-28- gadering is waarin het fenomeen apotheker alleen bekend was vanwege dat er daar gegraven werd. Ik meen dat zelfs toen de fritestent er nog niet stond of misschien net wel. In elk geval in een zodanig pril stadium dat al de mede delingen die de heer Eennings doet, die waren toen nog niet aan de orde. Toen speelde in feite maar één ding en dat was hoe is het eigenlijk mogelijk dat er plotseling blijkt dat er een apotheker zich in Oudenbosch gaat vestigen in een openbaar plantsoen, zonder dat de raad daar wat vanaf weet. Op dat moment heeft de heer Eennings gezegd dat hij van mening was dat er niet be stuurlijk onzorgvuldig was gehandeld. Niet misschien met precies dezelfde woorden, maar dat er correct was gehandeld door B. en Voortaan neem ik notulen mee als ik dit soort dingen wil gaan zeggen, want dan kan ik - hoewel dat dan misschien wel weer niet mag, dat voorlezen -, maar feit is dat hij dat gezegd heeft. De vraag of toentertijd geïnterpelleerd moest worden wil ik verder niet al te breedvoerig op ingaan, maar ik wil u in ieder geval wel zeggen dat de vraag in een politiek gebeuren, een politiek bestuurlijk gebeuren, de vraag of een fractie van mening is het college van burgemeester en wethouders te onderhouden over een bepaalde zaak beantwoordt in feite die fractie en dan is het politiek fatsoen om te zeggen van ga uw gang. Een reglement van orde van de Tweede Kamer luidt op dat punt exact hetzelfde als het reglement van orde van deze raad. In de Tweede Kamer is er geen fractie die er ooit over zou denken om een interpellatie niet toe te staan, omdat het een stuk politiek fatsoen is. Goed, dat was dan het enige wat ik daarover wilde zeggen. Opmerkelijk is dat de heer Wijnen zijn mening vormt op basis van informatie die hij van de heer Schul krijgt en waar dan ook verder niemand meer wat vanaf weet, althans mijn fractie weet daar niks vanaf. Ik denk dat dit soort dingen niet ingebracht moet worden in een vergadering als deze, omdat ze op geen enkele wijze de meningsvorming van anderen kunnen beïnvloeden. Dan moet de heer Schul elke fractie-voorzitter maar benaderen, dan weten we ten minste allemaal wat die goede man kwijt wil De heer Van Hoof die heeft een vergelijk getrokken over burgers die bepaalde toezeggingen hebben gekregen en dan zeg ik inderdaad heeft hij gelijk dat er een verschil bestaat, maar- dat verschil is exact omgekeerd. Van Meer heeft van een gemeenteraad die in meerderheid heeft besloten een voorbereidingsbesluit te nemen inderdaad van bevoegde zijde te horen gekregen van wij zijn bereid om iets te doen. Nog niet wat overigens en dat is het meest aardige ervan. In die vergadering is overduidelijk afgesproken dat er absoluut niet getreden zou worden buiten de bestemmingsplan-voorschriften ten aanzien van de bouw van die extra garage of wat dan ook en dat is juist het meest essentiële voor wat dit betreft. Maar dan komt het aardigste, dan wil mijnheer Van Hoof klaarblijkelijk dat de raad elke uitglijder die B. en W. wil maken maar trouw volgt. Dat de burgemeester op zijn eigen houtje of gemachtigd door de twee wethouders, dat hij Jan en alleman beloften doet en dat wij dan maar zouden moeten volgen. Nou ik denk dat dat de zaken nou helemaal wel vreselijk op zijn kop zetten is. Dit is het bevoegde gezag in deze gemeente. De gemeenteraad bepaalt wat er "gebeurt, niet het college van burgemeester en wethouders. De voorzitter die vertelt dan dat de raad te horen heeft gekregen, zelfs een aantal malen, hoe er precies is gehandeld. Ik moet u zeggen dat is inderdaad gebeurd vanaf het moment dat we het er in de commissie algemene en bestuurlijke zaken over hadden, maar voor die tijd en dat is juist mijn grote grief, vóór die tijd konden wij alleen maar consta teren dat er gegraven werd in een openbaar plantsoen en dat er klaarblijkelijk verwachtingen waren gewekt of toezeggingen waren gedaan, maar in welke mate en in hoever dat zullen we wel nooit helemaal weten, aan de heer Schul terwijl dit nogmaals heel nadrukkelijk het voorrecht van de raad is om daar beslissingen over te nemen. Dat is een onderdeel waarvan ik zeg hier heeft een bestuurlijk onzorgvuldig handelen plaatsgevonden. Niet in de nageschiedenis, want B. en W. zijn overstag gegaan, hebben de bouwvergunning niet verleend, allemaal correct daarna, maar het kwaad was voor die tijd al geschied en daar wisten wij niks van. Ik heb nog een vraagje aan de voorzitter wat er beoogd is met de brief van de Wiardi Beekman Stichting toevoegen, de vraag of dat dat nou toeval was ja of neen. Ik heb een afdruk dus uit een nota van de Wiardi Beekman Stichting. Ik heb daar namelijk uit gelezen dat de Wiardi Beekman Stichting voorstander

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 169