-9-
b. met betrekking tot de stukken, vermeld onder 8a, 8b en 8c, de raad van
de gemeente Woensdrecht en de aandeelhoudersvergadering van Intergas te
berichten dat aan het raadsbesluit van de gemeente Woensdrecht geen ad
hesie wordt betuigd;
c. met betrekking tot het stuk, vermeld onder 15, geen bezwaren in te dienen;
d. met betrekking tot het stuk, vermeld onder 16, te blijven vasthouden aan
het vastgestelde investeringsprogramma 1981 t/m 1985»
De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze.
Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde:
k. Aanbieding gemeenterekening en rekeningen van de takken van dienst over 1978.
De heer KOP JANSEN: Mijnheer de voorzitter, wij wilden voorstellen om de
commissie van de vorige keer om die in dezelfde samenstelling te handhaven.
De VOORZITTER: Dat betekent
De heer KOP JANSEN: Dat betekent de heer Van Hoof, de heer Den Braber en de
heer Rennings.
De VOORZITTER: Vindt iemand het nodig om over die kandidaatstelling schrifte
lijk te stemmen Nee hè Akkoord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
5. Voorstel tot het verlenen van medewerking op grond van het bepaalde in
artikel 72 van de Lager-onderwijswet 1920 alsmede het beschikbaarstellen van
het benodigde krediet voor het herstel van schade aan het platte dak en ont-
luchtingskappen van de St. Franciscusschool/56e wijziging gemeentebegroting
1981.
De heer VAN DER GRAAF: Ja, voorzitter, ik vraag me toch eigenlijk wel een
beetje af of met dit soort kleine bedragen of daar nou precies naar gekeken
moet worden hoe nou die schade is ontstaan. Of dat nou niet toch klein
onderhoud is wat nadrukkelijk dus hoort bij het schoolbestuur zelf. Ik heb daar
toch wat moeite mee. Ik heb nooit moeite gehad met artikel 72-uitgaven
wanneer je echt nadrukkelijk kunt zeggen dat dat niet meer behoort tot hetzij
het normale onderhoud, hetzij de aanschaffingen die enfin de termen kennen we
allemaal. In een geval als dit heb ik een toch wat vervelende smaak in mijn
mond. Ik geloof dat dit soort uitgaven, uitgaafjes, ook gelet op de bedragen
die gereserveerd zijn voor onderhoud, dat die niet uit artikel 72 vergoed
zouden moeten worden.
De VOORZITTER: Ik moet u zeggen dat ik zo niet deskundig kan antwoorden,
maar ik denk dat de jurisprudentie dit wel zal aanmerken,zo zal zo'n begrip
zich wel ontwikkeld hebben, dit wel zal aanmerken als buitengewoon onderhoud.
Ik moet u overigens zeggen naar aanleiding van een opmerking die de heer Den
Braber heeft gemaakt, toen met die glasschaden, wij hebben overleg gehad met de
inspecteur en hij zou wel voor een handzamere oplossing zijn, zodat niet en
hij en de raad en G.S. iedere keer tot twee keer toe, want het gaat én om de
goedkeuring of én om de medewerking, én om het krediet in dit soort kleine
zaken een rol zou moeten spelen. Maar ik zeg u graag toe dat we zullen verifiëren
of het mogelijk is om hier een ander standpunt in te nemen, danwel of de ju
risprudentie zegt dat dit soort zaken duidelijk tot het buitengewoon onderhoud
behoren.
De heer VAN DER GRAAF: Laten we dan duidelijk stellen, dat we binnen afzien
bare tijd in elk geval voordat een volgend geval zich voordoet, wat van een
enigszins vergelijkbare orde is, dat wij van u duidelijkheid krijgen over
die jurisprudentie enz., dan hebben we op zich, want het gaat natuurlijk maar
om een heel bescheiden bedrag, dan hebben we dus op zich tegen deze zaak of
tegen deze uitgaven geen bezwaren. Het zijn veel meer principiële bezwaren
natuurlijk dan reëel ten aanzien van het bedrag. Dus als u dat toezegt, dan
gaan wij mee.
De VOORZITTER: Ja, dat zeg ik u toe.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.