-14-
waren wij echter volledig op de hoogte van het feit, dat mocht in het geval van
de J.B.-vestiging de weigering tot het verlenen van een bouwvergunning leiden
tot een procedure bij de Raad van State respectievelijk leiden tot het bouwen
zonder vergunning, de gemeente juridisch in een uiterst zwakke positie zou ver
keren. Op grond hiervan, alsmede op grond van het antwoord van het college van
B. en W. terzake concluderen wij dat het college terecht heeft afgezien van het
toepassing van politiedwang. Met betrekking tot het algemene aspect achten wij
het voor de toekomstige situatie wel noodzakelijk dat het college van B. en
W. duidelijk maakt, welke procedure het college volgt zodra sitauties bekend
worden waarin in strijd met bestemmingsbepalingen respectievelijk bouwverorde
ning is gehandeld. Hierbij moet naar onze mening tevens worden aangegeven
welke criteria het college ten aanzien van bestemmingsplan, bouwverordening
respectievelijk welstandstoezicht bij de toetsing toepast.
Het antwoord van het college met betrekking tot door ons vastgestelde achter
uitgang in het bezoek van raads- en commissievergaderingen heeft ons zeer ver
baasd. Nog in de vergadering van 29 oktober j.l. van de commissie algemene en
bestuurlijke zaken is uitvoerig de onvoldoende voorlichting in het bijzonder
het beleid terzake aan de orde geweest. De conclusie van. de voorzitter was
destijds, dat ook het college vond dat er fouten gemaakt waren. In dezelfde
vergadering is toegezegd dat in het vervolg voor de adviescommissies ambtelijke
nota's en preadviezen zouden worden gemaakt, die tevens aan de pers ter be
schikking zouden worden gesteld. De extra aandacht aan informatie aan burgers
en pers, waarover u in uw antwoord spreekt, is pas de laatste weken ingevoerd.
Het is danook erg pretentieus deze extra aandacht van de zijde van het college
als argument te gebruiken om de verminderde belangstelling voor raads- en
commissievergaderingen te compenseren. Nog afgezien van het feit dat deze in
formatie nimmer in de plaats kan treden van een bezoek aan raads- en commissie
vergaderingen, zij zal als goede voorlichting slechts een stimulerend effect
op het bezoek moeten hebben.
Uw antwoord op de gemaakte opmerkingen over het Komplan bevredigt ons ten dele.
Gezien de prioriteit die wij aan de reconstructie van het centrum willen geven
is een en ander voor ons onvoldoende hard. Indien u thans een tijdplanning niet
mogelijk acht, dan moet minimaal gestreefd worden naar een periodieke voort
gangsrapportage, bijvoorbeeld per drie maanden. Uw nader beraad over de wense
lijkheid tot uitbreiding van de stuurgroep met andere dan ondernemers achten
wij weinig tegemoetkomend op de suggesties uit de raad.In de begroting voor
19§1 dienen voldoende dekkingsmiddelen beschikbaar te zijn ter dekking van de
kapitaallasten van het Komplan.Het ziet er naar uit dat na verwerking van de
eerste wijziging, het dekkingsplan inderdaad die ruimte biedt.
Betaalbare woningen is een voortdurende zorg van onze fractie, mede om die reden
hebben wij mede het initiatief genomen tot bijstelling van fase B van het be
stemmingplan Albano. Dit geldt eveneens voor het bestemmingsplan Zouavenlaan-
Oost. Hierbij dienen echter minder markt-overwegingen, maar vooral argumenten
van volkshuisvesting doorslaggevend te zijn. Wij blijven aandringen op spoedige
realisatie van huurwoningen ter plaatse. Mocht dit ter plaatse niet worden ge
realiseerd dan zal een en ander elders in de gemeente gecompenseerd moeten worden
door een groter aantal huurwoningen.
Wij begrijpen uit uw antwoord over de rijwielpaden langs de Bornhemweg dat
thans onteigening niet mogelijk is. Vreemd blijft daarbij, dat uw adviseur
in deze, Bouwtoezicht West-Brabant, blijkens uw antwoord op het afdelings-
onderzoek, reeds eerder tot het in gang zetten van de onteigeningsprocedure
heeft geadviseerd. In eerste termijn hebben wij gevraagd met hoeveel belang
hebbenden, in het bezit of gebruik van hoeveel grond, wij nog overeenstemming
moeten bereiken Op deze vraag hebben wij nog geen antwoord gekregen.
De zienswijze van uw college over het voorstel van de heer Den Braber om de
reserve uit winst op de verkopen gronden maatschappelijke zorg te bestemmen
voor het in een keer afschrijven van -grondaankopen voor de aanleg van rijwiel
paden Bornhemweg, kunnen wij delen.
Onaanvaardbaar is voor ons het feit dat de enquête over de C.A.I. tot op heden
niet is uitgewerkt. Als iets dodelijker is voor de bereidheid tot medewerking