-42- slecht geluisterd naar wat in eerste instantie door de heer Van der Graaf gezegd werd of gevraagd waarom niet in alternatieven gedacht is en met name in de commissie algemene en bestuurlijke zaken. Dus ik denk dat de heer Van Hoof alleen maar zijn eigen politieke onbenul op tafel legt. De VOORZITTER: De suggestie van de heer Van der Graaf dat raadsleden mee hadden kunnen gaan klopt, maar de scholen lagen van Middelburg tot Asten en zijn in een aantal cessies bezocht. Ik weet niet of dat dan realistisch is om te ver onderstellen dat dan raadsleden mee zouden kunnen gaan. Ja, feitelijk misschien wel, maar of het haalbaar is is vers 2. Ik ben het met de heer Van der Graaf eens dat het kiezen van de school een onderwijskundige zaak is. Hij zegt daarom ook dat het schoolhoofd, hoe incidenteel dat hij dan misschien ook mag zijn, dat er dat gerust bij mag zijn, maar daar lag het begin van de vertraging althans daar lag de beperking in dat we hem eerst moesten hebben. Feitelijk was dat met de start van het nieuwe schooljaar toen moest hij zich daarop gaan oriënteren en we hebben ons daar inderdaad door laten leiden. Het is niet zo dat het schoolhoofd de keuze gemaakt heeft. Het schoolhoofd heeft samen met de bouwkundige mensen een keuze gemaakt. Hij heeft daar - maar dan herhaal ik wat ik in eerste instantie zei - zich laten leiden door de ervaring van anderen en dat getoetst aan de opvattingen van de inspecteur en daarmee hebben wij dan inderdaad als raad geen invloed gehad op het geheel. Er zijn wel onderwijs kundige aspecten bij aan de orde geweest; in grote mate zelfs. Akkoord? Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. 15. Voorstel tot verhoging van de subsidie aan de Regionale Stichting voor Maatschappelijk Werk en Gezinsverzorging "Rondom Mark en Weerijs", in verband met de toe te kennen formatieplaats ten behoeve van de aanstelling van een maat schappelijk werker voor buitenlanders/4e wijziging gemeentebegroting 1981 De VOORZITTER: Hierbij wil ik u een wijziging voorstellen namens het college. We hebben u voorgesteld om onder twee voorwaarden te besluiten. Die staan onder 1 en 2 op de eerste pagina aangegeven. Wij hebben in verband met het feit dat wij deze ook deze vorm van decentralisatie zonder dat de middelen meekomen onjuist achten, ons nog verstaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten naar aanleiding van dit voorstel en bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten wordt ons ontraden om voorwaarde nummer 2 op te nemen. Men zegt daar dat dat niet realistisch is. Het is zeker dat C.R.M. dat niet zal inwilligen. De V.N.G. adviseert om in plaats daarvan een verzoek tot C.R.M. te richten om gelden ter beschikking te krijgen uit de middelen voor kategoriale zorg en wij zouden u willen voorstellen om dat als voorwaarde twee op te nemen en dan wel het bedrag van 6.9G7,te handhaven en niet dat van de 1393,dus die 20$ daarvan. De heer VAN DER GRAAF: Mijnheer de voorzitter, mede op uw verzoek, heb ik een toevallige ontmoeting, althans voor Oudenbosch toevallig, met ambtenaren van het coördinatiebureau culturele minderheden van binnenlandse zaken over deze kwestie benaderd. Eigenlijk over het totale probleem wat zich hier voordoet en ik kreeg daar eigenlijk vrijwel hetzelfde antwoord dat de benadering zoals die hier vastligt door C.R.M. zeker niet zal worden geaccepteerd, maar ik kreeg tege lijkertijd de duidelijke toezegging dat er in de begroting voor 1981 een bedrag is verdeeld, want dat heeft ook in de krant enz, van 115.000.000,voor culturele minderheden-zorg, waarvan 15.000.000,naar C.R.M. is gegaan. Ik denk dat met de duidelijke verwijzing daarnaar dat C.R.M. inderdaad benader baar moet zijn. Ik zou willen voorstellen dat wanneer door de gemeente C.R.M. wordt benaderd met die vraagstelling of door de gezamenlijke gemeenten, want ik neem aan dat dat gezamenlijk moet gebeuren, dat het dan erg verstandig is om het coördinatiebureau culturele minderheden daarvan op de hoogte te stellen, afschrift te doen, omdat zij namelijk op dit moment aan het inventariseren zijn wat de problematiek is, zoals ze door de gemeenten wordt ondervonden. Ik denk dat dat heel erg belangrijk is. Voor wat betreft de eigenlijke instemming met het voorstel, maar dan gewijzigd in de zin dat nummer 2 weggenomen wordt. Ik veronderstel dat we dan op de een of andere wijze toch weer op het ogenblik zullen moeten besluiten om de volle 6.967,vast te stellen. Dat is toch

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 277