-11-
aan eigenaren en bewoners een bepaalde rechtsgrond kan worden gegeven.
Door de inspraak van diverse groepen heeft de belangenafweging toen al
plaats gevonden. Daarbij moet men bedenken dat de gevolgde procedure met
inspraak een paar ton aan extra plankosten heeft gekost, terwijl in de
oorspronkelijke planopzet weinig wijzigingen meer konden worden aangebracht.
Uit het feit dat u voornemens bent in de stuurgroep twee afgevaardigden van
het K.N.O.V. op te nemen concluderen wij dat het bij de uitwerking voorna
melijk zal gaan om de drie winkelstraten. In discussie zal dan weer komen de
wenselijkheid van een voor het verkeer gesloten wandelgebied, de zogenaamde
winkelpromenade.Zou het niet beter zijn eerst uit te zoeken of deze straten
wel voor het verkeer kunnen worden afgesloten en op welke wijze dit dan dient
te gebeuren, in welke volgorde en welke voorzieningen dan elders gewenst zijn.
Daarom dringen wij erop aan om de werkzaamheden doelgericht en goed voor
bereid aan te pakken. Het maken van een ontwerp dient naar onze mening dan ook
op de eerste plaats te komen. Technisch dient er te worden aangegeven
welke mogelijkheden er binnen de huidige planologische opzet op dit moment te
verwezenlijken zijn. Gewenst is dat het ontwerp enkele varianten kent. Tegen
elkaar kunnen dan worden afgewogen de wenselijkheid en de financiële haalbaar
heid. Wij vragen ons wel af wie in de stuurgroep de nodige deskundigheid kan
inbrengen. Het gevaar bestaat dan dat er uitgaande van de door u gegeven taak
te lang en opnieuw gaat worden onderzocht en dat er opnieuw een doelstellingen
discussie kan gaan ontstaan. Wij vinden de tijd nu rijp voor de uitwerking.
Het antwoord op de vraag naar de afgifte van bouwvergunningen en naar het hand
haven van de voorschriften heeft ons sterk verwonderd. Naar onze mening gaat
er wel een beschermende werking uit van zowel een voorbereidingsbesluit als
van een plan, ook als er geen bouwvergunning wordt gevraagd of er geen nodig
is. Dit is al eerder gebleken bij de behandeling van het bestemmingsplan Buiten
gebied in deze raadsperiode. Zo blijkt uit het verslag van de vergadering van
1^ juni 1979» De voorzitter deelde toen het volgende mede: (Ik citeer:)
"In november 1978 was er een acute dreiging. De bescherming van het voorbe
reidingsbesluit zou aflopen als het plan niet ter inzage kwam. Een Belg
zou zich namelijk in het buitengebied met een supermarkt gaan vestigen."
De dreiging bestond in 1979 nog steeds want dit argument werd weer aange
voerd om hals over kop de vaststelling van dit plan door de raad te laten
plaatsvinden. Een duidelijk ongewenste ontwikkeling kon door de vaststelling
van het plan worden voorkomen. Vreemd vinden wij het dan om nu te vernemen
dat er geen voorschriften met betrekking tot het gebruik van de opstallen
zouden gelden. Als je maar geen vergunning vraagt of als je geen vergunning
nodig hebt, dan zou men volgens de opvattingen van het college met het gebruik
alle kanten op kunnen. En als je dan eenmaal gezeten bent dan vraag je ge
woon een vergunning aan voor verbouwing of voor vergroting en die wordt je
dan wel verleend. Op de afwijkingen die ten aanzien van het plan ontstaan
wordt dan niet meer gelet. Als dit de regels zouden zijn, dan is het de
vraag of je wel zoveel geld en moeite moet doen om bestemmingsplannen met ge
bruiksvoorschriften te laten maken. Zoals al is aangegeven zijn wij van me
ning dat dit wel het geval is. Alleen moet men de voorschriften ook toepassen.
Ook bij de verbouwing van een garage aan de Prof. Mulderslaan hadden naar
onze mening de rechtsregels toegepast moeten worden. Dit gebeurt ook voor
kleine aanvragen, dan dient dit toch zeker voor de ingrijpende verbouwingen
plaats te vinden. Goed onderhoud van plantsoenen en ander gemeentelijk groen
vinden wij gewenst. Dat de manier waarop het onderhoud in het afgelopen jaar
van ondermeer de bermen heeft plaatsgevonden, onze instemming niet heeft
zal u uit eerdere discussies wel zijn gebleken. Het voorbeeld dat u aan
haalt als mogelijkheid voor bezuiniging vinden wij uiterst ongelukkig.
Over de mogelijkheid om vuil en afval in te leveren bij gemeentewerken is
vorig jaar een onderzoek toegezegd. Nu blijkt tot onze tevredenheid dat dit
systeem in de praktijk toegepast wordt. Zijn de ervaringen nu van dien aard
dat er al een grotere bekendheid aan deze mogelijkheid kan worden gegeven, of
dat een uitbreiding van deze mogelijkheid kan worden geboden Vooral voor
vloeibare afvalstoffen vinden wij het bieden van inleveringsmogelijkheden
gewenst.