of we maken van een analfabeet een'voorlezer in de kerk. Mijnheer de voor zitter, u begrijpt wat ik bedoel met dat positieve discrimineren, ik vind het onjuist. Met betrekking tot het globaal plan sociaal-culturele akkommodaties het volgende. De inventarisatie en de signalering van de kwalitatieve en de kwantitatieve tekorten valt mij geweldig mee. Ik had erger verwacht, afgaande op allerlei noodkreten die er in deze raad zijn geuit met betrekking tot diverse voorzieningen. Voor mijzelf, samen met velen in onze gemeente, was ik de mening toegedaan, de overtuiging toe gedaan dat we in Oudenbosch wat betreft voorzieningen kunnen spreken van een zeer goede situatie. Een ander punt is naar mijn mening belangrijker. Op welke manier laten we een zo groot mogelijk deel van de bevolking pro fiteren van de voorzieningen die we hebben. We kunnen toch nog steeds constateren dat bepaalde groepen blijkbaar nog niet toe zijn aan het mede gebruiken van gemeenschapsvoorzieningen, alhoewel zij via de plaatselijke en de landelijke belastingen hun steentje bijdragen tot instandhouding van het een en ander. Juist ook vanwege dit feit zullen we voorzichtig moeten zijn met het ongelimiteerd uitbreiden van akkommodaties. Het parti culier initiatief en de eigen bijdragen hierin, ook financieel, zullen on misbaar zijn bij het realiseren van ontwikkelingen. Ik sluit me dan ook helemaal aan bij het gestelde in het preadvies dat u de prioriteit voor het akkommodatievraagstuk tot uitdrukking wilt laten komen in het in vesteringsprogramma. De hoogte van de bedragen zal dan inderdaad uit verder onderzoek naar noodzakelijkheid en wenselijkheid naar voren moeten komen. Echter daarvoor moet alleen bepaald worden maar bezien moeten worden in het totaal van de ruimte binnen de begroting van een bepaald jaar. Mijnheer de voorzitter, niemand is ingegaan op de passage in het preadvies met betrekking tot de bezuiniging in het kader van de financiële verhouding rijk-gemeente welke op jaarbasis voor onze gemeente 120.000,minder uitgeven betekent. Iedere fractie heeft zijn wensen met betrekking tot de nieuwe voorzieningen staande gehouden. Ik vind, mijnheer de voorzitter dat we echter realist moeten zijn. We kunnen niet verder springen dan onze stok lang is. We kunnen een gulden maar een keer uitgeven. Nogmaals waar dering voor de voorliggende beleidsnota en de duidelijke weergave van de pro blematiek. Ik spreek de hoop uit dat het college en het college wat hierna komt, deze beleidsnota zowel naar de letter als de geest zal hanteren als uitgangspunt voor haar toekomstige beleid. De heer VAN HOEK: Mijnheer de voorzitter, op de eerste plaats wil ik op merken dat de beleidsnota sociaal-cultureel plan Oudenbosch en het globaal^ plan sociaal-culturele accommodaties Oudenbosch, goede nota's zijn. Duidelijk leesbare werkstukken. Een compliment voor de samenstellers. Decentralisatie is de kreet in welzijnsland, Niet meer het rijk doch de gemeenten moeten gaan uitmaken aan welke welzijnsvoorzieningen zij geld uitgeven. Daarbij zal aan de eigen verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen als aan de authen tieke plaats van de particuliere organisatie recht gedaan moeten worden, waarbij aan eisen van democratisering en doelmatigheid zal moeten worden vol daan. De algemene beleidslijnen ten aanzien van de inhoud en organisatie van het sociaal-cultureel beleid kan ik onderschrijven. Met name dat het beleid gedragen moet worden door de gemeente. Uitvoerend werk en bevolking vraagt onze aandacht. Het betrekken van de burgers bij de opstelling van het sociaal-cultureel plan is geen succes geweest. Bij de fase evaluatie werkwijze zal dit punt grote aandacht moeten krijgen. De gebruikers van het sociaal-cultureel werk zullen er daadwerkelijk bij betrokken moeten worden. Dë daadwerkelijke uitvoering van het sociaal-cultureel werk dient te ge schieden door het particulier en maatschappelijk initiatief. De uitvoering door vrijwilligers dient centraal te staan. De vrijwilligersorganisaties moeten kunnen rekenen op ambtelijke ondersteuning om bij de volgende fases van het plan mee te kunnen blijven spelen. V/at de voorstellen voor de planperiode 1982-1985 betreft: De vorming van een brede welzijnscommissie zal het doel matig -beoordelen van welzijnszaken zeker ten goede komen. Het betrekken van de sportraad in deze acht ik gezien de geëigende plaats welke de sport in

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 109