-k- - of ze nou van het rijk of van de gemeente zijn - dat die vermenging wat ondoor zichtig wordt. Ik denk dat dat heel nadrukkelijk gezien moet blijven worden, want als het in het ene geval niet kan - en ik denk terecht niet kan - dat het in andere gevallen ook niet kan. De VOORZITTER: Misschien dat ik met de verzamelaanduiding C.R.M. onvoldoende duidelijk ben. Monumentenzorg uit C.R.M.dus duidelijk de tak die gericht is op de restauratie. Overigens zal het gevaar niet erg groot zijn dat er veel ver menging op zal treden, want de conclusie dat het dak van de basiliek vernieuwd moest worden dat zal voor de stichting de verplichting met zich brengen om te zorgen dat alles op haren en snaren wordt gezet om overal vandaan middelen te krijgen om het gat van 10# te dichten, want dan zal er eerder een tekort dan een overschot zijn om wat dan ook buiten de directe doelstelling van de restauratie mee te nemen. De heer VAN DER GRAAE: Ja, ten aanzien van stuk 12 23 bedoel ik, heb ik een hele simpele vraag. Twijfelt u aan het antwoord wat gegeven zal worden. Ik dacht dat toch volstrekt zeker was dat er geen subsidiegelden overgeheveld worden van de stichting buitenlanders naar het maatschappelijk centrum. De VOORZITTER: Of C.R.M. hebben we gezegd hè? De heer VAN DER GRAAE: Ja, maar ik denk dat je daar ook zeker De VOORZITTER: Ja, dat denk ik ook wel, maar we hebben om in ieder geval ook heel - want dezer dagen hebben we weer gezien dat men denkt dat de integratie en de huisvestingsproblemen van buitenlanders alleen spelen in de randstad en in enkele grote steden daarbuiten -. Ik denk dat het goed is dat men toch én op die co- ordinerende afdeling bij binnenlandse zaken én bij C.R.M. er kennis van krijgt en houdt dat relatief ook een groot aantal buitenlanders bijvoorbeeld in onze ge meente verblijft en ik denk dat het daarom ook geen kwaad kan om het onder de aandacht van C.R.M. te houden. De heer VAN DER GRAAE: Dan nog ten aanzien van 2k, mijnheer de voorzitter, slechts een hele kleine opmerking.In de stukken die daarover geschreven zijn door de kunstenaarsorganisatie zelf is volstrekt duidelijk, dat er één zaak is die zij heel erg helder overeind willen zien staan, namelijk dat de B.K.R.-regeling geen sociale regeling is. Geen bijstand en daaruit vloeit mijn vraag voort: Is het dan juist dat afdeling 5 - ik dacht dat dat sociale zaken was, of heb ik de afdeling verkeerd - hierover adviseert. Ik denk dat het onjuist is; dat het algemene zaken zou moeten zijn. De VOORZITTER: Ja, het is natuurlijk een gegroeide situatie hè. De heer VAN DER GRAAF: Nou, maar ik hou niet van groei die Dat moet op een gegeven moment in de gaten gehouden worden. De VOORZITTER: Mag ik u het antwoord schuldig blijven, maar u toezeggen dat uw vraag wordt ingebracht bij O.D.R.P. De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van punt 25, daar wordt gesteld dat het college zal proberen om verruiming te geven aan de vergun ning die daar voor nodig is om het cafébedrijf ook op andere tijden uit te oefenen dan tijdens het wielerseizoen. Ja, mijnheer de voorzitter, ik heb daar toch beden kingen tegen. Ik denk dat we op deze manier een cafébedrijf erbij gaan krijgen wat we toch eigenlijk persé niet wilden. Weliswaar heeft het college van B. en W. meegewerkt aan een tijdelijke ontheffing, maar dan voor het wielerseizoen en De VOORZITTER: Nee, de staatssecretaris heeft dat gedaan. De heer VAN HOOF: Nou, de staatssecretaris dan, ja uiteraard. Ik ben er geen voor stander van dat het college van B. en W. gaat proberen om daar een continu-café gecreëerd te krijgen. Ik vraag me trouwens af waarom dat het persé noodzakelijk is dat een wijkvereniging een accommodatie huurt en met zo'n volledige vergunning. Ik dacht dat het op de eerste plaats zou gaan om een geschikt onderdak voor be paalde activiteiten. Maar waarom doet daar een vergunning terzake Ik zou daar toch wel een antwoord van het college op willen hebben. De VOORZITTER: Allereerst wil ik toch verwijzen naar een uitspraak van deze raad, die gevraagd heeft: B. en W. kijk eens of er geen mogelijkheden zijn. Er is op twee sporen gedacht. Op de eerste plaats de mogelijkheid van de uitbreiding van de vergunning en in de tweede plaats de mogelijkheid van het in de plaats van de huidige vergunning stellen van een vergunninghouder die wel over alle papieren be schikte. Nou op dat spoor zijn we verder gegaan en de heer De Groen heeft zich tot

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 22