-18-
dit kader nu ook in die zwaarte moesten meenemen en moesten beoordelen.
Dus een ontkenning van zijn twee aandachtspunten, maar we nemen ze apart
mee voor verdere behandeling. Als ik dan op zijn voorstellen in ga, vanaf
voorstel 1, waarin hij zegt de introductie en begeleiding van nieuwe in
woners mee te willen nemen. V/ij denken dat dat toch in het bijzonder
een taak is voor het opbouwwerk, maar uiteraard ook voor andere dienst
verlenende organisaties. In feite is het zo dat in Oudenbosch aandacht
gegeven wordt in de overlegsituaties die er zijn tussen de diverse mensen
op het terrein van het opbouwwerk, algemeen maatschappelijk werk enz.
Ik denk dat het goed is dat we deze suggestiès, dit initiatief, in deze
zin wel verwoord zo doorgeven. Apart als zodanig opnemen is een zaak waarvan
we vinden dat dat geïntegreerd moet zijn in het totaal. V/el willen we
honoreren zijn opmerking. Hij heeft een - ik meen dat de heer Den Braber
het was - verwezen naar een reeds door ons gehouden beurs van sociaal-
culturele organisaties. Dat willen we opnieuw presenteren. Dus dat voor
stel nemen in wezen over. Vandaar dat dat dus een actiepunt wordt van de
gemeente.Het andere is een initiatief wat wij dus in de andere sociaal-
culturele organisaties als voorstel doorgeven. Zijn voorstel 2 waarin
hij zegt: aanvullen met, dus het voorstel 9 van ons, aanvullen met sportie
ve recreatie. Ik denk dat dat een probleem is wat al meerdere keren, ook
in de welzijnscommissie, aan de orde is geweest. Tot op heden is het zo
en ik denk dat, wij denken dat we inderdaad in de toekomst zo dat door moeten
zetten. Namelijk die activiteiten die de sportieve recreatie betreffen
en door organisaties in concrete plannen worden geoffreerd, uiteraard
worden die meegenomen. Dat is ook in de zin zoals het in de rijksbijdrage
regeling bedoeld is. V/e weten anderszins uit de discussies in de sport
raad dat wanneer je over een verdere definitie van dit soort onderwerpen
gaat praten, je zeer gemakkelijk in theoretische beschouwingen valt. Het
verschil tussen recreatieve sport en sportieve recreatie en ga zo maar door.
Duidelijk is wel dat wanneer in de plannen dus deze zaken naar voren komen
ze uiteraard meegaan omdat ze in de regeling verondersteld zijn. Dus we
willen het niet expliciet nog toevoegen. Dan voorstel 3, de definitie
van het begrip integratie. Nou onze tekst is eigenlijk bedoeld zoals de heer
Den Braber in zijn beschouwing heeft besproken. Zoals mijnheer den Braber
het nu stelt in zijn tekst is dat inderdaad een duidelijk uitgangspunt
vandaar dat we dat integraal zo over willen nemen. Dus de definitie van
dat begrip integratie. Zijn voorstel waar het gaat over onderzoekingen
en experimenten op sociaal-cultureel terrein worden in de toekomst bege
leid door een werkgroep die onder andere met tussentijdse^ xapportages
de raad informeert over de voortgang van het onderzoek of experiment.
V/e vinden dat dat inderdaad correct is als het gemeentelijke projecten zijn.
Wanneer het projecten zijn die wij hebben gegeven in handen van het
particulier initiatief dan vinden we dat je dan ook het vertrouwen in
het particulier initiatief moet laten en daar niet nog eens apart een ge
meentelijke begeleidingscommissie bij moet benoemen en uiteraard wel voor
die zaken die een gemeentelijk project zijn. Wel zullen we streven naar
tussentijdse informatie. Dus wanneer dit soort zaken aan het particulier
initiatief worden opgedragen of worden genomen door dat particulier
initiatièf. V/ij zijn daar participant in en dan zullen we er dus inderdaad
wel naar streven dat er tussentijdse evaluaties komen. Met de andere werken
we dan met een gemeentelijk begeleidingsgroepje eventueel. Met betrekking
tot de stand van zaken nu voor het jeugd-en jongerenwerk is het zo dat bij
het maatschappelijk centrum, die hebben toch nogal wat tegenwind gehad. Dat
wil zeggen ze hebben nogal wat strubbelingen gehad voordat een functionaris
aangesteld werd, voordat er een deugdelijke ingroei was enz. Maar op dit
moment hebben v/e toch de duidelijke indruk dat in de resterende tijd het pro
ject volwaardig afgerond kan worden. Op zijn voorstel 5 aan de groepen
jongeren toevoegen "jeugd met een afwijkend sociaal gedrag". V/ij zijn
benieuwd hoe dat je dat nou als raad zou gaan benoemen. Hoe ga je dat inder
daad verwoorden, afgezien van het feit v/at of je er nou precies mee bedoelt.