-26- dat die subsidiecommissie bijeenkomt, want de raadsvergadering is nog daarna, dus van tevoren kunnen we het toch niet terugkrijgen in de raad, dan ben ik tevreden. De VOORZITTER: Nou, dan moet ik er een mits aan verbinden. Mits dat ook van de zijde van Daphnia mogelijk is. De heer VAN DER GRAAF: Ja, mijnheer de voorzitter, u zegt net in antwoord op een vraag van de heer Van Hoof, waar ik niet op zich op in ga, maar waar ik een eigen vraag over had, dat het probleem van het objectiveren bij de woningstichting onder de aandacht is. Nu ben ik gestuit op twee verschillende gevallen bij de woningstichting, waarbij een woningruil is geweigerd door de woningstichting. De woningruil is van een inwoner van Oudenbosch met een in woner van buiten de gemeente. Op grond van het feit dat die inwoners van buiten de gemeente niet economisch gebonden zijn aan Oudenbosch. Ik denk dat dat een onjuiste objectivering is. Zeker wanneer we en dat is eigenlijk het enige houvast wat we op dit moment hebben, wanneer we kijken naar de Woonruimtewet 19V7 die bij het toekennen van woonvergunningen, deze groep van mensen die binnen de gemeente komen wonen een woonvergunning toedenkt, wanneer zij althans, maar dat staat hier even buiten beschouwing, passen binnen de andere kaders, dus ten aanzien van het inkomen en de huurprijs van de woning. Buiten dat kijken naar die woonruimtewet heb ik ook wel andere argumenten om te zeggen dit lijkt mij een onjuist voorbeeld van een poging tot objectivering en waarom omdat het op dat moment de ruilers in vrijwel alle gevallen de ruilers vanuit Oudenbosch in vrijwel alle gevallen zal beletten om elders een werkkring te vinden, want meestal is dat namelijk de achtergrond. In ieder geval in een van de twee gevallen waar ik op gestuit ben is dat de achtergrond. Ik denk dat dat dan een onterecht gebruik is. Ik weet niet hoe de raad hierover denkt. Het is een rondvraag dus we kunnen dat op dit moment niet vragen, maar ik zou toch wel willen dat dit probleem bijvoorbeeld door het college van B. en W. wordt bezien en wanneer het college het eens is met mijn zienswijze dat het onder de aandacht gebracht wordt van de woningstichting en liefst zo snel mogelijk omdat die twee gevallen, waarvan er een van een aard is van ik noem het maar psychische nood en de ander van een aard is die ik net noemde, het een werkkring vinden buiten de gemeente. Een werkkring die voor betrokkene erg belangrijk is. Met andere woorden, wanneer het college dat met mij eens is, het onder de aandacht te brengen van de woningstichting en ons daarover rapporteren. Ik kan me ook voorstellen dat het college neen zegt. Dan wil ik het graag op ,de een of andere manier toch een keer bespreekbaar maken in de raad en dan liefst op een zo kort mogelijke termijn. Dat is nu verschrikkelijk moeilijk geworden. Een tweede punt wat ik in de rondvraag wilde aanroeren,is het volgende. Er is een nota geproduceerd door de Partij van de Arbeid over woonruimtebeleid. Op zich erg begrijpelijk is er alle aandacht uitgegaan naar dat urgente probleem van die invulling van lob-B van Albano, maar er ligt nog een heleboel anders en dat raakt ook deze problematiek. Ik zou niet graag willen dat de rest van de nota onder de tafel verdween. Ik wil er ook op aandringen en de raad heeft het maar te zeggen wanneer men er geen belangstelling voor heeft, want dan gaat het uiteraard niet door, maar anders zou ik er op willen aandringen dat ook dat zo snel mogelijk ter bespreking gebracht wordt, opdat die hele pro blematiek verder door de raad kan worden bediscussieerd. De VOORZITTER: Met betrekking tot de eerste vraag. Ik zeg u graag toe dat wij het probleem met name met de toelichting die u erbij gegeven heeft of de pro blemen nog eens in de aandacht van de toewijzingscommissie van de woningstichting zullen aanbevelen. Ik heb wat problemen en dat daarover rapporteren, omdat de toewijzing een zaak is van de woningstichting. Dus een vinger erachter hebben we niet. We hebben - en dat is in de tijd dat de woningen werden overgedragen ook heel nadrukkelijk overwogen- de bevoegdheid tot het toewijzen van die woningen aan de woningstichting overgelaten. Maar ik denk dat de consentieuse wijze waarop de toewijzingscommissie over het algemeen te werk gaat, dat ik hier borg voor mag staan dat als wij uw bezwaren of uw kanttekeningen nog eens bij hen onder de aandacht brengen, dat ze dat zorgvuldig zullen overwegen en dat ze een zorgvuldig besluit zullen nemen. Laten we even uitstellen of we dan on-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 53