-9-
vijver in Velletri-Oost niet te vernieuwen volgens het gestelde in het
investeringsprogramma, maar de walkant te beschermen met riet. Het gestelde
over de reconstructie Bornhemweg brengt ons tot het voorstel - dat in
principe nu genomen zou kunnen worden en over 14 dagen concreet aan de raad
kan worden voorgelegd -om de onteigeningsprocedure tot verwerving van de be
nodigde gronden in gang te zetten.
Mijnheer de voorzitter, een lang verhaal. De oorzaak daarvan moet de raad
maar zoeken in het feit dat men niet heeft gewild dat de Partij in de Arbeid
in de bereiding van de spijzen het gerechtvaardigde aandeel heeft.
De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, de titel die boven mijn beschouwing
staat die heb ik reeds eerder gekozen. Als je hem vergelijkt met de eerdere
beschouwing dan zou je kunnen stellen van nou hij is nog maar net maar
hij was eerder.
Anders dan anders, anders dan anderen. Gemeentebegroting, nota van aanbieding:
het gemeentelijk beleid in een notedop. Niet zomaar "een notedop". Begroting,
een boekwerk van ^37 pagina's. Nota van aanbieding, een kleiner boekwerk van
122 pagina's. Rapporten uit de twee raadscommissies, 2h pagina's. Antwoord
van het college hierop, 36 pagina's. Nemen we daarnaast de bestede tijd. Ambte
lijke voorbereiding, k a 5 maanden met meerdere ambtenaren.Vooroverleg in commissies
uit de raad,bijvoorbeeld het overleg van de commissie waarvan ik deel mocht
uitmaken ongeveer 10 uur duurde. Daarnaast de individuele voorbereiding van de
raadsleden en de diverse besprekingen in het college van B. en W. Mijnheer de
voorzitter, geachte collega raadsleden dit alles overziende heeft mij ertoe
doen besluiten een andere benadering toe te passen dan in het verleden.
Voldoende is naar mijn mening de mogelijkheid aanwezig geweest wensen en
ideeën met betrekking tot het te voeren beleid in 1981 kenbaar te maken. Na
al hetgeen wat er in verband hiermee in de diverse discussies naar voor is
gekomen, wil ik mij thans beperken tot een enkele opmerking.In de commissie heb
ik de suggestie gedaan om, als teken van voorbeeld, af te zien van de verhoging
van de vergoeding voor raadsleden en wethouders. De discussie hierover in de
commissie heeft mij al doen beseffen dat de reactie daar al niet anders was
dan alom in den lande:"wel bezuinigen en matigen, maar eerst een ander."
Toch hoop ik dat de raad mogelijk tot de door mij voorgestelde matiging zou
kunnen besluiten. De belangrijkste reden mijnheer de voorzitter, waarom ik
niet uitgebreid op het beleid voortspruitende uit de begroting, wil ingaan
is op de eerste plaats het feit dat uw college er naar mijn mening terecht heeft
naar gestreefd de lastenverhogingen voor de burgers tot een minimum te be
perken. Mijns inziens is het college daar goed in geslaagd zonder het voor
zieningenniveau aan te tasten. Het betreurt mij dat de raad het desalniettemin
nodig heeft gevonden toch de onroerend goedbelastingen te verhogen zonder dat
voldoende motieven hiervoor aanwezig waren. Dat dit voorstel juist van de
P.v.d.A. moest komen is des te meer bevreemdend. Naar mijn mening geen
teken van het opkomen voor de gewone man, hetgeen men altijd wel vanuit
die kant wil pretenderen. Wat dat betreft is het al langer een duidelijke zaak
dat de top van deze partij steeds verder van zijn kiezers verwijderd raakt,
wat dan inderdaad het meest tot uitdrukking komt in het praktisch beleid wat
getracht wordt te realiseren. Mijnheer de voorzitter ik heb gezocht naar een
mogelijke verklaring waarom de raad van Oudenbosch zo gemakkelijk voorstellen
tot belastingverhoging ondersteunt, zelfs in een tijd dat van alle kanten
wordt gepoogd de lasten voor de burgers zo laag mogelijk te houden. Een
mogelijke verklaring zou kunnen liggen in het feit dat onze raad voor bijna
80$> bestaat uit personen die in overheidsdienst danwel in semi-overheidsdienst
werkzaam zijn. Het is bekend dat qua zekerheden en "beloningen" deze groep
het minst kwetsbaar is. Van daaruit is mogelijk te verklaren waarom deze raad
soms tot opmerkelijke beslissingen komt. Of bij deze beslissingen de situatie
en de belangen van de meest kwetsbaren altijd voorop staat meen ik te moeten
betwijfelen. Ondanks dat mijnheer de voorzitter hoop ik dat wij er als raad
en college van B. en W. in goede harmonie met elkaar erin zullen slagen tot
een beleid te komen wat voldoende beantwoord aan de wensen die leven in onze
gemeenschap. Ik heb met opzet gezegd: voldoende beantwoord. Iedereen voor 100%
tevreden stellen is en blijft onmogelijk. Mijnheer de voorzitter, een beperkte