-ko- noodzaak om in de huidige financiële opzet van bestemmingsplannen vrije sector woningen mee te nemen dat wij u moeten blijven adviseren, maar ik kijk eens even naar de wethouders om vrije sector-bouw waar we dat kunnen toch in ieder geval te realiseren omdat anders de financiële haalbaarheid van de plannen on mogelijk is. Met betrekking tot die becijfering wil ik overigens wel toezeggen dat ik in B. en W. zal bespreken of wij in staat zijn dat op korte termijn op tafel te brengen èn dat wil ik bespreekbaar maken, als dat lukt, in de commissie algemene en bestuurlijke zaken. Dat zeg ik u graag toe. Mag ik concluderen dat u, met de stemmen van de Partij van de Arbeid tegen, zich kunt verenigen met dit voorstel Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aantekening dat de leden Van der Graaf en Den Braber tegen dit voorstel zijn. De heer VAN DER GRAAF: Mag ik nog een vraagje stellen voorzitter? Nadat dat be sluit genomen is. Die nota van de provincie wilt u die ter inzage leggen als die, ik weet niet of hij erg dik is. De VOORZITTER: Nou, we hebben drie exemplaren, dus we leggen één exemplaar De heer VAN DER GRAAF: Dan kunnen we hem even bestuderen. De VOORZITTER: Ja, een exemplaar leggen we in de leesmap voor de raad. 17. Rondvraag. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter,met genoegen heb ik de gids voor Oudenbosch ontvangen. Ik heb wel gemerkt dat niet iedereen de gids ontvangen heeft in Oudenbosch. Ik zou graag willen vragen voor de tweede keer als we een gids verspreiden waarom dat hij dan. niet gelijktijdig overal verspreid wordt. Het buitengebied is namelijk niet voorzien van gemeentegidsen. De VOORZITTER: Ik weet het niet, maar ik zal het laten nagaan. De heer WIJNEN: Maar het is toch wel merkwaardig dat het voor de tweede keer gebeurd. De VOORZITTER: Ja, ik moet u zeggen, ik denk niet dat het erg zinvol is om daar met elkaar over van gedachten te wisselen, want ik weet niet of het waar is en ik weet niet hoe het gebeurd is en ik weet niet wat voor afspraken er zijn, maar er zal in ieder geval iets moeten gebeuren. Het wordt onderzocht. De heer VAN HOEK: Mijnheer de voorzitter, onlangs heeft er weer een stuk in de krant gestaan en dat gaat met name over het bevuilen door honden van speelweiden en kinderspeelplaatsen en er zou onder andere verwezen worden naar artikel 119 van de Algemene Politieverordening. Ik denk dat het misschien eens raadzaam zou zijn om de betreffende artikelen 119 en ook die van loslopende honden, dat is artikel 29 van de Algemene Politieverordening, dat we die misschien op een bijsluiter kunnen zetten en bij de aanslagen hondenbelasting of iets dergelijks onder de neus bij de mensen kunnen wrijven dat ze daar direkt mee geconfronteerd worden. Ik weet niet of het helpt. De VOORZITTER: U zegt het heel plastisch. Ik wil in ieder geval de suggestie graag meenemen. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, twee vragen. Al geruime tijd wordt er plannen ontwikkeld om iets met, om activiteiten voor werklozen te organiseren. Laatstelijk is dat in het welzijnsplan meegenomen. Er is ook gesproken dat er een initiatief op dit moment aan de gang is bij het maatschappelijk centrum als ik het wel heb. Kunt u mij zeggen of dat nog steeds in deze richting gaat en de tweede vraag is: Is bij de gedachte over activiteiten voor werklozen die tot nu toe altijd een educatief karakter hadden, wordt daar ook gedacht aan suggesties van vrijwilligers werk Dat hoeft zich niet te beperken tot werklozen, dat wil ik met nadruk stellen. Mocht het niet zo zijn, zou het college dan het initiatief willen nemen om in het overleg met het maatschappelijk centrum de suggestie van het stichten van een vrijwilligerscentrale te bezien. Mocht daar belangstelling voor zijn dan kan ik op redelijk korte termijn een ontwerp-regeling voor zo'n vrijwilligerscentrale met een nota er over, over toetsing van arbeid etc. daarvoor aanbieden. De heer BROUWERS: Nou de suggestie mag de heer Rennings wat mij betreft gerust uitvoeren. We hebben overigens, is vorige week de werkgroep die ik had gevraagd om tot een plan, een werkopzet te komen voor het sociaal-cultureel werk voor werk-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 220