-21-
De VOORZITTER: Nee, maar dat gaan we na. Akkoord
De heer VAN EIJKEREN: Ja, akkoord.
De VOORZITTER: Dan de twee punten met betrekking tot het beroep van de heer Schul.
In de eerste plaats de eerste pagina, dus waarbij het advies luidt om het verzoek
om voorziening ongegrond te verklaren overeenkomstig het bijgevoegde ontwerp
besluit. Daar kunt u zich mee verenigen
De heer VAN DER GRAAF: Niet zo snel, mijnheer de voorzitter, dat wil zeggen ik
kan me er wel mee verenigen, maar ik wou me er daarmee toch niet vanaf maken.
Dat beroep om voorziening, dat heeft een voorgeschiedenis en die voorgeschiedenis
die vind ik toch te opmerkelijk om onbesproken te laten. Als die voorgeschiedenis
er nu niet was geweest dan hadden wij niet met dit vervelende beroep om voorzie
ning gezeten. Het college van burgemeester en wethouders heeft in een reeks wat
onbegrijpelijke handelingen veroorzaakt dat er welhaast een rel is ontstaan,
een apotheek-rel in Oudenbosch,heeft op een gegeven moment zonder dat er de
gemeenteraad daar ook maar iets vanaf wist, heeft zonder dat daarvoor enig besluit
is genomen ingestemd met het graven in een openbaar plantsoen, waarbij niet
alleen kosten zijn gemaakt, maar waarbij heel nadrukkelijk en ik heb dat hier
zoeven ook al horen zeggen door de heer Van Hoof, gedachten zijn gewekt in dit
geval bij de heer Schul, dat iets wel in orde zou komen en ik vind dat toch een
veel te belangrijke zaak om helemaal maar onbesproken te laten, om maar net te
doen alsof onze neus zou bloeden. Vervolgens heeft het college van burgemeester
en wethouders het fritestenten-artikel te voorschijn gehaald en moet ook op dat
punt eigenlijk nu toch in feite terugtreden en dan vraag je je af wat is er
in feite toch allemaal gebeurd. Wie is er nou slachtoffer gemaakt van een be
stuurlijk handelen, wat in onze ogen wel uitzonderlijk onzorgvuldig is. Uit
zonderlijk onzorgvuldig; wat hier is gebeurd dat tart eigenlijk elke beschrij
ving. Dan krijg je vervolgens allerlei toestanden eromheen, dan krijg je brieven
van de inspecteur van de volksgezondheid, waarin die inspecteur van de volksge
zondheid op verzoek van het college of een lid daarvan zich bemoeit met zaken
die hem niet aangaan aan de raad gaat schrijven over de financiële positie van
de heer Schul, want die is dan - dat staat in die brief - door de afkoopsommen
die hij heeft betaald :aan artsen, aan huisartsen, om de apotheken over te nemen,
niet meer wel in staat om investeringen te doen om zich elders te vestigen. Als
ik het niet goed gelezen heb, dan hoor ik het zo direct wel van u. Ik vind dit
wel enorm uitzonderlijk. Dan voor wat betreft die inspecteur van de volksgezondheid
wel helemaal uitermate boeiend wordt, dan schrijft hij nota bene dat op geen
enkele wijze de geneesmiddelen-voorziening in Oudenbosch meer te herstellen zou
zijn. Dat wanneer de betreffende apotheker gedwongen door de omstandigheden zou
moeten vertrekken uit Oudenbosch, dat dan de huisartsen niet opnieuw apotheek
zouden mogen gaan houden en ik vind dit eigenlijk ongelooflijk dat dat gebeuren
kan, want de wet op de geneesmiddelenvoorziening zegt duidelijk en wel zéér dui
delijk, de memorie van antwoord die hier toegevoegd is, die expliceert dat
nog eens een keer zéér duidelijk dat onmiddellijk wanneer in een gemeente als de
onze een apotheker verdwijnt, wel geweest is maar weer verdwijnt, dat automatisch
de huisartsen wederom in de gelegenheid worden gesteld om zelf een apotheek te
gaan voeren. Ik ga niet zeggen of ze dat graag zouden doen. Ik weet zelfs niet
of ze het zouden doen, maar dan brengen zij de geneesmiddelenvoorziening in ge
vaar, maar wat deze inspecteur zich veroorlooft, dat is voor mij een onbegrijpe
lijke zaak. Enfin, daar hebben wij niet op een zodanige manier het toezicht of de
controle op als op het college van burgemeester en wethouders. Ik zal me dus
verder wat dat betreft beperken tot de handelingen, de bestuurshandelingen van het
college van burgemeester en wethouders. In het gebeuren wat wij op het ogenblik
hier voor ons zien in geschriften uit het advies van de commissie voor de beroeps
schriften kunnen we in ieder geval de kritiek die ik hier op dit moment uit dom
weg en duidelijk aflezen. Hier staat heel keihard in, al wordt het niet geëxpli
ceerd, maar heel keihard impliciet in op welke wijze het college van burgemeester
en wethouders in de fout is gegaan. Dat dat kan gebeuren, dat je als gemeente
raadsfractie vraagt om een interpellatie en dat dan de meerderheid van de raad
zegt dat staan wij u niet toe en dat er dan een fractie is, de fractie van O.N.S.
die zegt naar ons oordeel is er wel zorgvuldig gehandeld en daarom hoeft u