-3- zonder preadvies ter kennisname aan de raad had moeten worden gebracht, dan hadden we kunnen reageren. De VOORZITTER: Ja, nee, ik denk dat we toch goed moeten blijven zien wat de taak van B. en W. is, ook met stukken die aan de raad gericht zijn: Het voorbereiden van de agenda en een ingekomen stuk is een stuk dat dan wel niet leidt tot een be sluitvorming met een uitvoerig preadvies, maar moet wel de gewone gang doorlopen. Het komt eerst in B. en W. en komt dan hier terecht, want er moet vastgesteld worden of er een preadvies bij moet komen of niet. Ja, en er is geen enkele reden om welk stuk dan ook achter te houden, dus het is in de normale gang gegaan, maar het heeft de raadsagenda pas bereikt of het pakket van stukken van de raads- agenda pas bereikt op het moment dat die agenda was afgesloten. De heer VAN DER GRAAT: Ik ben blij voorzitter dat in ieder geval de kranten sneller reageren, want die hadden de volgende dag het bericht. De VOORZITTER: Ik denk dat dat aan de afzender ligt. De heer VAN DER GRAAF: Voorzitter, aangaande punt 5, het verslag van de commissie openbare werken. Daarin heb ik gelezen dat er gedicussieerd is over het fonds grote werken en de aanwending daarvan. Dus puur een financieel technische zaak, ik zal het woord politieke zaak maar niet uitspreken. Er is op verzoek van een van de leden van die commissie toen aan alle raadsleden in ieder geval een pakket stukken gezonden. Ik verbaas me erover dat een dergelijke zaak in een commissie voor openbare werken wordt gebracht. Ik vind het ook onjuist. Ik denk dat als het gaat om het besluit, of de voorbereiding van een besluit en voorberei ding van beleid inzake een puur financiële zaak, niet een technische zaak, waarbij dan de prijsstelling natuurlijk betrokken kan worden, maar waar het hier puur gaat om een verdelingskwestie van financiën, dat dat thuishoort ter voorbereiding in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken. Dan wilde ik er nog een opmerking over maken die dan niet rechtstreeks die vergadering raakt. Ik denk dat we wel op weg zijn om de raad op deze manier wat sneller te informeren om trent de bewegingen die B. en W. willen maken richting begroting. Ik denk dat er niets op tegen is en dat het heel wenselijk is om dit soort zaken dan ook eerder in de raad te brengen zodat dan ter voorbereiding op de begroting het gevoelen van de raad reeds bekend is en dat bereikt u er niet mee wanneer het nu blijft liggen tot aan de begrotingsbehandeling. De heer DU PONT: Ja, wij zijn er vanuit gegaan dat het een kwestie was die we wel aan de orde konden stellen in de commissie openbare werken. We hebben derge lijke soort zaken altijd in de commissie openbare werken aan de orde gesteld, waar het dus uitvoering van werken betrof en dat waren hier hoofdzakelijk die op het schema stonden. Ik ben het met u eens dat er een aantal financiële con sequenties, er stonden dus voorstellen in ter beschikking, met beschikkingen uit het fonds grote werken en dergelijke. In de commissie is er ook duidelijk ge steld dat de commissie daar eigenlijk geen oordeel over uit wilde spreken en op verzoek van de heer Van Eijkeren hebben we de stukken dus ook toegestuurd aan alle leden van de raad en hun fracties de gelegenheid te geven zich over die materie te buigen. Of die zaak nou beter in de commissie algemene en bestuurlijke zaken besproken kan worden, dat wil ik best in B. en W. nog een keer aan de orde stellen. De heer VAN DER GRAAF: Ik denk, voorzitter, dat dus nu al uit hetlatenbeantwoorden door de heer Du Pont van deze vraag dat u daar al blijk mee geeft van het is een openbare werken kwestie, maar dat is het persé niet. Het is een puur politiek, financiële zaak. Een kwestie van toebedeling van gelden, van dekkingsmiddelen en dat heeft niks met openbare werken te maken en ik denk ook dat zelfs de heer Du Pont hier in feite niet op had moeten antwoorden. Hoewel ik hem graag hoor, daar gaat het niet om. De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, ik wil daar graag even iets over zeggen. Als de heer Van der Graaf de notulen goed gelezen heeft van die vergadering dan heeft hij kunnen lezen dat inderdaad de commissie openbare werken juist wat dat aspect betreft van het toebedelen van die financiële middelen precies dezelfde mening toegedaan was als wat de heer Van der Graaf nu zit te verkondigen. Wel of niet in de commissie openbare werken: Het betreft uitvoering van grote werken met een bepaalde prioriteit en ik dacht dat het wat dat betreft toch zinvol en nuttig kon zijn dat over dat aspect de commissie openbare werking zich zou buigen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 183