-kè- De heer EENNINGS: Ja, voorzitter, nog een facet. Kijk het is hier inderdaad zo dat er dit jaar nog wel een aantal vrijwilligers aan het onderwijs hebben mee gewerkt. Ik denk dat die vrijwilligers nodig blijven, want het kenmerk - ik heb een paar keer met vrijwilligers daarover gesproken - dat is dat zij de taak hebben onderwijs te geven, maar dan heb je contact met die mensen uit de culturele minderheden en dan wordt je ook gelijk voor andere zaken benaderd, want dat is een contact-adres waar je informatie kunt krijgen en eigenlijk hoor je de grote klacht van een aantal vrijwilligers: je begint onderwijs te geven en eigenlijk verzuip je in een heleboel andere zaken. Met andere woorden die vrijwilligers blijven noodzakelijk. Is het niet op het stuk van het onderwijs dan is het het punt van de verdere begeleiding van de buitenlandse werknemers. De heer BROUWERS: Dat is in feite een ondersteuning van wat ik bedoeld heb te zeggen. De heer VAN HOOF: Ja, maar wat heeft dat met de subsidie op zich te maken De VOORZITTER: Nee, met de subsidie als zodanig heeft het niks te maken, maar met het onderwerp van het vrijwilligerswerk wel en als zodanig is het natuurlijk best in dit agendapunt mee te nemen. Ik denk dat met name de vraagstelling van de heer Van Hoof nog om een antwoord vraagt. De heer BROUWERS: Ja, met betrekking tot het begrotingsjaar hè Ja, dat ben ik met u eens. Er is dus inderdaad een vrij korte periode waarop dus over de middelen kunnen beschikken, maar het is gewoon jammer als je die mogelijkheid niet benut en het is geen zaak om dit onverantwoord te doen. Het is zoals de heer Van der Graaf het zegt. In het plan wordt erg goed omschreven en ik vind dat we binnen het haalbare de mogelijkheden aan het Internationaal Komitee beschikbaar moeten stellen. De heer VAN HOOF: Ja, maar dan heb ik nog geen antwoord op mijn vraag.Geldt dit voor het jaar 1980 of voor het schooljaar 1980/1981 De VOORZITTER: Het geldt voor het jaar 1980. De heer VAN HOOF: En voor de activiteiten die in '80 hebben plaatsgevonden. De VOORZITTER: Die voor 1980 worden verantwoord. De heer BROUWERS: En in 1981 wordt dat gevolgd door een nieuwe aanvraag. De heer VAN HOOF: Nou dan denk ik inderdaad dat we voor 1980 ten onrechte gebruik maken van deze mogelijkheid, omdat er tot op heden voor dit werk niet in deze mate kosten zijn gemaakt en dan zijn we toch eigenlijk bezig van een pot te- pakken die dan weliswaar bestaat, maar waar we naar mijn mening niet of geen gebruik van mogen maken. Daarmee doen we de zaak onrecht aan en andersom consteren we ook wel eens dat we middelen die we nodig hebben dat we die niet krijgen, maar dan hoeft dat nu geen reden te zijn om wanneer we nu middelen niet nodig hebben Dat we ze dan wel moeten pakken. Ik zou niet weten op welke manier u ze zou moeten verantwoorden of dat u er weg mee zou kunnen. Dat is voor mij het probleem. De VOORZITTER: Nou, u wijst er dus nog eens op dat we uiterst zorgvuldig moeten zorgen dat we binnen de voorwaarden voor de toekenning blijven, maar ik denk dat dat vanzelfsprekend is. Ik neem alleen aan dat er best mogelijkheden zullen zijn anders krijg je het op 10 december niet goedgekeurd. De heer VAN HOOF: dat we daar duidelijk over geïnformeerd worden dat er op geen enkele manier met deze bedragen gesjoemeld gaat worden. Dat wil ik duidelijk voorkomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 19. Rondvraag. De heer DEN BRABER: Ja, voorzitter, vorige keer hebben wij subsidie gegeven aan de Harmonie of de Muziekschool dat weet ik niet meer. Een van de twee. Voor die leerlingen. Hebt u daar al uitsluitsel over De VOORZITTER: Ja, u had gelijk. Het zat in het besluit van de vergadering daarvoor van 20 november. Dus dat moet aangepast worden.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 281