-3^-
coördineerd dat. Dat is nou wat moeilijk verlopen omdat hij ziek werd. Op
die manier wordt er medegewerkt aan het hangen van borden rondom lantaarn
palen, althans door ons en niet door de provincie weet u wel. Op die manier
hebben we ook toestemming gegeven voor borden in die plantsoenen en nu niet
de eerste keer, ook al eerder. Ik zeg graag toe dat we laten nagaan of de
afspraak er ligt dat toen neen gezegd is tegen andere borden op openbare
grond. Als dat besluit er zo ligt, dan wordt het uitgevoerd. Als dat be
sluit er niet ligt, moeten we in de toekomst maar eens praten hoe we het
dan wel doen, want waar het nu gebeurd is is het gebeurd in overleg met de
gemeente en dat op grond van het feit dat wij dus eoordinerend zouden op
treden, waarbij we dus goed vinden dat er om borden of om lantaarnpalen
wordt gehangen en waarbij we dat ook hebben goedgevonden.
De heer VAN DER GRAAF: Het is een rondvraag, dus eigenlijk mag ik er niet
op ingaan op wat u nu zegt, maar misschien staat u het me toch toe. Ik weet
zelfs nog haarzuiver wat voor argumenten er zijn genoemd waarom dat niet
zou moeten gebeuren.
De VOORZITTER: Ja, maar dan blijkt het hè.
De heer VAN DER GRAAF: Daar waren verschillende argumenten. Ik denk dat dit op
een uiterst korte termijn niet alleen uitgezocht kan worden maar ook uitge
zocht moet worden, omdat op dit moment een bepaalde politieke partij een
voordeel geniet wat anderen niet gebruiken en ik wil dus graag dat wij morgen
middag telefonisch te weten kunnen komen of de borden weggaan ja, danwel neen
en als blijkt dat het antwoord neen is, dan hebben wij zaterdag nog heel wat
te doen.
De VOORZITTER: Luister, ik heb u gezegd wat eraan ten grondslag lag, als de
borden niet weggaan omdat de afspraak anders is dan u nu zegt, dan kunt u
ook overleg plegen met de gemeente of er plaatsen zijn waarop u dat kunt
doen.
De heer VAN DER GRAAF: Dan zullen we morgenmiddag dat overleg moeten hebben.
De VOORZITTER: Oké, dat kan.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, in de commissie openbare werken heb
ik een aantal malen geïnformeerd naar de stand van zaken rond het plan waar
het stedebouwkundig bureau mee bezig is voor Kom Noord. Dat is steeds
toegezegd op redelijk korte termijn. Ongeveer in die bewoordingen. Ik vraag
het hier nog maar een keer, want ik vind dat het wat meer vast
leggen van die termijn geen kwaad kan. Dat loopt alweer een hele tijd en
aanleiding daartoe is eigenlijk een brief die afgedrukt is in het Kompraatje,
het blad van de wijkvereniging Kom Noord, waar men een brief aan B. en W.
gemeenteraad en commissie openbare werken, gedateerd 3 februari '81 we zijn
inmiddels toch wel wat verder dacht ik - waarin die mensen toch een stuk te
leurstelling in uitspreken dat op een aantal zaken niet gereageerd is of op
een wijze gereageerd wordt, ik denk dan met name aan het opnieuw aankondigen
van een enquête in die wijk, terwijl de mensen ervan overtuigd zijn als wijk-
vereniging daar al erg veel aan te hebben gedaan, dus dat wekt ook wat irri
tatie. Dan is dat misschien niet allemaal terecht, maar ik vind het jammer
dat als zeg maar in dat overleg met de gemeente er bereikt wordt dat mensen
zich organiseren in een wijkvereniging, want dat is toch mede aanleiding ge
weest, de discussie tussen gemeente en bewonersgroepen uit die omgeving, dat
nu die wijkvereniging er is dat niet wat alerter wordt gereageerd als mensen
bepaalde wensen hier neerleggen en ik zou het betreuren, maar ik kan me dat
vanuit de wijkvereniging wel voorstellen, als ze inderdaad zouden uitvoeren
wat zij helemaal onderaan schrijven. Dat ze lang genoeg hebben gewacht, op
korte termijn hopen dat er toch gereageerd gaat worden, als dat niet gebeurt
dan via de pers toch de nodige publiciteit hierover halen. Ik denk dat datde
op zich goed gestarteoverlegsituatie tussen gemeente en wijkvereniging zou
schaden en dat zou ik betreuren. Het is ook niet nodig lijkt mij. Maar een
termijn van 2{a 3 maanden om te reageren op een brief, dat vind ik wel erg
lang. Een eerste reactie kan binnen 1*f dagen bij de mensen liggen lijkt mij.
Al is het maar dat de zaak in behandeling is.
De VOORZITTER: Ik denk dat vooral aan de orde is het inhoudelijke antwoord,
want procedureel is men wel op de hoogte en dat het wat langer of lang duurt,