-2k- dan enkele honderden meters van 't Vierkantje, dat doe ik "blijmoedig overigens, want ik loop graag. Als ik in Roosendaal kijk op de Grote Markt, je moet maar eens proberen om daar je auto kwijt te raken als het echt winkeltijd is. Daar is geen sprake van. In Etten-Leur, het winkelcentrum, daar is het exact het zelfde. Ook daar ga je tussen de 50 en 150 meter afstand van dat winkelcentrum en je mag er niet zoals de heer Van Hoof wilt binnenrijden met je auto. Zeker niet de winkel inrijden. Trouwens als we dat met zijn allen gaan doen dan komen we er niet met dat miljoen, dan hebben we een paar miljoen nodig om de schade te herstellen, maar feit is in ieder geval dat het natuurlijk flauwekul is om te doen alsof je in andere gemeenten in een winkelcentrum wat is zoals wij hier beogen, dat je daar met je auto binnen kan rijden, want dat kan daar ook niet. De heer VAN HOOE: Dan moet je eens kijken in Etten-Leur. Daar zit je 10 meter van de ingang af van het parkeerterrein en de ingang van het winkelcentrum. De heer VAN DER GRAAF: Hier ook. Hier zit je er ook 10 meter vandaan, maar ik wil net aan de andere kant wezen en dat is 150 meter verder. Dus wat dat betreft kan mij dit in ieder geval niet erg aantrekkelijk voorkomen om te zeggen van laat die auto's toe. Het heeft naar mijn mening in ieder geval niet ten gevolge dat mensen naar een andere gemeente zullen gaan omdat ze daar dezelfde effecten zullen hebben als hier, namelijk ook hun auto niet kwijt kunnen. Ik denk dat het ook echt niet waar is dat je de consument dit in de schoenen moet schuiven. Ik denk dat consumenten hier graag in de driepoot bij ons komt kopen als aan twee zaken voldaan wordt, dat men gezellig kan winkelen voor zover men niet in de winkel is en dat er in die winkel goed wordt bediend, in de zin van dat men vriendelijk is en dat er een sortering is en noem maar op. Daar kijken mensen naar, maar niet naar 10 meter lopen, want dat is echt niet iets waar mensen zich door laten verleiden. Bij de Kade heeft wethouder Du Pont gezegd van ja,daar moeten we dan later maar eens een keer over praten, maar ik zit er wel mee dat hier gesuggereerd wordt dat dat plein, dat die Kade en dat staat er ook heel duidelijk dat er meerdere parkeerplaatsen moeten komen en ik moet gewoon zeggen dat als we dat aan het doen zijn, daar meer parkeer plaatsen creëren, dat we dan ons andere plan in ieder geval waarschijnlijk niet onmogelijk maken maar wel minder aantrekkelijk, namelijk dat plan rondom die haven. De parkeergelegenheid gelijktijdig ontwikkelen met dit plan dat heeft de wethouder toegezegd, waarvan akte. Kloppen doet het natuurlijk niet helemaal al heeft de wethouder het goed bedoeld neem ik aan, want we gaan nu dit stuk, althans dat is het verlangen, aanvaarden al of niet geamendeerd, terwijl dat parkeerplan er nog niet is. Met andere woorden: Het kan al niet meer. We zijn al te laat. Er is al een tweede fase. We kunnen niet meer dat parkeren als een geïntegreerd onderdeel zien van dat totaal, van hoe gaan we die winkel-driepoot hier nou eens een keer inrichten op een zodanige manier dat aan alle verlangens wordt voldaan en dat ook aan zoveel mogelijk de moge lijkheden worden gebruikt die er zijn. Dus het is een plezierig iets dat de wethouder die kant uit wil, maar dat had hij veel eerder moeten willen, want we zijn daar nu echt ten aanzien van het aannemen van dit plan te vroeg mee of te laat mee. Een correctie bij wat de heer Du Pont heeft gezegd. Ik heb na drukkelijk gesproken van ik wil het verkeer weren uit die driepoot. Dat be tekent ook fietsers. Een fietser is namelijk heel dikwijls veel gevaarlijker. De heer DU PONT: Ik dacht dat u over gemotoriseerd verkeer sprak. De heer VAN DER GRAAF: Dat heb ik ook niet gezegd. Ik heb nadrukkelijk gezegd verkeer, want een fietser is soms veel gevaarlijkervooral dat jeugdige gespuis, veel gevaarlijker voor winkelende mensen, dan iemand met een auto. Niet alle jeugdige mensen is gespuis hoor, maar op een fiets soms wel. De consumenten belangen die zijn een aantal malen aan de orde geweest en in samenhang ook tot wat de heer Van Hoof heeft gezegd over dat hij vindt dat de ondernemers belangen in feite daar aardig mee parallel lopen. Ik ben dat met hem eens, alleen je kunt in sommige gevallen daar net een nuanceverschil in aanbrengen door niet vanuit de ondernemer te redeneren, maar vanuit de consument en dan blijken we toch tot elkaar te komen natuurlijk, want als de consument graag komt winkelen, dan is de ondernemer gebaat. We blijven dus wel bij elkaar, alleen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 204