-7- als je alle behoeften aan ruimten wilt voorzien, wat daarvan dan de consequenties zijn. Dan kun je voor de keuze komen dat dan niet alles gelijk kan, dat sommige dingen helemaal niet kunnen, maar dat kun je dan duidelijk maken en dan betekent het dat die mensen die nu nog in zekere verwachting leven dat die rtan weten op welke termijn ze gewoon gehonoreerd of niet gehonoreerd worden. Maar je bereikt er wel mee dat dingen die op korte termijn op te lossen zijn en dat loopt de welzijnscommissie helemaal niet voor de voeten, want dat zijn organisatorische en operationele maatregelen en ik vind voorzitter, wij hebben de laatste jaren voor pakweg misschien 24" miljoen in gebouwen geïnvesteerd en ik denk dat we nu toch moeten streven naar op zo kort mogelijke termijn betere benutting van die gebouwen want de bezettingsgraad is veel te laag. De heer VAN HOOF: Toch nog even over die misverstanden die er dan toch zouden zijn. Ik heb naar mijn mening duidelijk gelezen in de brief van een van de stichtingen waarin ze bevredigend reageerde op het gesprek wat er geweest was met de stichting gemeenschapshuis. Dat was voor mij in ieder geval een duide lijk bewijs dat er aan de grootste nood op dat moment vanuit die richting een afdoende oplossing gegeven werd. In de brief van het Internationaal Komitee dat is een ellenlang verhaal, waarin allerlei wensen en verlangens worden weer gegeven, dat zal een ieder duidelijk zijn dat niet al die wensen en verlangens a la minute kunnen worden opgelost. In de briefwisseling met het gemeenschapshuis is voor mij in ieder geval duidelijk naar voren gekomen dat het Internationaal Komitee standpunten had ingenomen, terwijl er vanuit het gemeenschapshuis op de betreffende vragen nog geenszins antwoord gegeven was. Wat dat betreft zijn er ook duidelijk misverstanden over en weer geweest. Mijnheer de voorzitter, ik vind we moeten het mogelijke doen wat gedaan kan worden. Ik heb uit het antwoord van de wethouder begrepen dat er voor het beheer een oplossing gevonden gaat worden. Nou ik denk dat er dan inderdaad in de mate waarin het op dit moment mogelijk is toch mogelijkheden geschapen worden om efficiënter gebruik te maken van vooral Fidei et Arti, waar we dan als gemeente bepaalde mogelijkheden hebben om die behoefte om aan de behoefte uitsluitsel te geven om in ieder geval daarin te voorzien. Nogmaals mijnheer de voorzitter alles kan niet gelijk. Ik vind we moeten de dingen duidelijk gewoon op zijn juiste waarde taxeren en ons niet vind ik te. enen male af laten hangen van een brief met vele ver langens en wensen. Die leven bij andere groeperingen in onze gemeenschap ook duidelijk en ik vind dat we niet juist omwille omdat het van het Internationaal Komitee en omwille van het feit dat het met buitenlanders te maken heeft dat we nu in ene keer daar een zodanig probleem van moeten maken dat dat alleen tot een oplossing zou moeten komen. Ik vind de mensen zijn evengoed met elkander burgers en ingezetenen van onze gemeente en we moeten in gelijke mate als we dat met anderen doen vind ik aan hun problemen een oplossing geven. Mijnheer de voorzitter, ik, nogmaals in die brief vond ik een bevestigende zinssnede van het Internationaal Komitee of van de Stichting Buitenlanders dat ze tevreden waren. Ik heb soms wel eens de indruk dat de problemen niet zozeer bij de Stichting Buitenlandse Werknemers of bij het Internationaal Komitee zitten, maar dat die veel meer voortkomen vanuit mensen hier in deze raad. Ik denk dat die eerder en meer problemen maken om bepaalde zaken dan de mensen zelf die voor deze problemen een oplossing proberen te vinden. Dat wilde ik toch nog even kwijt. De VOORZITTER: Ik denk dat het misverstand dat de heer Van der Graaf in eerste instantie oppikte, dat dat inderdaad het beste opgelost kan worden door een contact tussen het Internationaal Komitee en de Stichting Buitenlanders. Ik denk dat een tweede misverstand dat in die eerste instantie naar voren was gekomen dat dat goed op te lossen is op de wijze zoals de heer Van der Graaf zegt. De wethouder Brouwers is bezig met een plan om in B. en W. een plan te maken over de akkommodaties. De bedoeling is dat dat plan naar de welzijnscommissie gaat en ik denk niet dat het bezwaarlijk is dat ook naar de commissie culturele minderheden te laten gaan om daar te laten be-adviseren. Het mis verstand bestaat er dan in dat u van mijn woorden had begrepen dat de wel zi jnscommissie dat plan zou moeten maken. Niks is minder waar, maar ik vreesde

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 96