-37-
De heer DEN BRABER: Ik heb geen behoefte om die te heropenen. Ik heb alleen
een vraag aan het college. Misschien is dat toch wel een heropening. In het
antwoord op de algemene beschouwingen in eerste termijn schrijft wethouder
Brouwers in reactie op de heer Van Hoek:"Aandacht zal zeker moeten zijn voor het
toenemend probleem waar vrijwilligers mee te maken krijgen. Deskundigheid,
bevordering, maar zeker ook ondersteuning zal nodig zijn." Nou daar wou ik
het maar even bij laten bij dat citaat. Mijn vraag aan het college is: Neemt
u, gezien u daar zegt aan de heer Van Hoek, het amendement over
De heer BROUWERS: Ik handhaaf mijn voorstel, in de vorige vergadering reeds
gedaan. Ik vind dat dat voldoende verwoord is.
De VOORZITTER: Nee, nee, de heer Den Braber stelt de concrete vraag. Hij heeft
als amendement voorgesteld om de tweede zin te eindigen met: "waarmee tevens
uitdrukking wordt gegeven aan de pluriformiteit van de samenleving." En bij
de laatste zin: "en deze dienen in een gelegenheid te zijn zich voor hun taak
te bekwamen." Neemt u dat voorstel over of niet?
De heer BROUWERS: Nou die laatste toevoeging wel, dat lijkt me dus inderdaad
wel sluitender. Daar ben ik wel mee akkoord. Dus ik neem het amendement in
deze zin over.
De VOORZITTER: De beide amendementen
De heer BROUWERS: Ja.
De VOORZITTER: Akkoord. Dan neem ik aan dat we het niet meer in stemming hoeven
te brengen. Niemand aantekening van het feit dat hij tegen is
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
Mevrouw KNIEP-KÖHNKE verlaat de vergadering.
8. Voorstel tot het betuigen van adhesie inzake de oprichting van een regionale
omroep in West-Brabant en het toekennen van een eenmalige bijdrage/110e
wijziging gemeentebegroting 1980.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
9. Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve van de ver
vanging van de C.V.-ketel met omschakeling van olie op aardgas van het pand
Markt k'j/lke wijziging begroting 1980 bedrijf gemeentewerken en 111e wijziging
gemeentebegroting 1980.
De heer VAN DER GRAAF: Een vraagje. Eigenlijk een beetje naar aanleiding van.
Bij het laatste gedachtenstreepje daar staat: "Na plaatsing van de ketel
zal de nog aanwezige olie mede uit milieu-technische overwegingen worden ver
wijderd om bodemverontreiniging te voorkomen." Er is destijds door mijn fractie
gevraagd om dat hier in de hele gemeente in gang te zetten. Is daar ooit nog
iets mee gedaan
De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, ik heb de ter inzage liggende offertes
bestudeerd en bekeken. Er wordt heel gemakkelijk gesteld dat voor de goed
koopste offerte is gekozen, maar ik kon met geen goed geweld van de wereld
toch niet tot een berekening komen waaruit bleek Ik wil daarop nu
geen antwoord hebben mijnheer de voorzitter, maar ik zou u willen vragen of
het mogelijk is om alle vier de offertes uitgewerkt ter inzage te leggen om
inderdaad te kunnen bepalen hoe de ene rekent en wat de
andere rekent en zo de prijzen naast elkaar te krijgen. Ik kom er zo niet uit.
Ik heb het idee dat er inderdaad een goedkopere offerte ter inzage lag als
waar nu voor gekozen is maar dat zal liggen aan de onvolledigheid waarmee
de ene offerte is uitgevoerd en de andere uitgedacht.
De heer DU PONT: Naar aanleiding van de vraag van de heer Van der Graaf over het
ruimen van bestaande olie-tanks, want daar gaat het in feite om, hebben we in
de commissie openbare werken afgesproken dat we daar met de provincie overleg
over zouden voeren. Of zij daar bepaalde initiatieven in zouden nemen en
daar hebben we nog geen uitsluitsel over. Vandaar dat we met verdere stappen
gewacht hebben, maar wij zullen dus nogmaals bij de provincie aandringen of
dat inderdaad van die zijde initiatieven te verwachten zijn. Mocht dat niet zijn