-23- noch schrijven en dan is 1 een beetje weinig. Over het voorstel zelf, althans de stukken die erbij liggen. Het plan bestaat om in regionaal verband bij het ministerie rechtstreeks plan en programma in te dienen. Maar het vormings instituut waar men dat onder wil hangen heeft nog niet gereageerd. Mijn vraag is dan wat gebeurt er, nou als die nee zegt, want dat is nog helemaal open en als ze ja zeggen wat is dan de rol, welke rol kan de gemeente dan nog spelen en op welke manier had men gedacht naab de gemeente toe verantwoording af te leggen. Het subsidieverzoek betreft voor Oudenbosch een bedrag van 550, Dat is een schijntje. Niettemin mis in de brief van de regionale werkgroep het woord startsubsidie In de circulaire waarin dus is aangekondigd dat waarin deze regeling is aangekondigd, 1 augustus is de vermoedelijke inwerking treding, is óók sprake van startsubsidies van 10.000,per project. Ik denk dat als zij dat te pakken proberen te krijgen dat dan dat verzoek aan de gemeente overbodig zou kunnen zijn, want zij komen uit op een tekort van 8.250, De heer BROUWERS: Ik zou graag van mijnheer Den Braber willen weten wie hij bedoelt met wie De VOORZITTER: Het vormingsinstituut. De heer DEN BRABER: Waar men het organisatorisch onder wil hangen; in regionaal verband. De heer BROUWERS: Het vormingsinstituut heeft als zodanig die activiteit voor zijn rekening genomen, brengt het in en organiseert het en doet zijn subsidie aanvrage bij de gemeente en dat wordt al of niet gehonoreerd, naar de mate waarin het plan wordt goedgekeurd. Ik denk dat daar weinig problemen in kunnen zijn. Althans ik voorzie ze niet. Het tweede wat u dus noemt, die startsubsidie van 10.000,Ik denk dat dat toch betrekking heeft op de activiteiten die vanaf 1 augustus georganiseerd worden. Nu moet ik u eerlijk heidshalve zeggen dat ik pas 23 juni met het eerste bericht vertrouwd gemaakt werd en dat ik vanaf 7 juni voor het eerst een circulaire daarover heb kunnen naslaan. Dat laatste, of dat die startsubsidie dus ook de voorgaande periode geldt. Ik denk dat dat wel te onderzoeken is. Maar als het de nieuwe periode betreft dan heeft het voor de afgelopen periode weinig soulaas denk ik. De VOORZITTER: De heer Den Braber vroeg nog naar de rol van het gemeentebe stuur in de toekomst. De heer BROUWERS: Die is alleen degene bij wie, via wie die subsidie aange vraagd kan worden. Dus de gemeente die kan evengoed - dat geldt dan niet alleen voor deze activiteit, maar dat geldt dus ook voor de activiteiten van de cul turele minderheden - daar kan de gemeente de subsidie-aanvrager zijn. De heer DEN BRABER: Ja, ik vind dit laatste daar sta ik van te kijken, want ik heb net gezegd er wonen in Oudenbosch tussen de 100 en 500 - dat ligt er maar aan wie daar de schatting over doet - mensen die niet kunnen lezen of schrijven en als wij dan als gemeente alleen maar een rol hebben in de subsidie verstrekking. Dat vind ik veel te mager. Ik wil daar een actieve rol in spelen, want een deel alleen maar nu, als dat zo blijft dan is dat een druppel op een gloeiende plaat en ik wil dus met name als dat vormingsinstituut inderdaad ja gezegd heeft, en de wethouder bevestigt dat dus, dat het vormingsinstituut dit oppakt, dan wil ik dus naar dat vormingsinstituut toe wel een inhoudelijke inbreng hebben om meer Oudenbosschenaren de kans te geven met name om eens over de problematiek van de werving van dergelijke mensen, dat is een probleem apart want die mensen kunnen de krant niet lezen om daar eens met die mensen over te praten van hoe halen wij die erbij. Ook achteraf denk ik dat verant woording plaats moet vinden van hoe is er gewerkt, hoeveel mensen hebben er meegedaan en wat zijn de resultaten. De heer BROUWERS: Maar daar heb ik dus al eerder contact over gehad. Ik heb de datum en ook de notitie niet voor me staan. Dat overleg is dus inderdaad wel gaande. Los van dat feit wordt op de afdeling zelf op dit moment onderzocht waar mogelijkheden geboden kunnen worden of kansen benut worden. De VOORZITTER: Mag ik-concluderen uit het feit dat niemand de opmerking van de heer Den Braber over die actieve rol ten opzichte van die vele andere die er volgens die statistische gegevens zijn dat u die onderschrijft en dat het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 50