-3- Ik denk dat het meer in te passen is bij de agenda van de vergadering van de gewestraad. Daar zat het programma als zodanig bij. Agendapunt 12 is alleen maar een mededeling van het feit dat er reakties zijn geweest. De heer RENNINGS: Nee, ik denk het niet. Want het streekgewest nodigt de gemeenten uit om op dat programma te reageren. En dat is in de gewestraad mij ook ten ant woord gegeven door de voorzitterdat we de suggestie die ik daar gedaan heb, dat men die in overweging zou nemen en die zou beoordelen in afwachting van de reacties van de gemeenten.Ik denk dat het gewest wis en waarachtig reacties op dit programma verwacht. De VOORZITTER: We hebben toch al over dat programma in deze raad gesproken en gereageerd. En toen hebben we een brief laten uitgaan. Alleen dat heeft de vergadering van de gewestraad gekruist en daarna is Daarom zit er dus niet deze mededeling in die op 18 juli van het gewest uitging. Wij hebben als zodanig gereageerd. Laatst nog, want dat was mijn vraag. Als het nu ophangt aan de raad toegezonden agenda, dan is eigenlijk de methode van reageren toch de plaatselijke afgevaardigde en enfin u hebt ze zelf ingebracht in de gewestraad dus De heer RENNINGS: Ja, maar daar kreeg ik het antwoord dat het via de gemeente moest dus dan is de cirkel rond. De VOORZITTER: Nee, ik denk dat in de gemeenten straks bij de terugkoppeling weer bepaald moet worden of daar een taak inligt. De heer RENNINGS* Ja, ik Met het schaamrood dan op mijn kaken, als dat al~ een keer hier aan de orde geweest is - het staat mij niet bij - maar dat, ik ben tot die conclusie gekomen omdat hier staat "het voor kennisgeving aan te nemen. Maar als een dergelijke reactie reeds uit is dan De VOORZITTER Die is uit, conform uw besluit van 19 juni. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van het verslag van de commissie openbare werken. Daar is gesproken naar aanleiding van de rondleiding die we gehad hebben, hebben we gesproken over de situatie in de Wolvenstraat en nou is daar een discussie geweest van bewoners met de ruilverkavelingscommissie en nu staat er dat er afgewacht zou worden wat de ruilverkavelingscommissie voor voorstel doet tot reconstructie van dat Wolvenstraatje en ik denk dat als dat plan zoals dat momenteel in ons wegenbestek is door de raad vastgesteld - het tweede wegenbestek voor de ruilverkaveling - dat daar de mogelijkheid dreigt te ontstaan dat er een sluiproute komt in dat Wolvenstraatje. Ik denk dat B. en W. zouden moeten gaan bezien in hoeverre het mogelijk is die maatregelen te nemen om doorgaand autoverkeer in het Wolvenstraatje te beperken. De heer DU PONT* We hebben daar inderdaad in de commissie over van gedachten ge wisseld en het overleg tussen de bewoners en de ruilverkavelingscommissie is op gang en ik dacht dat die met elkaar overeengekomen waren dat we die ontwikkeling even zouden afwachten. De heer WIJNEN: Ik vraag het eigenlijk niet zozeer van wat de uitkomst is van het ruilverkavelingsoverleg maar meer de gedachte aan het bijtijds inspelen op maatregelen om het doorgaand autoverkeer te beperken. Want dat zal wel het resultaat zijn van de op korte termijn uit te voeren werken. De heer DU PONT: Ja, maar we zullen toch eerst moeten weten hoe de situatie ter plaatse wordt. Of de ruilverkavelingscommissie gehoor geeft aan de verzoeken van de betrokkenen. Want dan wordt het een andere situatie. De heer WIJNEN: Nou voorzover mij bekend wordt het conform het plan zoals dat hier is goedgekeurd. De VOORZITTER: Ik denk dat het verstandig is - want in de huidige situatie dreigt dat gevaar niet zo snel hé; dat is niet zo uitnodigend - dat de wethouder er eens naar kijkt en er dan in de commissie openbare werken op terugkomt. De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, over punt 3, het verslag van de bij eenkomst van de sportraad. Dat is al in een eerdere instantie hier aan de orde geweest. Ik vraag me af of de wijziging van de redactie zoals die voorgesteld was door de voorzitter van de sportraad, ofdat die nu wel conform is zoals die hier naar voren is gekomen. Ik weet niet ofdat u eventjes met mij mee wilt lezen. Maar ik dacht dat de tekst hetzelfde was als dat hij in eerste instantie was. De heer BROUWERS: Met betrekking tot het punt van de wielerbaan? De heer VAN HOOF: Ja, inderdaad. De VOORZITTER: Ja, ik kan het zo niet vergelijken met

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 30