-3k- delingsonderzoek, waarin zij zeggen dat we maar twee echte logeerinrichtingen conform de verordening hebben, namelijk Hotel Tivoli en Hotel de Kroon en daar staan bijna 9*000,voor in de begroting. Ik denk dat daar 8.000, af kan. De VOORZITTER: Iemand een verstrekkender voorstel Dan is aan de orde het voorstel om post 256 met 8.000,te verlagen. De stemming heeft tot resultaat: Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Brouwers, Du Pont, Mol, Reimings, Kop Jansen, Van Hoek, Kniep-KÖhnke, De Haas, Kok, Van Hoof, Van Elzakker en Wijnen. Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Van Eijkeren, Van der Graaf en Den Braber. Het voorstel is derhalve met 3 stemmen voor en 12 stemmen tegen verworpen. De heer DEN BRABER: In reactie op wat wethouder Du Pont heeft gezegd over de bezuinigingen wil ik inspelen op zijn suggestie dat er gewacht moet worden op het resultaat van het O.D.R.P.-onderzoek. Ik stel voor de vervulling van de vacature die hier thans in de begroting staat open te laten tot die resultaten van het O.D.R.P.-onderzoek bekend zijn. De VOORZITTER: Dat is een heel nieuw voorstel. De heer DEN BRABER: Dat is in plaats van die anderen. De VOORZITTER: Ik denk dat ten behoeve van een verantwoord stemgedrag we dan de wethouder de gelegenheid zouden moeten geven om daar een verklaring tegen over te stellen. Hebt u daar bezwaar tegen Omdat het punt nog niet als zodanig aan de orde is geweest. De heer DU PONT: Ja, ik zou het dus toch willen ontraden omdat ik nog niet duidelijk zicht heb hoelang dat precies gaat duren eer die gegevens bekend zijn en mocht er intussen behoefte zijn om toch die vervulling van die vakature - die vakature is er al lang - dan zou ik toch wel de vrijheid willen hebben om daarin te voorzien. De VOORZITTER: Maar kunt u wel toezeggen dat De heer DU PONT: Ik wil dus wel in overleg met de dienst zolang mogelijk uit stellen, maar of dat haalbaar is tot de uiteindelijke resultaten bekend zijn van dat onderzoek of het zo lang kan wachten dat durf ik op dit moment niet te zeggen. Maar ik wil u graag toezeggen dat de suggestie die de heer Den Braber doet mee te nemen, maar of we die hard kunnen maken dat durf De heer DEN BRABER: Als wij, wanneer het aan de orde is, van de wethouder een toelichting krijgen dat het echt niet langer uitstel kan velen, dan trek ik bij deze mijn voorstel in. De heer DU PONT: Dat wil ik wel toezeggen. De heer DEN BRABER: Ja, 20$ van het beschikbare bedrag van de vergoeding voor raadsleden uit te keren in de vorm van presentiegelden en post 12A dienovereen komstig te wijzigen. De toelichting heeft al een paar keer op tafel De VOORZITTER: Iemand een verstrekkender voorstel De heer VAN HOEK: Mijnheer de voorzitter, ik zou mijn voorstel toch wel in stemming gebracht willen zien om de vergoeding niet trendmatig te verhogen 1981 maar te handhaven op het niveau 1980. De VOORZITTER: We hebben nu aan de orde het voorstel om te splitsen. Dus ik denk dat dat een ander voorstel is en dat die niet met elkaar vergelijkbaar zijn. De heer VAN HOEK: Hetzelfde onderwerp. De VOORZITTER: Ja, ja, hetzelfde onderwerp wel, maar Dan is in stemming het voorstel van de heer Den Braber om 20$ van het beschikbare bedrag uit te keren in de vorm van presentiegelden* en de daarvoor benodigde wijzigingen aan te brengen. De stemming heeft tot resultaat: Tegen genoemd voorstel stemmen de leden: Brouwers, Van Hoek, Kniep-KÖhnke, De Haas, Kok, Van Hoof, Van Elzakker en Wijnen. Voor genoemd voorstel stemmen de leden: Du Pont, Mol, Rennings, Kop Jansen, Van Eijkeren, Van der Graaf en Den Braber. Het voorstel is derhalve met 7 stemmen voor en 8 stemmen tegen verworpen. De heer DEN BRABER: Ja, ik zit met een laatste probleem voorzitter. U hebt gezegd dat het a fonds perdu doen van investeringen dat dat bespreekbaar is of dat u dat bespreekbaar zou willen maken. Moet daar de raad zich over uitspreken

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 269