-5- eens in het college op tafel brengen, maar ik zie aan de reactie van de wet houder Brouwers dat hij hetzelfde gevoelen heeft. Dus ik weet niet of het zinvol is om dat onderzoek op dit moment in te stellen. Temeer niet omdat de mogelijkheden tot goed gebruik eigenlijk mede afhankelijk zijn van de personeelsbezetting zoals die kennelijk op dit moment dan wel gerealiseerd is. De heer BROUWERS: Ja, dat laatste waarop u doelt, voorzitter, was ik het niet helemaal mee eens. Dat komt, want ik ben de hele week niet in Oudenbosch ge weest, en dat hebben we dus ook niet door kunnen seinen, maar ik ben wel bezig om in ieder geval voor de B. en W. aan de hand van de discussies, vooral de laatste discussie, om toch een voorstel te maken wat we daaraan kunnen doen. Als het aan moet sluiten op de wens van de heer Rennings die dus zegt is het niet mogelijk dat het college in de novembermaand komt met een nota ervover, dan denk ik dat we niet alleen het werk van de welzijnscommissie doorkruisen. Ik zou daar niet persé op hoeven te wachten denk ik, maar ik vind dat al'"te simpel gesteld. Ik wil er overigens de heer Rennings aan herinneren, dat op zijn voorstel in deze raad ik bij voorrang mij druk ben gaan maken over deze akkommodaties. Toen ik in de welzijnscommissie kwam met een wat concreter voorstel toen schrok de heer Rennings zo van de consequenties dat hij zei: ik vind dat je dat toch eens wat verder Ik bind me daar nou nog niet aan. Ik denk dat je dat akkommodatieplan waarover in de nota is gesproken, waarover gediscussieerd is, dat is een zaak die moet je niet in een maand willen afwerken. Dat vraagt niet alleen voorbereiden, maar het vraagt dus ook een goede opzet. Ik ben wel akkoord dat acute nood, dat je die bij voorrang kunt behandelen en daar gaat het hier in feite om en wanneer ik dan de heer Van der Graaf het woord misverstand hoor noemen, dan ben ik daar op dit moment ook bevreesd voor. De heer VAN DER GRAAF: Ja, ik ben blij dat de wethouder ook die gedachte is toegedaan, want ik ben er zeker van dat er een levensgroot misverstand is. Kan natuurlijk ook in dit soort gevallen een stichting die in Breda zit die feitelijk de taken heeft overgedragen voor een belangrijk gedeelte of overgedragen zou moeten hebben in ieder geval aan het plaatselijke maatschappe lijk centrum die daar naar mijn overtuiging dus wat ten onrechte wordt bijgehaald maar misschien ga ik dan te ver op die weg. In elk geval ben ik ervan overtuigd dat er een misverstand is. Ik weet wat de wensen van het Internationaal Komitee zijn en die wensen die zijn nadrukkelijk anders dan de afspraken die nu ge maakt zijn en die zijn ook nadrukkelijk anders dan datgene wat door de Stichting Buitenlanders West-Brabant wordt bevestigd als overeengekomen. Waar precies de reden van dat misverstand zit weet ik niet. Ik ben het wel met u eens dat in eerste instantie vanaf de aanvrage dus al wat misverstanden opgehelderd moeten worden, dat ben ik met u êens. De VOORZITTER: Mag ik eens heel even wat vragen, want ik zie meerdere mensen verbaasd opkijken. Dus de wens die hier bevestigd wordt met betrekking tot die permanente ruimte is een andere dan de wens van het Internationaal Komitee volgens u. De heer VAN DER GRAAF: Nou, het Internationaal Komitee wenst een echte perma nente ruimte en als ik zeg een echte permanente ruimte dan bedoel ik een ruimte waar zij evenals verschillende verenigingen en instanties in deze gemeente gebruik van maken waar zij de sleutel van hebben en waar ze op alle uren die hen er gebruik van kunnen maken ongestoord door beheerders, assistent beheerder koffiezetters enz. enz. De VOORZITTER: Dus een heel nadrukkelijke loskoppeling van de beheersproblematiek. De heer VAN DER GRAAF: Dat is heel duidelijk de wens van het Internationaal Komitee en ik denk dat daar dan ook dat hele grote misverstand zit. Wij hebben destijds daarover ook wel eens gesproken op welke wijze zou die beat- kelder te scheiden zijn van binnenuit van de rest van de ruimte van Fidei et Arti en op welke wijze zou die ruimte van buitenaf bereikbaar te maken zijn zonder dat men door Fidei et Arti heen moet. Dat wijst er dus al op dat dat eigenlijk de richting was die gezocht wordt. Nou vind ik niet dat wij dat hier dan nu even moeten gaan uitmaken. Ik zou dus wel inderdaad het Internationaal

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 94