IrefèiEfciifc
gemeente oudenbosch
Nieuwjaarstoespraak, uitgesproken door de burgemeester van Oudenbosch in de
raadsvergadering van 15 januari 1981.
Mag ik u, mevrouw en heren leden van de raad en over uw hoofden onze gehele
Oudenbossche gemeenschap mijn beste wensen aanbieden voor het pas begonnen
jaar 1981.
Het is zo gemakkelijk gezegd, de beste wensen, maar iedere dag opnieuw ervaren
wij in alle verbanden waarin wij mensen ontmoeten, dat vragen nogal verschillend
beantwoord en problemen op velerlei wijze opgelost kunnen worden.
Van al die vele verschillende manieren is er per persoon maar één die het
predikaat de beste krijgt. De andere oplossingen worden dan als minder of
misschien als ronduit slecht of in ieder geval als meer in het belang van een
of meer anderen ervaren.
Is uw, mag ik zeggen onze, taak om de gemeente te besturen en dus regelmatig
antwoorden en oplossingen te moeten kiezen dan zo ondankbaar, dat er altijd
ruim 12.000 niet geheel tevredenen overblijven
Natuurlijk niet, want het spreekwoord "zoveel hoofden, zoveel zinnen" lijkt
gelukkig minder betrekking te hebben op het lichaamsdeel en meer op degenen die
leiding geven aan en optreden voor maatschappelijke stromingen in onze gemeen
schap. De zwaarte van de standpuntbepaling van de hoofden in deze zin dient
te corresponderen met de omvang van de maatschappelijke stroming, zodat onze
via een systeem van evenredige vertegenwoordiging gekozen vertegenwoordigende
colleges bij uitstek geschikt zijn voor het doen van de noodzakelijke keuzes.
De besluiten die van uw raad worden gevraagd hebben in toenemende mate betrek
king op zaken die liggen in de sfeer van het welzijn.
Die toename vindt zijn oorzaak in een verschuiving. Was het vroeger zo dat
het beleid, dat gericht is op de realisering van de doelstellingen die wel
zijn bevorderen, geheel of vrijwel geheel een zorg van de landelijke overheid
was; in de laatste jaren heeft de gedachte veld gewonnen dat het beleidsniveau
voor het welzijnsbeleid geen ander moet zijn dan dat van de gemeentelijke over
heid. Het ingezette proces van decentralisatie, dat erop gericht is om tot
heden centraal behartigde taken en verantwoordelijkheden over te dragen aan de
lagere overheden, wordt binnen onze democratie dan ook door vrijwel iedereen
toegejuicht.
Aan die decentralisatie zitten een aantal aspecten vast die gezamenlijk de kans
op welslagen van de operatie bepalen.
Een aantal daarvan kunnen wij best, en zoals gezegd veel beter dan enige ander
bestuursniveau, de baas.
Er is echter een drietal aspecten dat regelmatig onderwerp van zorg is en
waarvan de invulling even goed mede het succes van de decentralisatie bepaalt.
Allereerst denk ik daarbij aan de tijdsplanning van de centrale overheid. Te
vaak stelt de regering tijdsplanningen bij nadat op de ontvangende bestuurs
niveaus al duidelijk binnen de aanvankelijk gepresenteerde procedure aan de
eigen aanpak aan het werk is begonnen. Dat is niet alleen ontmoedigend, maar
brengt ook volstrekt onnodig extra kosten en inspanningen met zich mee.
-trr:?rr 1