-2k- namen, maar duidelijk is dat het niet helemaal optimaal is. Dan moet je het nou dus wel in je nota meenemen. U gaat verder wel akkoord met de ambtelijke commissie. Dan heb ik uw vragen ook allemaal gehad en kom ik inderdaad toch aan de heer Wijnen. Die stelt een vraag over die breed opgezette welzijnscommissie en ik denk dat ik daar de heer Den Braber mee overgeslagen heb, maar dat weet ik niet zeker en anders komen v/e er nu wel toe, want eerder was dat ook genoemd. Nou die brede welzijns commissie dat zien we nou eigenlijk zo niet zitten. In welke mate zal die worden ingeschakeld op andere beleidsterreinen zegt mijnheer Wijnen, zoals het sporten en het bejaardenwerk en het algemeen maatschappelijk werk. Het is toch een heel duidelijk gegeven dat op dit moment regelingen betreffende het sociaal-cultureel werk in verschillende commissies aan de orde zijn. Dat je dan zelfs met verschillende ambtenaren bezig bent. Nou dat willen we toch zo goed mogelijk comprimeren en daarmee wordt dan bedoeld die welzijnscommissie. Dus eigenlijk zou je kunnen zeggen nou je brengt in de welzijnscommissie al die zaken die de rijksbijdrageregelingen betreffen. Dat is onderdeel van zorg voor die commissie. Nou uiteraard is het dan onze zorg dat v/e de ambtelijke organisatie daar zo optimaal mogelijk op af stemmen. Dat is een zaak die binnen het secretariaat diende te gebeuren. V/e vinden dat impliciet. Bedoeld is hier dus duidelijk geen mammoet commissie, maar een commissie v/aarin alle zaken aan de orde komen die het sociaal-cultureel v/erk betreffen en die nu in sommige commissies toch ergens verdekt of niet verdekt ondergebracht worden. Wanneer het dan gaat hoe u die samenstelt, hoe betrek je daar bijvoorbeeld buiten landers in, ja, dat is een zorg op zich. Zet je daar de buitenlanders in die in een discussie met de Nederlandse bevolking gezien taal enz. volle dig mee kunnen doen, dan loop je de kans dat je niet die representanten er in krijgt die je zou willen. In het andere geval dan zit je toch met het probleem van de discussie. Het is gev/oon een probleem v/at er".ligt en nou denk ik als v/e in de verdere planontwikkeling die brede welzijnscommissie denken en v/e stuiten op het probleem van een groep die je daarin niet kunt onder nemen terwijl toch duidelijk de aandacht daarnaar uit moet gaan en dat je dan op dat moment bijvoorbeeld toch zou terug kunnen vallen op een aparte overleggroep of welke oplossing op dat moment ook nodig is. Het is uiteraard een probleem. Daar ben ik het wel mee eens, maar het gaat nu om de totaliteit en daarin denken we dat we die zaken comprimeren die dus het specifiek welzijn betreffen en uiteraard zal daar straks ook in het kader van het specifiek welzijn de sport onder vallen. Nou ambtelijk, dat is een zaak die we dus inderdaad tot de onze rekenen. U hebt verder gevraagd naar ja, u hebt een aantal opmerkingen gemaakt over hoe dat v/e nou de prioriteitsbe paling, hoe dat die gaat plaatsvinden. Is het hier bij nodig per organisatie een uitsplitsing te maken van de verschillende activiteiten. Ik denk dat dat eigenlijk op zich een vrij simpele zaak is als de subsidiëring die de activiteiten of niet de organisaties maar de activiteiten dus bij de in diening van de plannen blijkt welke zaken in het sociaal-cultureel werk vallen en worden meegenomen. Uw opmerking met betrekicing tot het begrip volkscultuur. Nou dat is alleen dus nog maar aan te vullen met het Oranje comité, voor de verdere rest v/as dat correct. Dan hebt u met betrekking tot het accommodatieplan gepleit om er toch voor te zorgen, daar is gezegd er zijn toch een hele hoop zaken in de afgelopen periode gebeurd op het terrein van de akkommodaties en noemt u met name kantines bij de sportakkommodaties enz. dat is dus inderdaad waar, maar toch is er een reeks aan klachten, hele duidelijke, door de hele periode van het sociaal cultureel plan door, die slaan op de specifieke akkommodaties voor sociaal cultureel werk. Duidelijk is dat wij ei- niet persé naar streven dat de huidige organisaties op een gegeven moment naar buiten gebonjourd worden of buiten de boot komen te vallen. Nee, maar het gaat om het optimaliseren van het gebruik. Als dan op een gegeven moment een activiteit die nu in gebouw B gedaan wordt maar waarvan blijkt om allerlei redenen, financiële en gebruiksvoorschriften, beheersaspecten enz. dat zo'n activiteit beter in gebouw D kan dan denk ik

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 117