-36-
indruk van de inspecteur die overigens de zaak wel op het departement ook ge
toetst heeft, waarschijnlijk toch voldoende concreet om te zeggen ja mag
naar die werkbare situatie streven en dan is het enige dus wat de raad doet
om binnen het kader van jurisprudentie rond de omschrijving van het begrip
buitengewoon vast te stellen of er inderdaad sprake is van buitengewoon on
derhoud. Ik dacht dat dat mocht.
De heer VAN HOEK: Ik denk niet dat het mijn goedkeuring heeft. Ik wil er tegen
blijven, want ik neem aan dat artikel 75 van de Lager-onderwijswet dat dat
toch wel zeer duidelijk is dat het gewoon een zaak van de gemeenteraad is.
De VOORZITTER: Nou misschien dat het woord delegatie niet juist is, dat het
meer een opdracht is om in naam van de raad uit te voeren zus en zo.
De heer VAN HOEK: Nou dat kan gewoon niet volgens artikel 75 van de Lager-
onderwi jswet En dat wordt ook niet anderszins uitgesproken.
De VOORZITTER: Ik verwijs u naar de parallel met de gemeentegarantie. Het
college heeft de indruk, daarbij gesteund door de inspecteur, dat wij in
geen enkel opzicht zondigen tegen de wet als we het besluit nemen, maar ik
wil er graag aantekening van maken dat u wilt worden geacht tegen te zijn.
De heer VAN HOEK: Ik denk dus wel dat u tegen de wet zondigt.
De heer VAN HOOE: Ik wilde ook nog opmerken, nemen wij in dit preadvies mee
de suggestie van de inspecteur om het met een proeftijd van 1 of 2 jaar te
doen of zegt u van nee, we doen dit gewoon voor de tijd dat wij vinden dat
De VOORZITTER: Nou, wij hebben eigenlijk voorgesteld om het ook voor het vol
gende jaar te doen en dan komt het vanzelf toch wel weer aan de orde bij het
beoordelen van de begroting voor 1983* Lus in feite ook voor 2 jaren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aan
tekening dat de heer Van Hoek tegen dit voorstel is.
16. Voorstel tot verkoop van een kavel bouwgrond in het bestemmingsplan
"Albano" aan Bouwbedrijf Gebr. van Agtmaal b.v.
De heer VAN DER GRAAF: Voorzitter, dat vind ik een uitermate moeilijk vraagstuk.
Ik moet u ook zeggen dat wij er niet helemaal uit zijn. Wat gaan we doen in een situatie
waarin het. vrijwel zeker zal zijn dat er voorlopig geen grond verkocht
wordt ergens midden.in de kale vlakte een kavel uitpikken en die ene kavel
verkopen. Ik denk dat dat geen goede zaak is. Enerzijds in de richting van
de koper die dit wellicht wel, wellicht niet weet, althans misschien niet
kan bevroeden dat het best zou kunnen zijn dat hij nog erg lang in een rimboe
woont in plaats van in een keurig aangelegde straat met alles er omheen en
eraan. Anderzijds vrees ik ervoor dat wij en ik haal daarbij aan de gewijzigde
ideeën bij de provincie omtrent de invulling van de bestemmingsplannen met name
met het oog op het inzakken van de koopbouwmarkt. Ik denk dat wij daarmee
eigenlijk met deze verkoop afsnijden, althans moeilijker maken om tot zeg maar
een herverkaveling te komen en toch zie ik dat er van komen. Ik denk dat
wij toch een keer dat bij ons een keer dat lichtje gaat branden, bij een meer
derheid van de raad dus, dat we zullen zeggen zo kan het niet langer. Wij
kunnen niet in fase B miljoenen gaan investeren, terwijl fase A tot in lengte
van jaren naar de prognoses van dit moment niet volgebouwd zal worden en met
het oog daarop vind ik het dus uitermate moeilijk. Ik had liever gezien dat
die kavel een beetje aan de rand van het gebied zou liggen. Dan is dat probleem
toch wat minder. Vooralsnog vinden we het ontzettend moeilijk om hier ja tegen
te zeggen om genoemde redenen. Aan de andere kant een basis daarvoor hebben we
eigenlijk niet. Het bestemmingsplan is zoals het is en een basis om dat dan
te zeggen is er dan eigenlijk niet, maar wellicht horen we nog iets waardoor we
wat gemakkelijker tot besluitvorming gebracht worden.
De heer WIJNEN: Voorzitter, er is hier sprake geweest van vier woningen en
nu is het zo dat Van Agtmaal die heeft daar een brochure voor gemaakt heb
ik gezien en hoe zit het nou met die drie andere kaveltjes. Heeft hij daar nou
impliciet een soort optie-recht op verworven, want hij heeft toentertijd het
koopcontract niet ingestuurd. Nu koopt hij dus een van die percelen, maar hoe
zit het nou nu dat min of meer in zijn gedachte voorkomende het geval van die
drie overige woningen waar hij ook prijzen en dat soort dingen voor heeft be-