-3-
De VOORZITTER: Eens even kijken. Kan de wethouder Du Pont daarop reageren
De heer DU PONT: Ja, wij hadden graag dit in de raad van september gebracht,
de nieuwe samenstelling van de commissie, maar we hebben nog niet van al die
genen die een vertegenwoordiger kunnen leveren voor die commissie een opgave
gehad. Daar zitten we nog op te wachten. Die zijn dus aangeschreven om zo snel
mogelijk daarop te reageren, maar alle kandidaten zijn nog niet bekend.
De heer VAN DER GRAAP: Ja, een paar, mijnheer de voorzitter. Aangaande 3 van het
verslag van de openbare vergadering van de commissie culturele minderheden
wil ik de raad wijzen op het gedeelte in de rondvraag waar door mij met name een
opening gegeven is, een voorzetje zo u wilt, om die commissie wat handen en
voeten te geven, met elkaar te bespreken op welke wijze die commissie zinnig
kan adviseren en ik heb daarbij^ betrokken een stuk opening ook naar dit soort
werkzaamheden van het college van burgemeester en wethouders. Die heb je daar
namelijk bij nodig. Die moeten in een aantal gevallen adviezen vragen over
zaken die culturele minderheden aan de voorzitter van die vergadering, die vond
dat een heel belangwekkende vraag en vervolgens kregen we een brief van hem dat
de vergadering niet doorging, wegens gebrek aan agendapunten. Ik moet u zeggen
dat ik dat een vrij vervelende zaak vind. Ik ben van mening dat er heel veel voor
die commissie is te doen als we dat maar met elkaar ook willen. Moet ik door
gaan met het volgende punt of
De VOORZITTER: Ja, ik denk U hebt daar officieel ook schriftelijk een stuk
van gemaakt en dat hebt u gericht aan de commissie. En ik denk dat het daar het
beste in besproken kan worden.
De heer VAN DER GRAAE: Dan naar aanleiding van het verslag van de commissie voor
openbare werken. Ik heb daarin gelezen dat de commissie zich heeft beziggehouden
met de muur aldaar en nou herinner ik me - maar ik weet niet meer of dat in de
raad was of in de commissie algemene en bestuurlijke zaken - dat ik het voorstel
heb gedaan iets dergelijks wat veel meer een artistieke beoordeling behoeft, omdat
te verwijzen voor advies naar de commissie expositieruimte met het verzoek uiter
aard om dat te doen, omdat het niet helemaal precies binnen hun normale opdracht
ligt. Is daar gevolg aan gegeven, dus kunnen we van die zijde nog een advies
verwachten
De heer DU PONT: Ik kan me niet herinneren dat hier in de raad over de commissie
beschikbaarstelling expositieruimte is gesproken. Bij de algemene beschouwingen
hebt u onder andere over dat punt gesproken en toen hebben we gezegd dat we het
in de commissie openbare werken zouden behandelen. Daar is het tweemaal minstens
aan de orde geweest. Een keer is het aan de orde geweest en toen is het idee
naar voren gekomen om een kunstenaar daarvoor in te schakelen. Wij hebben daar
ook advies over ingewonnen - enfin het verslag daarvan is in de laatste com
missievergadering door de voorzitter gedaan - en toen is die zaak in de laatste
vergadering van de commissie openbare werken aan de orde geweest, maar de
tentoonstellingscommissie kan ik me niet herinneren hoor.
De VOORZITTER: Mag ik zo afspreken dat we uw suggesties samen met deze zaak - want
dit is het advies aan B. en W. vanuit de commissie van advies en bijstand - in
B. en W. bespreken. Eventueel de commissie er nog een keer een advies erover
laten uitbrengen en dan de zaak afsluiten.
De heer VAN DER GRAAF: En dan punt het afschrift van het schrijven van het
Internationaal Komitee. Het is een afschrift, we zouden dat dus inderdaad gevoeg
lijk voor kennisgeving kunnen aannemen, maar ik herinner dan aan het feit dat
wij al geruime tijd gesproken hebben over het wel en wee van de ruimten in
Oudenbosch. Met name van Fidei et Arti en van het gemeenschapshuis. Het college
van burgemeester en wethouders zou zich daar actief mee bezig houden. Ik
herinner me een mededeling van de voorzitter, dat als er niet tot een behoor
lijke regeling gekomen zou kunnen worden dat dan toch op de raad een zware
verantwoordelijkheid zou rusten en dat liegt er niet om. Mijn vraag: hoe staat
het daar nu eigenlijk mee
De heer BROUWERS: De brief, ja u hebt hem juist geinterpreteerd, is gevolgd
door een overleg, een verzoek van de stichting gemeenschapshuis en dat betreft
de personeelsbezetting, waarmee de verhuur toch wel problemen opleverde. Dat