-17- ofschoon geruchten toch altijd wel een grond van waarheid bevatten. Maar hier zijn duidelijke aanwijzingen. Er is een eerste tekening, er is een plaatsing van het bedrijf en het is een feit dat er volstrekt geen activiteiten meer plaatsvinden. Met andere woorden, ik denk dat het veel meer dan geruchten zijn, dat er duidelijke aanwijzingen zijn en met betrekking tot het andere punt, het beleid van de raad ten opzichte van de supermarkt, kan ik het betoog van de heer Van der Graaf volledig onderschrijven. Wij hebben een uitvoerige discussie gehad over het winkelgebeuren. We hebben daar rapporten voor laten maken. We hebben geconstateerd dat het winkelvloeroppervlak in Oudenbosch zelfs in de meest sterke groei al ruim voldoende zou zijn. Ik denk dat je daar dan op zijn minst ten principale een nieuwe discussie over moet hebben, een nieuwe besluitvorming over moet hebben waarbij ik me realiseer dat je dan weer - al was het maar omdat dat het provinciaal bestuur eist - weer nadere onder zoeken van adviesbureaus moet hebben. Met andere woorden zolang die discussie niet is gevoerd vind ik dat we moeten vasthouden aan het beleid dat we een aantal jaren geleden hebben uitgesproken. De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, nog even in tweede instantie toch nog. Wat mij het meeste treft feitelijk dat is de argumenten waarop we het voorbereidingsbesluit genomen hebben. Dat was duidelijk in het preadvies aangegeven. Dat was op de eerste plaats de bestemming Tuin en Erf en het was ook in grote mate om de bouwdiepte te regelen uniform in de wijk Pagnevaart. Mijnheer Van der Graaf heeft gezegd van nou in het volgende voorstel wordt er dan gesteld door de commissie die het onderzoek gëdaan heeft van nou u werkt daar mee in een wijziging van die bouwdiepte. Nou mijnheer de voorzitter, dat vind ik dan juist passen in het voorbereidingsbesluit, inderdaad. Waar we dan toch praten over aanpassing van bouwdiepte dan is het in het voorstel wat hier op volgt daar gaat het juist om bouwdiepte-wijziging. Dan wel met een over schrijding van 10 meter, maar dat vind ik passen binnen het voorbereidings besluit. Dus wat dat betreft heb ik daar niet zoveel problemen mee als de heer Van der Graaf. Wat ik verder nog op wil merken mijnheer de voorzitter, dat, wanneer ik nu beluister van alle kanten dat ik - en dat heeft geloof ik de wethouder gesteld in zijn eerste antwoord - van nou goed het sluit niet uit dat er ook andere aanpassingen plaatsvinden. Ja, mijnheer de voorzitter, dan vind ik toch dat u zich als college een beetje verschuilt achter iets waarvan de raad in ieder geval geen kennis droeg. Ik heb andere informatie en het blijkt dat juist mogelijk om de bestemming op de gebruikte regeling van het betreffende plan, dat dat mogelijk de hoofdreden geweest is om een voorberei dingsbesluit te nemen. Ik heb die informatie ontvangen, de anderen kunnen hem bevestigen. Dat vind ik een kwalijke zaak mijnheer de voorzitter, want dan wordt naar mijn mening duidelijk deze raad door het college misbruikt om be sluiten te nemen die ze feitelijk niet wilt. We hebben het voorbereidingsbe sluit genomen om de wijzigingen Tuin en Erf en erfafscheidingen en de bouwdiepte te regelen en daar is met geen woord gerept over het regelen van het gebruik van een pand waar we nu over spreken. Ik vind dat toch Ik blijf dat een kwalijke zaak vinden. Ik vind dat feitelijk toch de unanimiteit die zowel van de fractie van de heer Rennings en van de Partij van de Arbeid op dit moment naar voren komt. Ja, ik noem het een beetje schijnheilig. De mensen die weten evengoed als ik en ieder ander weet datdat het gebruik niet geregeld is. Ook niet op dit moment. Dat wanneer morgen inderdaad van die andere bedoelingen gebruik gemaakt wordt dat er dan heel weinig aan te doen zal zijn mijnheer de voorzitter. Want daar praten we nu niet over. Dat is een mogelijkheid die we nu niet te toetsen hebben. Het gaat nu om de formele toepassing van de bepalingen die er gelden, die ook voor andere burgers gelden en die we ook voor andere burgers toepassen. Dat heeft bij het volgende voorstel geleid tot een afwijzing. Dat hebben ze conform toegepast en dat is dan ook terechtmaar dat isdan en da^ moet ik dan nogmaals constateren een duidelijk meten met twee maten, mijnheer de voorzitter. Ik ben nou ik wil dat misschien wel uitspreken. Dit punt moet zijn formele afhandeling hebben. Ik blijf staan achter het advies wat de hoorcommissie -in eerste instantie gegeven heeft. Gewoon vanwege een gelijke rechtsbedeling van de burgers en wat dan - daar wil ik me dan ook gewoon eerlijk

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 44