bent om én de gebouwen én de leermiddelen te onderhouden en waar nodig te vervangen en het gewoon onderhoud te voorzien dat je dan niet kunt zeggen laten we die reserves maar laten voor wat ze zijn, komt tijd komt raad als we daar aan toe zijn. Dan krijg je gekunselde situaties, dan moeten er bijzondere omstandigheden bijgepraat worden hoewel er sprake is van een ver plichting van het schoolbestuur. Ik denk dat je die reserves in stand moet laten en ik denk dat je ervoor moet zorgen dat de mogelijkheden om die rentes op niveau te laten en dat wil zeggen de rentes bij te schrijven om de reserves en dan zeggen de rentes bij te schrijven, dat dat niet in discussie kan komen. De heer Van der Graaf zegt het bedrag voor 1980 is in feite als je uitgaat van de situatie '79 toch wel aan de hoge kant. Nou die overtuiging delen wij in ieder geval niet. Er zalrzonder twijfel in het jaar 1980 door de schoolbesturen beknibbeld moeten zijn. Ik sluit niet uit dat dat best kon, omdat de middelen waarover we tevoren beschikten om het bedrag per leerling vast te stellen niet was geënt op een exploitatierekening, maar op de adviezen van de inspecteur die we in de laatste jaren niet meer voor 100$ hebben gevolgd. Dus het kan best zijn dat de mogelijkheid tot het inkrimpen best aanwezig was, maar met de 2% stijging van vorig jaar is dat ook zeker nodig geweest en het is daarbij te hopen dat het niet gegaan is ten koste van de reserves, dat het aan de andere ook niet gegaan is ten koste van de kwaliteit van het onderwijs, maar dat dat is gebeurd door allerlei maatregelen die besparingen hebben gerechtvaardigd en de rest toch geen geweld hebben aangedaan. Als je van het We hadden een aantal mogelijkheden om tot het bedrag te komen. Eigenlijk lag in de lijn van de afspraken die we hadden om het bedrag van 1979 aan te nemen, want we hebben in de loop van een aantal jaren gestreefd naar het krijgen van inzicht in de werkelijke kosten en we hebben ons toen voorgenomen dat we op basis van die kosten zouden verderwerken. Nou u hebt gezien dat een bijgesteld bedrag van 1979 waarbij we dan wel overigens een aanname hebben moeten doen met betrekking tot de reservering voor groot onderhoud conform het normbedrag wat de inspecteur erop nahoudt, maar dat we dan zouden komen tot een bedrag voor 1981 waarvan we gezegd hebben dan spreekt daaruit niet meer de verplichting om met elkaar te

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 45