-2-
12. Schrijven van het R.O.E.G., Westelijk West-Brabant d.d. 03-04-1981,
waarin wordt medegedeeld dat op 13-01-1981 is opgericht de vereniging:
"Regionaal Overleg Eerstelijns Gezondheidszorg". (R.O.E.G.)
13. Schrijven van de Coöperatieve Vereniging voor de Nederlandse Melkhandel
S.R.V. u.a. d.d. 13-04—1981, betreffende het instandhouden van een goed
distributief voorzieningenniveau en een verbeterende rendements
positie van de kleine zelfstandige.
14. Besluit van burgemeester en wethouders d.d. 21-04-1981 tot het aangaan
van een kasgeldlening groot 6.000.000,met de Nederlandsche Midden-
standsbank N.V. te Amsterdam.
15. Schrijven van het dagelijks bestuur van het M.W.B. d.d. 31-03-1981, be
treffende slotwijziging der begroting 1980 en jaarrekening 1980.
16. Schrijven van de Nederlandse Vereniging van Wegenbouwers d.d. 18-03-1981,
betreffende werkgelegenheid in de grond-, water- en wegenbouwsector.
17. Overzichten "Onvoorziene uitgaven, saldi-reserve, kapitaallasten van nieuwe
onrendabele investeringen, eenmalige middelen en fiscaal egalisatiefonds",
tot en met de raadsvergadering van 21 mei 1981.
De heer RENNINGS: Voorzitter, met betrekking tot punt 3, verslag van de open
bare vergadering van de commissie welzijn culturele minderheden. Aan het slot
komt een opmerking voor als zou er sprake zijn van een ontmoetingsruimte aan
de Strijmondlaan. Kom Noord staat er letterlijk en ik dacht dat wij hier hadden
afgesproken dat dat niet zou gebeuren.
De heer BROUWERS: Ik denk dat de opmerking daar bedoeld in ieder geval getuigt
van in ieder geval geen definitief besluit. Ik denk ook dat dat zo in die
zin ook niet bedoeld is. Wat hier redactioneel staat dat is een klein beetje
moeilijk want waar dan gesproken wordt over bestuursniveau daarmee wordt be
doeld dat er een overleg is geweest tussen het bestuur van de wijkvereniging
Kom Noord en de stichting in Breda. Dat is het enige wat dus daar eigenlijk
ter sprake is.
De heer RENNINGS: Maar voorzitter, ik vind dat het toch alleen maar ver
warrend kan zijn als de raad uitgesproken heeft dat het daar niet moet
gebeuren, dat dan een van de leden van het college in een openbare vergadering
enige mate de indruk wekt dat dat toch nog in discussie is.
De VOORZITTER: Ja, nou mag ik er iets aan toevoegen,aan de opmerking van de
heer Brouwers. Er is inmiddels naar die stichting buitenlanders een brief uit
waarin duidelijk is aangegeven dat wij de oprichting van dat ontmoetings
centrum in de gedachtenwisseling over de Brouwerijstraat hebben meegenomen
en dat de conclusie was, een conclusie die onderschreven werd bij de pro
vincie, dat het gewenst was om het op te nemen in die Brouwerijstraat als die
wordt aangepakt. En dat op korte termijn.
De heer VAN DER GRAAF: Een kleine correctie voorzitter, althans ik denk dat het
een correctie is. Ik heb de raad niet horen uitspreken dat aan de Strijmondlaan
daar de ontmoetingsruimte persé niet zou moeten komen. Er zijn reeds twijfels
geuit. Er is geen besluit over genomen bij mijn weten, maar het alternatief
Brouwerijstraat is opgepakt en in die zin ga ik met de heer Rennings mee dat,
althans dus dat hij zijn twijfels heeft over als hij dat leest in die notulen.
Daar heb ik geen moeite mee, maar het is toch duidelijk zo dat wanneer op eniger
lei wijze zou blijken dat in de Brouwerijstraat het niet mogelijk zou zijn, die
eerste prioriteit die we nu gesteld hebben en C.R.M. gaat helemaal mee, ik wil
dan even van de gelegenheid gebruik maken om te vragen hoe het daar mee staat
als het mag, en C.R.M. gaat er helemaal in mee dan denk ik dat we niet anders
kunnen dan vrij serieus bekijken welke andere mogelijkheden er zijn en dan speelt
in mijn ogen de Strijmondlaan wel degelijk nog mee als overweging, maar eerste
prioriteit is dan de Brouwerijstraat.
De heer BROUWERS: Ik denk dat dat inderdaad correct is, waar het hier, want dat
is het eerste nog tenslotte van de heer Rennings, om gaat is het zuiver en alleen
een vraag van een van de leden van de commissie die heel duidelijk gerelateerd
was aan de aversie die er bij buurtbewoners in Kom Noord zou zijn.
De VOORZITTER: Wethouder mag ik heel even, mag ik uw vragen, want ik denk dat
dat de conclusie is van de vragenstellers, dat dan in de eerstvolgende verga
dering ook duidelijk te maken, zodat daarover geen enkel misverstand kan bestaan.