-11- bergen bepleit heeft en dat toen in het bestemmingsplan is meegenomen. Dus ik denk dat de arcering voorzover gebouwd mag worden betrekking heeft op alles. Het is het stuk wat aan de achterkant is toegevoegd als een extra poot naar zeg maar de richting noord en dat is het stuk waarvoor een beroep op de raad wordt gedaan, die garantie van die geldlening, daarnaast vindt er nog een stukje - maar dat zit hier niet in - aanpassing plaats van de dienstenruimten ten be hoeve van het verzorgingshuis. De heer VAN EIJKEREN: Maar dat alles blijft wel binnen die arcering De VOORZITTER: Ja, ja. De heer VAN EIJKEREN: Nou, ik had natuurlijk een beetje op dit antwoord gerekend, toen dat de enige mogelijkheid die toegestaan was binnen het plan zou kunnen zijn. Toch zou ik naar aanleiding van dit voorstel nog een paar opmerkingen willen maken. Ik dacht dat, afgezien van de vraag of het goed is een dergelijk centrum uit te breiden, denk ik dat er de laatste 10 jaren op het gebied van bejaarden zorg en het treffen van voorzieningen voor bejaarden, dat er toch een zekere ontwikkeling zich heeft voorgedaan, dat toch steeds meer, met name uit de kring van de bejaarden zelf en ik denk dat die mensen - in België hebben ze daar trouwens een sympathiekere term voor voor bejaarden, dat zijn de mensen in de derde leeftijd, dat klinkt wat minder uitgerangeerd en ik denk dat dat ook terecht is - maar, niet alleen uit kringen van bejaarden, maar vooral mensen die zich daar vanuit welzijn en gezondheidszorg die daarbij betrokken zijn, pleidooien voor het, laat ik zeggen termen van ruimtelijke ordening, een zekere gebundelde deconcentratie binnen gemeenschappen, waarbij het de bedoeling is dat in allerlei plannen en zeker in nieuwe plannen, rekening wordt gehouden met voldoende aantal woningen die geschikt zijn, voor die bejaarden die anders mogelijk te vroeg in bejaardenhuizen, in de zin van verzorgingstehuizen terecht komen. Ik denk dat dat erg vaak gebeurt, dat mensen die stap ook te vroeg maken en best veel langer op eigen gelegenheid zouden kunnen blijven wonen. Wel natuurlijk met een zeker pakket voorzieningen omgeven. Ik denk aan maaltijddiensten. Als ik denk aan Albano dan zou daar iets dergelijks zeker gerealiseerd kunnen worden, bijvoor beeld in lob C, die toch tamelijk dicht gelegen is tegen de lokatie waar het dienstencentrum gepland is. Vanuit zo'n dienstencentrum zouden dan de noodzake lijke voorzieningen mogelijk getroffen kunnen worden. Ik laat daarbij helemaal in het midden in hoeverre daar een overleg met anderen, bijvoorbeeld de Stichting De Zellebergen, toch verstandig zou zijn. Dat doet op dit moment niet zozeer terzake. Ik pleit er eigenlijk voor dat hoewel met enige schroom omdat ik denk dat er inmiddels nog een tiental nota's in het gat moeten zitten, maar ik zou er eigenlijk voor willen pleiten dat de raad uiteindelijk een beleid vaststelt ten aanzien van de bejaardenhuisvesting en allerlei voorzieningen die daarmee samenhangen en dat graag naar aanleiding van een concept wat door het college terzake zou kunnen worden voorbereid. Omdat ik denk dat die mensen na de enorme opleving van allerlei bejaardentehuizen waarin die mensen worden weggestopt, daar wat van terugkomen in toenemende mate. Ik denk dat die mensen best op een hele boel punten gelijk hebben en ik denk dat veel' ouderen er wat langer jong bij blijven en dat ook voor jongeren, het is uiteindelijk een groepering die je anders wegneemt uit de samenstelling van een bepaalde wijk, dat ook allerlei jongeren nog best een heleboel waardevolle dingen kunnen leren van wat oudere mensen. Ik denk dat dat ook een beetje de gedachte is die daar deels achter zit. Ik nodig u dus graag uit om in die zin een concept-nota toe te zeggen. De VOORZITTER: Ik wil die vraagstelling graag meenemen naar B. en W. en er te gelegener tijd bij u op terugkomen. Ik neem aan dat u tegen het voorstel tot het garanderen van de lening dus geen bezwaar hebt. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 9. Rondvraag. De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, ik had naar aanleiding van de mogelijk verleende vergunning ten behoeve van de tijdelijke bouw van een apo theek aan de Prof. Mulderslaan de volgende vragen. Is er wat de gevolgde pro cedure betreft gehandeld zoals dat normaal gebeurt in vergelijkbare situaties

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 11