-8-
koper, dat we bij u terug moeten komen, dus dan zal er wel een nieuw besluit
moeten komen. Ik verwacht wel dat dat het geval is. Dus dan komen we wel vanzelf
in de raad terug. De twee vragen van de heer Rennings liggen denk ik op het
terrein van de heer Du Pont.
De heer DU PONT: Ja, de heer Rennings vraagt van beide vrij oude kredieten. Het
zijn alletwee kredieten die dus indertijd aangevraagd zijn als voorbereidings
krediet in verband met het voorbereiden van D.A.C.W.-werken waarvan de aan
vragen dus en de werkzaamheden die daarvoor golden gebeurd zijn, daarvoor zijn
ook de uitgaven gedaan. De uitvoering daarvan, van de Nattestraat met name,
is in gedeelten gebeurd. Het restant van het krediet is dus voor het gedeelte wat
nog uitgevoerd moet worden, wat we dus nog steeds hebben liggen als aanvraag in
D.A.C.W.-verband. Dat geldt ook voor de zwaaikom. Zodra dus die werken vrijge
geven worden als we ze zelf als eigen werk uit gaan voeren, dan komen die
restant-kredieten beschikbaar om de voorbereiding af te maken. Vandaar de lange
duur.
De heer RENNINGS: Ja, als de heer Den Braber Ik vind toch dat we ten aanzien
van de Varkensmarkt wat meer moeten weten. Ik denk dat het allemaal erg vaag is
en als we dan in een van de volgende voorstellen stappen gaan ondernemen om
het centrumerf in te richten dan denk ik dat daar langzamerhand ook meer duide
lijkheid in moet"komen of inderdaad dat nog verder gerealiseerd gaat worden.
De VOORZITTER: Nou, ik probeer u duidelijk te maken dat de belegger die de woningen
wilde realiseren, het geheel wilde realiseren, dat die zijn bereidheid daartoe
naar ons toe heeft uitgesproken. Xk neem aan dat dit niet in het geding is.
Alleen ik denk wel dat we terug moeten komen in de raad omdat we niet het oude
besluit kunnen uitvoeren, want dat was naar de koper van toen, dus ik denk dat
we daar op korte termijn mee terug kunnen komen.
De heer VAN DER GRAAF: Voorzitter, maar dan wil ik toch graag even terugkeren
naar die formele kant van de zaak. Het gaat hier om het opschonen van die lijst,
het gaat hier om het voorkomen van dat bedrag van 100.000,terwijl dat be
drag in feite geen realiteit is. Er is geen koopcontract, er is geen koper, er
is een volstrekt open situatie, waarbij in die open situatie gesproken wordt
met wie dan ook en ik denk dat dat nou juist het belangrijke punt is waar het
hier om gaat. Wij hebben als raad op geen enkele manier het besluit genomen aan
Habo te verkopen, althans in die zin dat dat besluit is rondgemaakt doordat de
adspirant-koper het koopcontract, of het voorlopig koopcontract heeft ondertekend,
want dat is het belangrijke punt. Dat is niet gebeurd en als het wel gebeurd zou
zijn dan kom ik terug op wat ik eerder, dat is misschien al wel een jaar geleden,
heb gezegd: Wij kunnen toch niet blijven wachten, terwijl we het rente-verlies
ook hebben van die ton. Niet blijven wachten totdat die koper nou eindelijk eens
een keer gaat realiseren wat hij op het oog heeft, want dat speelt namelijk een
rol mee. Moet die grond nu nog verkocht worden voor diezelfde prijs bijvoorbeeld
aan dezelfde koper of aan een andere? Ik denk dat wij uit moeten gaan var de ge
dachte dat er geen verkoop is en we hebben daar een volstrekt open situatie
waarin onderhandeld wordt met instellingen of instanties of adspirant-kopers
over de verkoop van die grond.
De VOORZITTER: Ik denk dat een gedeelte van het betoog var de heer Van der Graaf
wel klopt. Niet waar hij zegt er is geen besluit, er is een blanco situatie. Er
is duidelijk wel een besluit met een begrotingswijziging. Dat is goedgekeurd en
daarom hoort het in de begroting thuis. Dan kun je zeggen van nou we trekken het
besluit in, dat kan. Ik weet niet of dat erg zinvol is op dit moment. Ik denk dat
dat besluit toch niet uitgevoerd kan worden. Zou het wel kunnen dan zou de cura
tor moeten gaar tekenen. Ik zie dat nog niet gebeuren. Maar zou het wel uitgevoerd
worden dan denk ik dat de teneur van onze discussie steeds is geweest, dar zijn
we reuze blij, want er is ons best een hoop aar gelegen dat dat nare punt in de
kom dat dat wordt opgeknapt. Komt er een nieuwe situatie, moeten we met een
ander gaar praten, dan zullen we ook daar moeten gaan praten over een haalbare
opzet. Een onderdeel van die haalbaarheid is de prijs. Ik weet niet waar we dan
op uitkomen, maar dan zijn we in principe weer aar een blanco vertrekpunt. Daar
zitten we op dit moment nog niet aan. Ik neem de gedachte mee voor het geval er op
korte termijn onderhandelingen geopend worden met een ander dan met de eerste koper.