het pogen waard zijn, maar groepen kunnen sterk wisselen.
Het begrip van achtergesteld dat kan best voor verschillende groepen anders
liggen, maar dat kan in verschillende periodes ook wel voor andere groepen
gelden. Vandaar dat we dat in de subsidieverordening niet als zodanig denken
mee te kunnen nemen. In ieder geval hou ik het wel persoonlijk in de gaten
in die zin dat wanneer daar de mogelijkheid zich voordoet of de noodzaak
zich voordoet dat we het dan alsnog kunnen doen, maar voorlopig denk ik dat
we ons moeten houden aan hetgeen wat we daarover hebben vastgesteld bij
de behandeling van de uitgangspunten en de doelstellingen. Zijn voorstel
dan verder waar het gaat over de democratisering met betrekking tot het
gemeenschapshuis en Fidei et Arti en waar hij dan dus inderdaad met het voor
stel komt om te denken in de richting van een stichting onder bepaalde voor
waarden. Ik heb daar al op geantwoord met een tegelijk aan u in het antwoord
aan de heer Van der Graaf, dat we op dit moment noch het een noch het ander
als zodanig nu willen uitspreken, maar ze beiden wel als een mogelijkheid in
de verdere planvorming willen meenemen Dan heeft hij over de muziekschool
en het kreatief centrum, daarvan zegt hij ja, als door die concrete organisatie
wordt uitgewerkt wat wordt gesteld: verbreding van het bereik, aandacht voor
de kansarme groepen, minder privé en meer groepslessen, nou dat is inderdaad
akkoord, maar dat zal dan toch wel leiden tot meerdere kosten. Dan stelt
hij concreet voor om de autonome groei drastisch te beperken, toename van
subsidie als interne gewenste aanpassing in het beleid aanwezig zijn. Dat
is toch wel het opnieuw de deur openzetten voor een explosieve groei als
je dat doet. V/ij denken dat binnen de organisatie aandacht gegeven kan
worden aan de verbreding van de doelgroepen aan het beter meer bereikbaar
worden voor kansarme groepen enz. dat dat niet persé per definitie hoeft te
leiden tot meerdere kosten. Dat kan er ook best toe leiden dat als zij
prioriteiten in het beleid gaan geven dat daarmee binnen hun eigen organi-^
satie kosten vrijkomen doordat ze vervallen, of doordat de subsidie efficiën
ter benut wordt. Nou we bedoelen dan met die autonome groei dat wij in
ieder geval het automatisme wat erin zat en wat veroorzaakt werd door die
subsidiemogelijkheden, door de subsidie-afspraken die we gemaakt hadden, dat
ook dat automatisme in geen geval in stand te houden is want dat hou je niet
bij. Vandaar dat we dus zeggen: die autonome groei, daarop gaan we niet verder
i het consolideert zich op dit moment daarbij worden wel duidelijk eisen
gesteld aan een breder bereik. Enfin, dat hebt u dan in de nota verder om
schreven gezien, maar v/ij vinden als je de opmerking toe gaat voegen:
autonome groei drastisch beperken, dat je dan daarmee toch de deur weer
openzet tot een niet gewenste groei of een niet vol te houden groei, niet te
financieren groei. Overigens weten we dat deze zaak reeds eerder met dat
bestuur van de muziekschool en kreatief centrum aandacht hebben gehad in
een bespreking. Nou van harte ondersteunt het dat tijdens de planperiode
'82-'85 de akkommodaties absolute prioriteit hebben. V/ij dachten dat het voor
stel wat concreet is gedaan om 30.000,7- jaarlijkse lasten nu te reserveren
dat we er eigenlijk nu toch wel even mee kunnen wachten tot de vergadering in
oktober, omdat we dan alles in zijn totaliteit naast elkaar gaan wegen. Want
in die korte periode zullen we met 30.000,ik denk toch weinig concrete
plannen hebben om dan al uitgewerkt te hebben, dus dan is oktober toch best
wel een haalbare kaart en dan kunnen we toch aan het voorstel van mijnheer
Rennings die aandacht geven die hij er eigenlijk mee bedoeld heeft. Zijn
voorstel om het voorstel met betrekking tot S.0.J.0.,de subsidie van S.O.J.O.
daar is hij mee akkoord, waar het gaat over de verdere gang van zaken met
betrekicing tot de beroepskracht om dat te betrekken in het licht van de
evaluatie van de jeugd- en jongerenwerk, dat is ook zo bedoeld en daar heb
ik eigenlijk al op Daar ben ik op ingegaan toen ik mijnheer Den Braber
erover heb geïnformeerd. Overigens zeil daar in het overleg met S.O.J.O. uiter
aard ook nader bezien worden, weint dat was dus ook de bedoeling.
Zijn opmerking met betrekking tot punt 5 waarin hij zegt dat is erg eenzijdig
voor het sociaal-cultureel werk. Daar kwam zijn voorstel dus uit om de
prioriteiten dus in september vast te stellen in relatie met andere beleids-