-2- 1^. Schrijven van de Eaad van State, afdeling voor de geschillen van bestuur d.d. 29-12-1980, inzake beroep met betrekking tot artikel 50 der Kleuter onderwijswet. 15. Overzicht "Onvoorziene uitgaven, saldi-reserve, kapitaallasten van nieuwe onrendabele investeringen, eenmalige middelen en fiscaal egalisatiefonds" tot en met de raadsvergadering van 15 januari 1981. De heer VAN DEE GEAAF: Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van punt 5, waarin conform de afspraak die wij gemaakt hebben, de raad wondt in kennisgesteld van het aanstellen van ambtenaren, doet mij iets vreemd aan in het besluit wat ik heb gezien, namelijk dat de betreffende ambtenaar direct wordt aangetrokken in vaste dienst van de gemeente. En nog afgezien van het feit dat het denk ik zeer ongebruikelijk is, denk ik ook dat er redenen zijn om te zeggen waarom dat ongebruikelijk is, maar in dit geval wil ik u liever vragen waarom het nu niet gedaan is door het college. De VOOEZITTEE: Wij hebben naar aanleiding van de advertentie een selectiepro cedure gehad, waarbij unaniem de voorkeur uitging naar de betreffende kandidaat. Die kandidaat had een functie - een soortgelijke functie - bij een samenwerkings verband van een drietal gemeenten in Utrecht en had daar een vaste aanstelling. Hij was wel bereid om de functie te aanvaarden, maar uitsluitend als hij die zelfde vaste aanstelling ook hier zou krijgen. En we zijn van mening geweest dat we daaraan dan moesten voldoen omdat het de enige mogelijkheid was om een geschikte kandidaat te vinden. De heer VAN DEE GEAAF: Dit is het eerste besluit wat we in deze geest onder ogen krijgen. Mag ik dan nog de vraag eraan toevoegen of dit een regel is of dat dat een uitzondering is De VOOEZITTEE: Ik denk dat je niet kunt zeggen dat het een uitzondering is. Het gebeurt toch nog al eens dat mensen die vanuit een vaste verbintenis met alle bescherming vandien overkomen, dat die ook vragen om die vaste aanstelling on middellijk. Als het niet nodig is dan doen we het niet. Besloten wordt: a. de stukken, vermeld onder 1 tot en met 12 en 15, voor kennisgeving aan te nemen; b. het stuk, vermeld onder 13, ter voorbereiding van de besluitvorming in han den te stellen van het college van burgemeester en wethouders; c. de raad te doen vertegenwoordigen conform de ter inzage liggende ontwerp- machtiging. De heer VAN DEE GEAAF: Mijnheer de voorzitter, ik had graag het woord; over de orde. Ik denk dat nu het juiste tijdstip is. Ik zou ex artikel 17 van het reglement van orde, de raad om toestemming willen vragen voor het - zoals dat dan in het reglement heet - stellen van vragen vreemd aan de orde van de dag en het gaat in dit geval over de kwestie apotheek. Ik denk dat ik het daarmee vol doende heb toegelicht. De VOOEZITTEE: Ja, het is een vraag aan de raad. Heeft u er geen bezwaren tegen als de heer Van der Graaf die vragen stelt De heer WIJNEN: Voorzitter, wij hebben ook kennis genomen van de gang van zaken bij de aanvraag ex artikel 17 van de Wet op de Euimtelijke Ordening om de ver gunningprocedure in werking te stellen voor het verlenen van de vergunning voor de bouw van die nood-apotheek op de Brink en aan onze kant hebben wij ook opge merkt dat er een bezwaarschrift in de krant gekomen is en dat de bezwaarschriften procedure in werking is gesteld. Ik dacht dat het nou voorbarig was nu de bezwaarschriftenprocedure al ongeveer afgelopen is om nu in deze raad te gaan praten over de gang van zaken met betrekking tot de vestiging van de apo theek. Temeer ook omdat er door B. en W. uiteraard ook kennis gegeven moet zijn aan G.S. terzake van de vestiging van de apotheek en aan de inspecteur ruimtelijke ordening en wij denken dat het in dit stadium wat aan de vroege kant is en dat wij toch afwachten hoe die bezwaar-procedure verloopt en een andere suggestie onzerzijds is toch wel om de vestiging van de apotheek en de invulling van het medisch centrum te zijner tijd te agenderen in de commissie voor al gemene en bestuurlijke zaken.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 2