-28-
jongeren. Dat is heel duidelijk. Bij een grote groep is duidelijk ook te
merken dat eigenlijk geen enkel gezag hun meer aanspreekt. Of dat dat nou van
ouders is of van overheid of van religie. Wanneer je zover bent gekomen dan
ontstaat er dus een enorm vacuüm,een leegte jen ik denk dat daar het grote probleem
schuilt. Of ik denk, ik ben daar wel van overtuigt. Dat is in feite aan de
organisaties en met name ook die jeugd- en jongerenwerker om daar een ant
woord op te geven. Ik denk dat het dan ook goed is dat we een bredere basis geven
aan mogelijke besteding als dat door u beiden verondersteld is. In ieder geval
bestemd voor jeugd en jongeren die nog niet bereikt zijn, want ik denk dat
het heel moeilijk is, ik denk dat het ook geen goede oplossing is, om geijkte
programma's van organisaties om te bouwen opdat ze een klein beetje aantrekke
lijker worden voor jongeren, want dat kwaad dat zit nou eenmaal dieper. Het
is eigenlijk daar al waar het voortgezet onderwijs er niet meer in slaagt om
jonge mensen te bezielen en waar men alleen maar prestatief en in de marge op
dit moment bezig is. Ik haal een voorbeeld aan dat inderdaad waar is.
Kijk maar naar het vormingswerk, dat een werkelijke oplossing aandraagt, maar
dat bokst in feite tegen een duidelijk maatschappelijke onderwaardering en
het moet integreren met het beroepsbegeleidend onderwijs. Nou dat is een degra
datie tot maximaal 4 uur persoonlijke en maatschappelijke begeleiding waar je
dan dus ook nog grote vraagtekens bij moet zetten, want ook daar heeft het geen
enkele waardering. Ik stelt voor om de volgende kriteria dan ook te hanteren
dat het bestemd is voor jeugd- en jongerenwerk, voor jeugd en jongeren die niet
in het bestaande jeugdwerk bereikt worden, dat de activiteiten nieuw zijn en
op die groepen gericht, dat niet op een andere wijze gesubsidieerd wordt, dat
het ook bestemd kan zijn voor organisatiekosten en dat je tot maximaal 3-000,
binnen dat bedrag zou kunnen gaan voor kindervakantiewerk. Maar voor de verder-
rest nemen we het dus graag over. De opmerkingen van de heer Van Hoek. Zijn
vraag met betrekking om de 500,bezuiniging op de sportweek weer ongedaan
te maken. Hij motiveert dat op zeer ambitieuze plannen van de stuurgroep. Nou
waren wij niet op de hoogte van die ambitieuze plannen. Kijkende naar het bedrag
wat in het voorgaande jaar nodig was, 9300,dat daarvan een aanmerkelijk
deel - of een aanmerkelijk deel, in ieder geval een vrij fors bedrag - aan
consumpties was. Dat is de reden geweest dat we gezegd hebben van nou als je kunt
bezuinigen dan kun je het ook daarop, dat is de reden dat we die 500,daarop
inderdaad willen bezuinigen. Als nou die plannen zeer ambitieus zijn, dan kunnen
we toch nog straks mogelijk beoordelen of dat er termen zijn om dat alsnog
bij te stellen. Vooralsnog willen we dus die 500,bezuiniging handhaven.
Kom ik tenslotte bij de V.V.D. die opnieuw het gebruik van Fidei et Arti aan
de orde stelt. Ik heb u daar al eerder op gewezen dat ik dat in het totaal van
die nota meeneem. Ze duidt nog op de activiteiten zoals die in De Nobelaer
en in De Kring worden georganiseerd. Ja, ik vind dat op zich erg goede suggesties
maar je staat toch als overheid daarin niet op de voorgrond om dat soort acti
viteiten te kunnen doen. Maar ik denk dat het heel erg belangrijk is als je wel
een gebouw hebt waarin dat soort activiteiten gedaan kunnen worden. Wij hopen
dat ze mettertijd inderdaad in aantal toenemen, opdat niet alleen het gebruik
van het gebouw maar ook de behoefte daarmee van de mensen bevredigd wordt.
Dan ben ik er doorheen voorzitter.
De VOORZITTER: Dank u wel wethouder. Daarmee, dame, heren hebben wij de twee
instanties, in twee instanties de begroting aan de orde gehad. Het reglement
van orde zegt dat nu voorstellers nog aan het woord kunnen komen. U weet, van
dat reglement van orde kan de raad afwijken. Ik denk dat we over deze zaken
altijd kunnen blijven doorpraten. Ik vraag me daarom ook af of het geen aanbeve
ling verdient om ons toch te houden aan dat reglement van orde. Dat zou dan
betekenen dat de voorstellers, degene die voorstellen hebben geformuleerd, die
voorstellen nu nog in stemming kunnen laten brengen en daarbij zegt het reglement
van orde dat het toelichten daarvan nog is toegestaan. Geen hele nieuwe discus
sies. Ik stel voor om daarna op dezelfde praktische voet als in voorgaande jaren
verder te gaan en dan over de totale begrotingen ineens te besluiten. Als we dus
eerst hebben besloten over de onderdelen die er van uw zijde nog worden ingebracht.