-15- van de commissies van advies openbaar. Aan de informatie aan de burger dient nog veel te worden verbeterd hetgeen ook van toepassing is op de informatie aan de pers ter voorbereiding van de commissievergaderingen. Niettemin is het houden van openbare vergaderingen van commissies een stap in een ontwikke ling die moet leiden tot verregaande openbaarheid van bestuur. Nog in het jaar waarin de wet op de openbaarheid van bestuur is aangenomen heeft de commissie algemene en bestuurlijke zaken positief geadviseerd op een voorstel van de heer Van der Graaf tot het instellen van een inspreekrecht van burgers in raads- en commissievergaderingen. Onze fractie heeft met waardering kennis genomen het is reeds eerder gezegd, van de intentie die het college van B. en W. heeft uitgesproken ten aanzien van de gedragsregels met betrekking tot openbaarheid en overleg in de uitgangspunten- en doelstellingennota sociaal-cultureel werk in Oudenbosch. Al deze activiteiten dienen ervoor te zorgen de openbaarheid te bevorderen, de betrokkenheid van burgers te vergroten en hen meer, beter en tijdig inzicht te geven in het bestuur van de gemeente. In het afgelopen jaar hebben wij op dit punt echter ook verlies geboekt, met name in het bezoek van burgers aan raads- en commissievergaderingen.En het bezoek dat gebracht werd was over het algemeen specifiek gericht op een bepaald onder werp. Indien deze ontwikkeling niet wordt omgebogen dan zijn we er wel in geslaagd de instrumenten voor openbaarheid en betrokkenheid in te stellen, maar de gebruikers ervoor ontbreken. In feite is de invloed en controle van de burger gedaald, in plaats van toegenomen. Een van de mogelijke oorzaken kan zijn de lange duur van de vergaderingen waardoor burgers worden afgeschrikt. Naar ons oordeel dient de raad zich te bezinnen hoe een herhaling van de commissie vergadering in de raadsvergadering kan worden voorkomen, en hoe door het be perken van de woordenstroom een eigen bijdrage kan worden geleverd aan een aanzienlijke verkorting van de vergaderduur. De algemene bestuurlijke organisatie van Nederland is al jaren onderwerp van studie en overleg. In de afgelopen jaren hebben de verschillende ministers van binnenlandse zaken herhaaldelijk een eigen nieuwe visie omtrent de gewenste inrichting van het binnenlands bestuur gepresenteerd. Hoe de inrichting er uiteindelijk in de nieuwe situatie uit zal zien is nog verre van duidelijk. Een aspect tekent zich echter wel nadrukkelijk af te weten de verdergaande delegatie van bestuur. Het gevolg hiervan is de groei in taken en bevoegd heden van de gemeentebesturen. Hierbij tekenen zich twee problemen af. De belasting van het ambtelijk en bestuurlijk apparaat van de gemeente ten aan zien van de inhoud, de financiën en de controle van de nieuwe taken. Met name ten aanzien van de inhoud van de nieuwe taken bijvoorbeeld voor het sociaal-cultureel werk zal in een gemeente ter grootte van Oudenbosch de kennis al snel worden gemist. Op welke wijze moet bijvoorbeeld worden voor zien in de kennis van de muziekconsulent, de kennis van de consulent voor de creatieve vorming, etc. Het zal daarom noodzakelijk zijn ons te bezinnen op welke wijze hierin kan worden voorzien. Ten aanzien van de financiële en con trolerende aspecten van de nieuwe taken is de kennis ongetwijfeld aanwezig, maar zal vooral de grotere belasting zich doen voelen. Het betreft hier beslist meer dan belasting van het gemeentelijk budget. Hoe kan de gemeente de nood zakelijke ambtelijke ondersteuning verwerven Is zij überhaupt aanwezig Tenslotte de kosten die dit met zich meebrengt. U stelt dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een nota voorbereidt waarin is aangegeven dat dit de gemeenten 50 tot 70 miljoen per jaar gaat kosten. Daar moet onmiddellijk aan toegevoegd worden dat deze kosten-verzwaring zich aandient op een moment dat de gemeente sedert drie jaar aanzienlijk inlevert op de uitkering uit het gemeentefonds. Op grond van de cijfers die u naar aanleiding van het begrotings- onderzoek ten aanzien van prijscompensatie looncompensatie en de groei van de uitkering uit het gemeentefonds hebt gegeven, kom ik tot de voorlopige con clusie dat Oudenbosch ten opzichte van 1976 in 1981 532.000,minder uit het gemeentefonds heeft ontvangen dan op grond van stijging van lonen en prijzen nodig was. Is deze conclusie juist Wij schrijven 25 juni 1975 wanneer de werkgroepen het Komplan presenteren. Op de kaft van het boekje waarin het verslag van deze avond is opgenomen komt

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 217