-le vari geen bezwaar te vragen. Ik denk dat de raad in dat opzicht - ik heb daarnet het woord clean gebruikt - zich, maar dan los van deze zaak, althans los van de aanhouding van het verzoek om voorziening in dit geval, zich moet beraden over de vraag of en in welke mate de raad bereid is om bij het vaststellen van de bestemming en niet alleen de bestemming maar ook het gebruik van dat pand mee wil overwegen of dat gebruik ook zou moeten zijn een supermarkt. En wanneer de raad daarop op die principiële discussie ja zegt dan is er niets wat het college van B. en W. tegenhoudt om een verklaring van geen bezwaar te vragen. Maar wanneer de raad hierop geen ja zegt en zegt deze ontwikkeling niet te wensen terwijl de voortekenen duidelijk zijn dat die plannen aanwezig zijn dan zeg ik dan zegt het college van B. en W. terecht aangehouden en dan moeten we maar zien waartoe het een en ander leidt als het bestemmingsplan feitelijk veranderd is. Dan zien we verder. Dat leidt dus bij ons tot de conclusie dat we dit verzoek moeten afwijzen en het college volgen in het niet vragen van een verklaring van geen bezwaar. De heer KOP JANSEN: Voorzitter, wij zijn het dus ook eens met uw voorstel. Ik zou in herhalingen vallen als ik dit op een gegeven moment ga zeggen. De moti vering komt uiteindelijk hier op neer dat wij dus ook ontwikkelingen in deze richting niet wenselijk achten en we staan dus volledig achter het preadvies. De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, bij het nagaan van de feiten met betrekking tot deze aanvraag - en ik heb dat zelf gedaan1'in de commissie die de heer Van der Plas als vertegenwoordiger van de firma Laarakker gehoord heeft - hebben wij geconstateerd dat deze aanvraag in overeenstemming is met de nu van kracht zijnde voorschriften van bestemmingsplan Pagnevaart. Bij het voorbereidings besluit wat de raad op 15 november 1979 heeft genomen, daar wordt alleen beoogd om het gebruik voor een tuin en erf bij de woningen anders te gaan regelen. Uitbreiding van de woningen zou daardoor worden toegestaan en ook het maken van erfscheidingen en dergelijke kleine zaken. Ook in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken van 31 oktober is niet over andere wijzigingen gesproken dan waarbij partiële herzieningen van het bestemmingsplan Pagnevaart zouden kunnen worden vermeden. Nergens is echter blijk gegeven dat er een wij ziging van de gebruiksvoorschriften van het garagebedrijf zou gaan worden op genomen. Als er al sprake is geweest van het opnemen van gebruiksvoorschriften dan heeft dat alleen maar betrekking gehad op het gebruik van woningen voor de aan huis gebonden beroepen voor zover ik mij kan herinneren. Onduidelijkheid over de uiteindelijke bestemming van het op te richten gebouw zal zijn, dat is moeilijk als een beoordelingselement bij het beoordelen van de bouwaanvraag mee te nemen. Ja, bij de meeste bestemmingsplannen zijn daarvoor geen waarborgen opgenomen, die een oneigenlijk gebruik trachten te voorkomen. Een dergelijke procedure is bijvoorbeeld wel opgenomen in het plan Buitengebied. Door middel van een speciaal onderzoek wordt daarbij nagegaan of de aanvrager de gebouwen overeenkomstig het ingediende bouwplan zal gaan gebruiken, maar op deze wordt dan de burger- woningbouw mogelijk tegengegaan in het buitengebied. Daarmee heeft men toch geen absolute zekerheid of de aanvrager het gebouw niet na verloop van tijd gaat verkopen en dat een ander er iets anders mee gaat doen. In bestemmingsplan Pagne vaart ontbreekt een dergelijke procedure. Wij moeten dus afgaan op dit moment het voornemen van de aanvrager en in dit stadium vinden wij dan ook dat eigenlijk krachtens de bestemmingsbepalingen zoals die dan genoemd waren, dat je daar kunt zeggen is dat daar nou een rechtvaardigingsgrond om de uitbreiding van de garage te kunnen tegengaan.Hoewel er dus wel een voorbereidingsbesluit ligt dat op andere zaken betrekking heeft en het is niet nadrukkelijk door de raad kenbaar gemaakt dat het voorbereidingsbesluit ook beoogd om de gebruiksvoorschriften aan te passen. Dat is eigenlijk toch wel een complicatie geweest tijdens het geven van dat advies voor deze bouwaanvraag aan de raad. Een extra complicatie is overigens ook nog wel al zóu er een gebruiksvoorschrift zijn dan zou er nog steeds met een vrij stelling de-mogelijkheid zijn om dan een andere type bestemming te verkrijgen. Het is voor ons, voor mij dan toch nog de vraag en ik denk dat dat ook voor andere fractieleden nog zal zijn of het instellen van het verbod om het anders te gaan gebruiken iets nadrukkelijker uitgesproken moet worden en gezegd wordt van nou dat voorbereidingsbesluit dat geven we ook niet met de bedoeling om andere

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 41