-3k- De VOORZITTER: Ja, dat was het- Voor de rest waren het verklaringen naar aanleiding van voorstellen van anderen» Mevrouw KNIEP-KÖHNKEMijnheer de voorzitter, de wethouder heeft in zijn antwoord op de voorstellen van de heer Den Braber bij punt 9, dat u toevoeging zou willen van dienstverlening aan die bijzondere groepen» Ik kan me daarin verenigen als u mij kunt uitleggen welke bijzondere groepen u dan bedoelt. In uw antwoord - ik moet even kijken hoor, ik heb, ja - in uw antwoord op de vraag van mijn toevoeging van punt f, daar kan ik niet mee akkoord gaan. Als u spreekt in de eerste zin over financiële onder steuning dan dacht ik dat we het hier toch hadden over gemeentelijke financiële ondersteuning en wel in subsidie. Dus wil ik graag het voorstel f in stemming brengen. Verder kan ik mij verenigen met uw ant woorden en ten aanzien van de heer Rennings van Fidei et Arti en het gemeenschapshuis. Als er tot een stichtingsvorm gekomen wordt zoals de heer Rennings voorstelt,dan vol ik hem. Dank u wel. De VOORZITTER: Bij u dus een voorstel, te weten wel toevoegen 5f bij die voorstellen planperiode '82-'85, te weten organisaties met gemeen telijke subsidie moeten controleerbaar zijn. De heer V/IJNEN: Ik heb een voorstel gedaan en ik heb daar geen antwoord op gekregen van de wethouder, maar dat was dus met betrekking op 5c om daar te vervangen '.'eerst1' door "mede". De VOORZITTER: Ja, maar dat heeft hij gedaan in antwoord op de heer Rennings. De heer BROUWERS: Gelijk heb ik gezegd dat u daarin betrokken was. De heer WIJNEN: Nou dat was dacht ik dat dat verwarring bracht ten aan zien van punt 5, maar goed het feit is toch ter discussie gekomen dus ik hoef daar niet zo nadrukkelijk meer op in te gaan omdat dat mogelijk toch in de ijskast komt te staan tot oktober. Ilc kan me dus beperken tot het geven van mijn mening ten aanzien van het voorstel van de heer Den Braber over de brede welzijnscommissie» Nou bij ons leeft ook het gevoel dat het inderdaad wat moeilijker zal zijn en gezien de voorzichtige wijze waarop het in het voorstel geformuleerd is en waarop ook aangegeven wordt dat er een onderzoek komt, dat het nog niet helemaal definitief is, maar dat het toch een streven is. Dat streven dat kunnen we delen, ook al zijn er een stel bedenkingen van onze kant, maar wij gaan er dus wel mee akkoord. Dan punt 2, dat is geen probleem meer. Eerst en mede dat is een voorstel van zowel de heer Rennings als van de heer Van Hoof om daar "eerst verant woordelijke" te vervangen door "mede verantwoordelijke". Dat de gemeente een andere rol heeft. Ilc denk dat dat een kwestie is van, het komt voort uit een bepaald niveau-verschil dat je daar in zijn algemeenheid kunt zeggen van nou de gemeente is eerst verantwoordelijke en voor de specifieke uit voering, daar kun je dus zeggen van nou goed dat is de activiteitjvan de betreffende organisatie. Ik denk dat daar het niveau-verschil oorzaak is van de verwarring ten aanzien van punt 3 ontstaan. De kwaliteit en doel matigheid dat je dat in zijn algemeenheid kunt zeggen, maar dat je het ook heel specifiek voor de dienstverlening zoals door de betreffende orga nisatie wordt uitgeoefend. Dus ik denk dat je met beide eigenlijk in kunt stemmen. Zoals het er nou staat en dat je dus kunt zeggen van nou voor het interne functioneren is de organisatie eerst verantwoordelijke en voor het algemene deel daar is de gemeente de eerst aangewezene om daar acht op te slaan. Dan de subsidieverordening oh, nee ik heb nu het punt van de nieuw komers. Moeten die dus opgenomen worden, dat heeft de heer Den Braber opge noemd, bij de categorie die speciale aandacht verdient. Nou voor ons hoeft dat niet. Ik denk dat het fijn is dat er van de kant van de gemeente zowel als van het opbouwwerk en dergelijke toch in voldoende mate aan tegemoet kan worden gekomen» Sportieve recreatie en zo. Hetzelfde probleem doet zich voor bij kansarm en dergelijke, je weet niet eens wat er onder verstaan wordt en dat kun je er natuurlijk wel bijzetten, het maakt ons niets uit. Dan onder punt 9 het handhaven van werkterreinen zoals die omschreven zijn in eerdere instantie, dat de versie van de wethouder ons aanspreekt. Die

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 127