-14- waaraan een hogere prioriteit wordt toegekend, bijvoorbeeld volwassenen educatie, maar ook verband houden met ruimtelijke voorzieningen en hoe moet het nu als er een nieuwe wijkvereniging bijkomt Wordt dan het bestaande subsidiebedrag opnieuw verdeeld Of kan dat opgevangen worden bij de nieuwe initiatieven Ook het begrip volkscultuur verdient toch wel enige toelichting. Betreft het hier de activiteiten of de organisa ties die voor dit type werk worden gesubsidieerd, bijvoorbeeld de Stichting Oudenbossche Karnaval en het Sto Nicolaas—comité. Omdat niet duidelijk is om welke bedragen het gaat bij de prioriteitsstelling vinden wij het op dit moment erg moeilijk om in te stemmen met het voorstel om voor ondersteuning van nieuwe activiteiten, waaronder het accommodatieplan, eerst dekkingsmiddelen te gaan zoeken bij andere beleidssectoren. Vooralsnog lijkt het ons gewenst "eerst" te vervangen door "mede". Andere zaken zoals speel- gelegenheid in de wijken, woningbouw, verbetering van de woonomgeving en uitbreiding van het zwembad of andere voorzieningen ten behoeve van ge handicapten zouden daar al evenzeer voor in aanmerking kunnen komen. De afweging ten opzichte waarop bezuinigd moet worden ontbreekt ons, hoewel de gedachte natuurlijk erg sympathiek klinkt. Op pagina 19 en 20 is inge gaan op het jeugd- en jongerenwerk. Omdat het hier gaat om vormende en ontspannende activiteiten voert het mij te ver om de situatie af te schilderen als zou er naast S.O.J.O. en de specifieke jongerenorganisaties van onder andere scouting, jeugdclubs, het jeugdcircus en de K.P.J. geen mogelijkheid zijn voor ontspanning en ontmoeting. Genoemd wordt nog wel de wijkvereniging als mogelijke opvang voor de jeugd. De sportverenigingen maar ook andere instellingen als de muziekschool en andere verenigingen zorgen toch even zeer voor de nodige opvang. Ongetwijfeld zal er daarnaast nog een deel van de jeugd geen opvang hebben, maar dit deel is kleiner dan in de nota wordt gesuggereerd. Bij de ruimtelijke voorzieningen wordt naar onze mening zeer terecht gesteld dat het hier om middelen gaat ter realisering van doel einden. We moeten er dan ook voor waken dat er weliswaar ruimtes worden gecreëerd, maar dat de activiteiten daarbij achterblijven. Een voorbeeld zou Fidei et Arti toch wel kunnen vormen: een kostbare voorziening die slechts weinig wordt benut. Hierbij doet zich het probleem voor dat men moet groeien in de nieuwe jas. Ook de kostenaspecten voor de gebruikers kunnen daarbij weer een rol spelen. Bij de typering van het tot nog toe gevoerde accommo- datiebeleid, waarbij de aandacht sterk is geconcentreerd op de gebouwde centrale voorzieningen, zoals Fidei et Arti en het gemeenschapshuis, dient er naar mijn mening rekening te worden gehouden met de behoefte aan groot schalige voorzieningen in het centrum. Bij de geïllustreerde groei van het inwonertal en de functie die Oudenbosch in de regio vervult is dit zeker geen overbodige luxe. Voor de duidelijkheid had in de nota even eens melding gemaakt moeten worden van nog maar pas gerealiseerde ontmoe tingsruimten bij sportaccommodaties, zoals bij De Beuk, op Albano en bij O.T.C. Er is echt wel het een en ander gebeurd in de afgelopen jaren. Uiteraard dienen klachten die kleven aan het gebruik van de huidige accommodaties en aan de geringe bezetting van Fidei et Arti zo spoedig mogelijk te worden aangepakt. Bij een verbetering van de gebruiksmogelijkheden van de gemeen schapshuizen dienen aan de huidige gebruikers waarborgen te worden gegeven dat zij hun activiteiten en functie kunnen blijven uitoefenen. De centrali satie van de verhuur aan permanente gebruikers in het gemeenschapshuis mag er niet toe leiden dat de huidige organisaties die optreden als huurder en zelfs als mede-stichter van dit gebouw hiervan de dupe kunnen worden. In financieel en in organisatorisch opzicht dient te worden gewaakt voor na delige gevolgen van deze verandering. Ook hier moet men huurbescherming in acht nemen. Verder zou ik willen benadrukken dat de overheid een bemiddelende rol dient te vervullen ten behoeve van organisaties die ruimtegebrek hebben. De analyse van de situatie met betrekking tot het opbouwwerk kunnen wij in grote lijnen delen. In reactie op de beleidsnota van het M.C. hebben wij al eerder aangedrongen op democratisering en verduidelijking van de doel stellingen. Inmiddels is er al gewerkt aan de opzet van de stichtingsraad.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1981 | | pagina 107