-8-
dat het de werkzaamheden van de welzijnscommissie zou doorkruisen. Ik denk dat
dat inderdaad een goede procedure is dat het plan met betrekking tot die
akkommodaties wordt voorgelegd aan de welzijnscommissie en de commissie culturele
minderheden en het daarna in deze raad komt. Ik denk dat je het dan ook
onmiddellijk in de raad aan de orde moet stellen en niet in de commissie al
gemene en bestuurlijke zaken om op die manier de functie van de welzijns-
commissie tot zijn recht te laten komen. De heer Rennings die refereert met
betrekking tot het toch nog bestaan van de ruimteproblematiek aan het beroep
wat mijnheer Hamid hier deed. Ik denk dat je dat toch ook moet zien in het licht
van de onaanvaardbaarheid van al die tijdelijke oplossingen met name voor
een gelovig man die nogal hecht natuurlijk aan juist dat stuk moskee wat hij
eigenlijk overal mist. Wat dat betreft zal ook het multifunctionele gebouw zoals
dat door C.R.M. en de Stichting Buitenlanders wordt opgezet en in samenspraak
met ik denk het Internationaal Komitee in ieder geval met de voorzitter daarvan,
dezelfde Hamid, en ook nog iemand uit de Marokkaanse gemeenschap, nee, uit de
Turkse gemeenschap, dat als voorbeeld heeft de oplossing die nieuw gebouwd in
Oosterhout is gevonden en waarmee C.R.M. ook gezegd heeft zich te kunnen
verenigen. Nou ik heb vandaag de heer Rabba aan de telefoon gehad en begrepen
dat men in sfeer van het ontwerpen de zaak heeft afgerond en dat men nu gaat in de
richting van contacten naar een aannemer. Dat is natuurlijk toch een hele bouwtijd
nog, dus ik kan me wel voorstellen dat men daar eerder een oplossing voor wil
en dan blijft toch nog, en Hamid weet dat, dan blijft toch nog het probleem van
de moskee bestaan, want C.R.M. zegt dat in ieder geval daarvoor onvoldoende basis
aanwezig is. Met betrekking tot de problemen op korte termijn in de akkommoda
ties, dan weer in zijn algemeenheid geformuleerd, denk ik dat wij eerder tot
de conclusie waren gekomen, dat daar met name het personeelsprobleem zat, het
beheerdersprobleem zat. Er was voldoende akkommodatie, maar het werd maar voor
een veertigtal uren per week opengesteld. Ik denk dat we moeten aannemen dat
het probleem opgelost is als het Werkvoorzieningsschap inderdaad in staat is om
ons wat dat betreft te helpen en dat was een ingrijpende hulp want dat zou tot
een verhoging van 200% leiden. Met betrekking tot de opmerking van de heer Van
Hoof - een aantal laat ik er maar voor wat ze zijn; ik neem aan dat de heer
Van Hoof daar ook niet zozeer een reactie op verwacht voor wat mij betreft -.
Ik moet hem wel zeggen dat de gelijkschakeling zoals hij hem presenteert met
betrekking tot de buitenlandse werknemers onder ons die met akkommodatie-pro-
blemen van andere organisaties/groepen, dat die zo niet in B. en W. ligt, want
dat wij met betrekking tot noodsituaties vinden dat je toch altijd voorrang ge
rust kunt verlenen, dat niemand je dat ook kwalijk zal nemen, dat zelfs iedereen
daar begrip voor op zal willen brengen. Mag ik u voorstellen om het probleem met
betrekking tot beide brieven op te laten lossen in het contact Internationaal
Komitee - Stichting Gemeenschapshuis en dat de nota van B. en W. over de
akkommodaties nadat hij in de welzijnscommissie en in de commissie culturele
minderheden aan de orde is geweest, hier in deze raad komt. Akkoord O.K.
De heer WIJNEN: Het betreft 21 b en o. Dat gaat over het schrijven van de
Vereniging Fabrieksleveranciers Oudpapier en de circulaire van het ministerie
en daar staat dus bij dat die afgehandeld zou worden door het college. Ik was
eigenlijk wel benieuwd op welke wijze dan deze afhandeling zal plaatsvinden.
Want er is een verzoek eigenlijk gericht om subsidie. Subsidie of ondersteuning
zou je dus kunnen zeggen, want elke subsidie is toch eigenlijk een vorm van
ondersteuning om daar afstand van te doen in verband met de toestand waarin
de oud-papiermarkt momenteel in verkeert. Ik dacht dat het nog geen jaar geleden
is dat we een dergelijke ondersteuning voor het verzamelen van oud papier
hebben ingesteld en ik was eigenlijk wel benieuwd naar wat uw voorstel was
tot afhandeling.
De heer DU PONT: Het voorlopig standpunt van het college is dat men de subsidie
regeling in stand wil houden.
De VOORZITTER: Maar daar zijn wel een aantal motieven voor.
De heer DU PONT: Ja, mede dus in het kader van het gescheiden ophalen van
het huisvuil en het feit dat het huisvuil dat wij ter verbranding aanbieden
altijd 70,per ton kost.