-29- De VOORZITTER: Oh, met die nieuwe inwoners, sorry. 9 met die sportieve recreatie. Uw eigen voorstel 9 handhaaft u dus om die laatste twee alineas van bladzijde 8 te wijzigen zoals u het had voorgesteld en de consequentie van het niet uitvoeren van het gemeentelijk beleid is dat de subsidie vervalt. Dat zijn wat u nog aan voorstellen over houdt hè De heer DEN BRABER: Ja, en dan voorstel 1 van die brede welzijnscommissie dat willen wij schrappen. Daar zijn wij tegen. De VOORZITTER: Ja, oh 1 laten vervallen. 1*f niet hè. Dat vond u niet essen tieel. Oké. Het woord is aan de heer Van der Graaf. De heer VAN DER GRAAF: Zo eenvoudig is dat mijnheer de voorzitter, zei zoeven mijn fractiegenoot toen hij de woorden van wethouder Brouwers aanhaalde over mogelijkheden die de raad heeft om in te grijpen wanneer organisaties niet handelen conform het beleidsplan, of nee, het sociaal-cultureel plan wat we straks gaan vaststellen. Nou die woorden wil ik toch we1 graag her halen als het gaat om de stichting gemeenschapstehuis. Zo eenvoudig is dat. V/anneer wij vaststellen dat de stichting gemeenschapstehuis moet vol doen aan bepaalde normen door de raad te stellen en die stichting die vol doet daar niet aan, dan vinden wij de stichting niet meer terug onder de gesubsidieerde instellingen en dan zeg ik dat erg gemakkelijk, maar..feitelijk is het natuurlijk zo. De raad stelt vast op een gegeven moment of een subsidie al of niet terecht wordt verleend of het gevraagd zelfs als we beginnen met het feit dat die subsidie nog niet verleend is en wij zijn al enige tijd van mening dat het met die stichting gemeenschapstehuis niet pluis is. Een jaar of zes geleden om en nabij, heb ik dat voor het eerst aan de orde gesteld in een informele vergadering. Ik herinner me nog en velen met mij misschien dat dat nogal wat schrikreacties teweeg bracht en of mêri nou schrok vein mij of van de euvele moed die ik vertoonde om aan een gevestigde instantie te knabbelen, dat weet ik niet, maar ik denk dat de raad nu zes jaar later beduidend meer in staat is geraakt om vraagstukken als dit wat zakelijker te benaderen. Te benaderen ook met het oog op de gemeenschapsgelden die wij uit te delen hebben. Dan zegt wethouder Brouwers ten aanzien daarvan: De intentie mijnheer Van der Graaf die u uitspreekt in uw voorstel die vindt u in de akkommodatienota terug. Nou dat noem ik nou eigenlijk brutaliteit want wat krijgen we dan Dan kijken we dus in dat voorwoord, wat ik met opzet daarop heb aangehaald. Daar wordt gesteld: "Op deze plaats wordt nog eens nadrukkelijk gesteld dat de aanbeveling met betrekking tot het gemeenschapshuis en Fidei et Arti slechts een mogelijke richting aangeeft". Is er een stelligere verklaring mogelijk dat we wel moeten vragen of zij wellicht zo vriendelijk willen zijn enz. Nou die mening heeft mijn fractie niet. V/ij vinden dat het lang genoeg duurt. Lang genoeg geduurd heeft. Ook nog maar zelden in die 6 jaar is zo nadrukkelijk vastgelegd hoe weinig wij en de burgerij terugkrijgen voor de tollen die daar jaarlijks aan worden besteed en om die reden zeg ik, wat is er in hemels naam op tegen om we hebben daar nog meer dan een jaar voor, of liever ge zegd zij hebben er nog meer dan een half jaar voor bedoel ik, om aan onze voorwaarden te voldoen. V/ij blijven heel nadrukkelijk bij het voorstel wat we hebben ingediend. Het is dan misschien nog nuttig om even de woorden van de heer Rennings hier nog bij te halen. Mijnheer Rennings die heeft gesteld dat hij eigenlijk liever een nieuwe stichting ziet. Ik denk dat dat nou precies iets is waarmee wij als raad te ver zouden gaan. V/ij hebben nadrukke lijk te meiken met een bestaande stichting, waarvan wij kunnen verlangen in een akkommodatieplan of bij de subsidieverlening sec of bij het sociaal- cultureel plan dat er gedemocratiseerd wordt en dat de gelden doelmatig worden besteed. Die verlangens kunnen wij uiten. V/ij kunnen niet zeggen van bestuur zoeft u maar op, wij zetten daar een andere stichting voor in de plaats. Anders zou ik graag willen meegaan, maar ik denk dat we dan inderdaad als raad te ver gaan. Trouwens ik heb daar ook geen behoefte aan. Ik denk dat het voldoende is om heel nadrukkelijk te stellen welke eisen de raad stelt aan verdere subsidieverlening voor die stichting en daarmee zal het mij los

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 122