-43-
gang best volgen. Ik vind niet of ik vind dat er onrecht wordt gedaan aan een
van de belangrijkste uitgangspunten in het akkommodatieplan, dat je de
zaken met gebruikers nou verder met de mogelijkheid van inspraak voor de
gebruikers verder gaat ontwikkelen. Als je dit nu zo vastlegt dan vind ik
dat dat te vroeg is in dit stadium.
De VOORZITTER: Dan stemmen over het voorstel van de heer Van der Graaf.
De stemming heeft tot resultaat:
Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Van Eijkeren, Van der Graaf en
Den Braber.
Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Du Pont, Mol, Rennings, Kop Jansen,
Van Hoek, Kniep-Köhnke, Kok, Van Hoof, Van Elzakker, Wijnen en Brouwers.
Het voorstel is derhalve met 3 stemmen voor en 11 stemmen tegen verworpen.
De VOORZITTER: Dan zijn we aan het voorstel van de heer Van der Graaf, ja,
dat zijn twee voorstellen, dan moeten we even vragen of hij die uit elkaar
wilt halen. Of hij dat op prijs stelt. Hij zei: Ik ben ervoor dathet beheer
in één hand is. Dat kan dan beide zijn. Ofwel een artikel-61—commissie ofwel
een stichting. We moeten nu uitspreken welke richting we willen gaan. Ik heb
een voorkeur voor artikel 61Wilt u het in twee moten doen Eerst of het
in één hand ligt en daarna of het een artikel-61-commissie moet worden?
De heer VAN DER GRAAF: Ik denk dat dat verstandig is.
De/VOORZITTER:Dan is aan de orde het voorstel van de heer Van der Graaf
om het beheer in één hand te leggen los van de vraag of dat een artikel-él-
commissie ofwel een stichting is. Dus het beheer van de door de gemeente
ter beschikking gestelde akkommodaties in één hand.
De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, mag ik wat vragen. Als het bij de
gemeente blijft is het toch ook in één hand.
De VOORZITTER: Ja, nou, dat is waar, maar dat bedoelt mijnheer Van der Graaf
niet. De heer Van der Graaf bedoelt niet zijnde het college van B. en W.
Dus ofwel een artikel-61-commissie ofwel een stichting.
De heer BROUWERS: Als je dat nu zo uitspreekt voorzitter, dan betekent dat dat
bijvoorbeeld voorzieningen op wijkniveau inderdaad geen andere beheersvorm
zullen kunnen krijgen. Ik vind ook dat en dat staat ook in de slotopmerkingen
duidelijk genoemd, is een zaak die verder in het plan ontwikkeld wordt.
De heer VAN DER GRAAF: Nou voorzitter, behalve dat A overgenomen is waarin
expliciet gesteld wordt dat voor alle bevolkingsgroepen en organisaties
die voorzieningen bereikbaar moeten zijn en dat in feite al impliceert dat
je erg voorzichtig moet zijn met het in beheershanden leggen van een or
ganisatie, tenzij die organisatie expliciet zou zijn opgericht om gebouwen
te beheren en dan zitten we dus in de sfeer van die stichtingen. Ik denk dat
we dan 7 stichtingen moeten hebben, maar ja, eigenlijk wordt het volstrekt
logisch om vanuit dat aangenomen punt A om te zeggen van dan moet dat beheer
dus ook wel centraal geregeld zijn, althans in een hand zijn en vanuit dat
gezichtspunt zou ik het uitermate vreemd vinden zelfs als de raad na punt A
aangenomen te hebben ons in dit punt niet zal volgen.
De VOORZITTER: Aan de orde is het voorstel om het beheer in één hand te doen,
wat het dan ook is, een artikel-61-commissie of een stichting.
De stemming heeft tot resultaat:
Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Mol, Rennings, Kop Jansen, Van
Eijkeren, Van der Graaf en Den Braber.
Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Du Pont, Van Hoek, Kniep—Kohnke, Kok,
Van Hoof, Van Elzakker, Wijnen en Brouwers.
Het voorstel is derhalve met 6 stemmen voor en 8 stemmen tegen verworpen.
De VOORZITTER: Dan hoeven we aan de uitwerking in ieder geval niet te be
ginnen, en daarmee komt het voorstel voor die overlegtaak waarschijnlijk ook
niet meer voor stemming in aanmerking hè?
De heer VAN DER GRAAF: Die staat in zijn eerste deel daar los van, want die
gaat namelijk over de ontwikkeling, de verdere detail-ontwikkeling van dit
plan.
De VOORZITTER: Uw voorstel was: als een beheerscommissie wordt ingesteld dan
moet die overlegtaak van de welzijnscommissie door die commissie worden over
genomen.