-13-
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
b.J>. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lager-onder-
wijswet 1920 en het beschikbaarstellen van een krediet voor de aanschaf van
meubilair en leermiddelen ten behoeve van het 1e en ^fe leerjaar van de Isaac
da Costaschool/65e wijziging gemeentebegroting 1980.
De VOORZITTER: Hierbij kan ik u zeggen dat gistermorgen is binnengekomen een positief
advies van de inspecteur voor het gehele bedrag van de laagste offerte waardoor
de alinea die begint met: "Bij de feitelijke beschikbaarstelling kan
vervallen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
4.*f. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lager-onder-
wijswet 1920 voor het aanbrengen van brandpreventieve voorzieningen aan de lagere
scholen "De Klinkert" en "De Bukehof"/66e wijziging gemeentebegroting 1980"
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
3. Voorstel tot het benoemen van een lid van de "Commissie Welzijn Culturele
Minderheden".
De VOORZITTER: Mag ik de heer Den Braber en de heer Van Hoof uitnodigen om als
commissie van stemopneming op te treden.
De stemming heeft tot resultaat:
Mevrouw M.A.V. Crynen: 12 stemmen
Blanco: 2 stemmen.
De VOORZITTER: Dan is daarmee mevrouw Crynen benoemd tot lid van de commissie.
6. Voorstel tot vestiging van een recht van opstal en een recht van erfdienst
baarheid ten behoeve van de N.V. P.N.E.M. in verband met een te stichten trans
formatorruimte in het rioolgemaal Albano/6*+e wijziging gemeentebegroting 19&0.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
7. Beslissing op verzoek om voorziening tegen besluit van burgemeester en wet
houders d.d. 1 april 1980 tot aanhouding van de beslissing op een aanvraag om
bouwvergunning voor het uitbreiden van een garagebedrijf.
Mevrouw KNIEP-KÖHNKEMijnheer de voorzitter, aanvankelijk de heer Van der Plas
gehoord hebbende in de Arob-commissie was ik van mening dat wij een bouwvergunning
niet konden aanhouden, daar we toen over niet meer informatie beschikten. Nu
echter blijkt dat de bouwvergunning voor andere doeleinden gebruikt gaat worden,
dan in het bestemmingsplan bepaald,zijn wij van mening dat de heer Van der Plas
eerlijk en duidelijk opening van zaken moet geven, wat men daar van plan is. Om
deze redenen stellen wij ons achter het voorstel van B. en W.
De heer VAN DER GRAAF: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat we dit soort zaken
vrij helder moeten zien. Helder in de zin van clean in de richting van burgers
en ook garagehouders zijn burgers. Ik denk dat een verklaring van geen bezwaar
gevraagd moet worden. Gevraagd kan worden. Wanneer er geen meningsverschil bij
B. en W. is, geen twijfel bij B. en W. is of dat als anticipatie, als vooruitlopend
op planwijzigingen of dat past. Bij twijfel zeg ik: B. en W. onthoudt u, anders
kunt u op een gegeven moment ingaan tegen het gevoelen van de raad, het beleid
wat de raad wil voeren ten aanzien van de wijziging van het bestemmingsplan.
Wat betekent dat in onze ogen in dit geval. Dat B. en W. naar mijn overtuiging,
naar onze overtuiging terecht zegt wij zijn er helemaal niet zeker van dat
gelet op de waarschijnlijke ontwikkeling - en ik ben het met het college eens
dat de tekenen die hier op wijzen vrij reëel zijn - dat B. en W. dus gelet op die
mogelijke ontwikkeling zegt dat durven wij domweg niet aan om daarop vopruit
te lopen. Dan wensen wij geen gebruik te maken van het recht om een verklaring