-k- woningbouw te financieren. De vraag kan dan ook worden gesteld in welke mate deze bereidheid ten goede kan komen aan Oudenbosch. Immers, we staan daarin niet alleen. We werken samen met een viertal gemeenten in de woningstichting St. Bernardus en vormen op die manier gezamenlijk een middelgrote woning- cooperatie. Een ander feit uit die maatschappelijke ontwikkeling is dat in een aantal steden een aantal koopwoningen is omgezet in huurwoningen. Des tijds, enige maanden, was onze vraag de behoefte hebben aan een nader onderzoek op een aantal elementen die we net genoemd hebben en de effecten vast te stellen voor Oudenbosch. Concreet is daarbij aangegeven: kunnen wij zekerheid krijgen of dat pensioenfonds ook bereid is voor Oudenbosch te financieren. Is aan te geven in welke mate de doorstroming een feit is? Met name is ge vraagd hoe, waar komen de mensen vandaan die de koopwoningen hebben gekocht die door St. Bernardus zijn gebouwd. Welke aantallen daarvan gaven een huur woning op om daarover te beschikken en welke aantallen stonden als woningzoekende ingeschreven bij St. Bernardus. Tot zover een stukje van de achtergrond tegen waaraan wij deze problematiek vanavond willen beoordelen. Naar de mening van onze fractie moet de overheid maatregelen treffen om de woningbouwplannen op de ge wijzigde situatie aan te passen. Concreet: ik denk, wij denken dat verschui vingen aanbrengen in bestemmingsplannen onontkoombaar is. Als we nu terug keren tot Albano en daar naar de doelstelling kijken, dan dienen die wij zigingen te passen binnen de richtlijnen van het globale bestemmingsplan en wel om de volgende redenen. De continuïteit in de bouw mag niet in gevaar worden gebracht. Een schokkende uitspraak was de recente mededeling van gedeputeerde staten waaruit blijkt dat een van de belangrijkste redenen van het achterblijven van de bouwproduktie is gelegen in het niet beschikbaarhebben van goedgekeurde bouwplannen. Voorts: de werkgelegenheid in de bouw. Het is ontoelaatbaar dat in een tijd van grote woningnood de werkloosheid in de bouw toeneemt zoals gisteren bleek een toename van maar liefst 23% sinds het eerste half jaar van 1979- En verder de woningbehoefte in Oudenbosch met 270 mensen die geen woning hebben en er wel een zoeken vragen om een optimale bouwproduktie en het is een vertraging om welke reden dan ook onaanvaardbaar. Tenslotte de financiële consequenties. Uitstel van bouwplannen leidt tot rentelasten op de reeds gemaakte plankosten en de inflatie leidt tot verdergaande kostenstijging. Die veranderingen in het plan zoals gezegd die moeten binnen de globale planlijnen, globale richtlijnen blijven. Die hebben ongetwijfeld financiële consequenties.Verande ringen in het plan zoals door ons bedoeld zullen die zeker ongetwijfeld hebben. Indien we het plan handhaven in de huidige vorm en later blijkt dat de grond voor de verkoopwoningen niet verkoopbaar is dan heeft dit nog veel ernstiger financiële gevolgen. Naar onze mening is het beter om daar tijdig op in te spelen. In zijn algemeenheid moeten bestemmingsplannen kostendekkend zijn. Dat is ook onze mening. Om op een onverwachte situatie incidenteel plannen aan te passen, dan mag naar onze mening de reserve van het grondbedrijf die ont staan is door winst op andere bestemmingsplannen worden aangewend. Het gaat ons te ver dat winsten die uit bestemmingsplannen overblijven op basis van een verschil tussen kostprijs en opbrengst dat die niet in een andere fase mogen worden aangewend om verliezen te compenseren wanneer de opbrengst beneden de kostprijs blijft. Naar onze mening past dit zeker binnen de beheersverordening op het grondbedrijf, met name de artikelen 13 tot en met 15 sluiten dit niet uit. Sterker, door te spreken over verlies en winst wordt dit nadrukkelijk als mogelijkheid aangewezen. Op grond van deze overweging is in het grond bedrijf eind dit jaar 350*000*beschikbaar voor dit soort incidenten. De voorwaarden die aan de uitwerking van Albano gesteld worden kunnen wij onder schrijven. In het preadvies zijn ze zeer nadrukkelijk genoemd, en zoals ze daar zijn verwoord kunnen wij daar zeker in meegaan. Indien de tijdsplanning echter niet nadrukkelijk aanwezig zou zijn, dan zouden wij ongetwijfeld bereid zijn wijzigingen aan te brengen in de woningdichtheid en de verdeling naar de onder scheiden woninggroepen, rij enwoningen, half-vrijstaande woningen en vrijstaande woningen. Naar onze mening behoeft dat de kwaliteit van het bestemmingsplan, de kwaliteit van het woongenot zeker niet aan te tasten. Binnen die voorwaarden

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 4