-21-
in onze gemeente geen behoefte aan is. Met betrekking tot de verschillende
bedragen die gehanteerd zijn in een berekening voor de rioolaansluiting wil
ik heel nadrukkelijk nogmaals zoals ook in eerste instantie zeggen dat het
in niemands bedoeling heeft gelegen om te misleiden en dat er ook door niemand
misleid is. De beschuldiging die in deze en in vorige instanties door de Partij
van de Arbeid een aantal malen is uitgesproken achten wij dan ook volstrekt mis
plaatst en we vinden het met name ook jammer dat hier aan het adres van een
ambtenaar iets is uitgesproken. We willen overigens wel graag bekennen dat
foutjes menselijk zijn en die zijn kennelijk voorgekomen. Met betrekking tot de
methodiek van berekening willen wij toch wel graag staande houden wat wij
in eerste instantie hebben geantwoord. De methodieken zijn hetzelfde. Ook wij
hebben het bruine boekje gevolgd. Het college heeft daarbij de verkavelingsschets
gevolgd en de Partij van de Arbeid de eigen woningverdeling aangehouden en van
misleiding is naar onze mening volstrekt geen sprake. Met betrekking tot het blijven
liggen van een aantal zaken waar we in eerste instantie ook van gezegd hebben dat
dat ook gebeurt. Oorzaak daarvan is niet het fungeren van ons college als een
zeef. Wij voeren de wensen van de raad uit, maar we zijn aan een aantal beperkingen
in tijd en capaciteit gebonden. Eigen activiteiten om te komen tot deelplan-
netjes op bijvoorbeeld Varkensmarkt achten wij niet realiseerbaar. We hebben
daar in eerste instantie bij stilgestaan. De door de heer Van der Graaf als
toegezegd gepresenteerde commissie ruimtelijke ordening en openbare werken,
we hebben dat tenminste afgeleid uit wanneer komt die eindelijk eens van de grond.
Zijn vraag die hij formuleerde, die is naar onze mening nooit door ons toegezegd
en nooit door de raad besloten. De verplichtingen, het wel of niet bestaan van
verplichtingen tegenover Habo wordt door de Partij van de Arbeid wel erg
gechargeerd gepresenteerd. Eormeel zijn wij niet gehouden. Inmiddels niet
gebonden. Inmiddels heeft overigens ook het tijdverloop mede bepaald dat we ons
gerust wat vrijer kunnen opstellen zonder dat ons dat kwalijk te nemen is.
Met betrekking tot de subsidiëring van S.O.J.O., dat gebeurt conform het besluit
van de raad. Wij blijven het verstandig vinden om aan de raad voor te stellen
om een wijziging pas mee te nemen in de uitvoering van het welzijnsplan.
Delegatiebesluit aan B. en W. is zo geformuleerd dat verhuur aan B. en W. is
gedelegeerd met een aantal benoemde uitzonderingen. Tot die uitzonderingen be
hoort niet de ontmoetingsruimte van de sporthal. Reden waarom wij van mening
blijven dat het zeer nadrukkelijk wel de bevoegdheid van B. en W. is om die te
verhuren.
De heer VAN DER GRAAF: Dat is namelijk wel uitgesloten.
De VOORZITTER: Van de sportaccommodaties, maar u zei zelf dat de ontmoetings
ruimte geen sportaccommodatie is.
De heer VAN DER GRAAF: Dan wordt hij dus niet verhuurd door B. en W.
De VOORZITTER: Wel verhuurd.
De heer VAN DER GRAAF: Laat maar.
De VOORZITTER: De stuurgroep van het Komplan. De vraag om dat in de commissie
algemene eb bestuurlijke zaken te bespreken willen wij wel volgen, zij het dat
we toch wel graag het overleg vast openen om geen vertraging op te lopen.
Met betrekking tot de baatbelasting volgen wij de suggesties van de heer Van der
Graaf niet. We zijn het eens met het feit dat een financiële bijdrage gewenst is
nodig is, maar er is ook een andere mogelijkheid dan een baatbelasting en die
mogelijkheid die zal in de besprekingen in die stuurgroep dan wel met het K.N.O.V.
aan de orde komen. Met betrekking tot de gezondheidszorg. Het is de taak van het
gemeentebestuur om te zorgen voor de openbare gezondheidszorg en wat dat betreft
is de planning ook helemaal aan uw raad. Voor het overige en ik denk dat we daar
nou eigenlijk over praten trachten wij stimulerend op te treden en bij dat
stimulerend optreden is de raad ook steeds betrokken. Met betrekking tot Seppe
is het college van mening dat het zich niet tegen veranderingen op moet stellen
als die veranderingen nodig zijn voor een verantwoorde exploitatie. Het college
is wel van mening dat daaraan getoetst moet worden. Met betrekking tot de honden
belasting blijft het college van mening dat het aanbeveling verdient om dit stuk
van het belastinggebied te handhaven. Wij zijn wel bereid om de suggestie van de